Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001401-18
datum uitspraak: 13 januari 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-013651-18 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 januari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 19 januari 2018 te Heemskerk openlijk, te weten, aan de Professor ten Doesschatestraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten [slachtoffer], welk geweld bestond uit:
- het duwen van voornoemde [slachtoffer], en/of
- het trekken aan voornoemde [slachtoffer], en/of
- het trappen/schoppen tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer], en/of
- het slaan tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer];
subsidiair
hij op of omstreeks 19 januari 2018 te Heemskerk [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] te duwen en/of tegen het lichaam te schoppen en/of slaan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vrijspraak
Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. N. van der Wijngaart en mr. B. van der Werf, in tegenwoordigheid van mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 januari 2021.
mr. B. van der Werf is buiten staat dit arrest te ondertekenen.