De moeder van belanghebbende heeft in 2018 een bedrag van € 100.800 aan belanghebbende geschonken. Belanghebbende was ten tijde van de schenking ouder dan veertig jaar en zijn partner jonger. In geschil is of belanghebbende in aanmerking komt voor de toepassing van de eenmalige verhoogde vrijstelling van schenkbelasting voor de eigen woning. Daarvoor is van belang of de partner van belanghebbende kan worden aangemerkt als partner in de zin van de Successiewet 1956. Op grond van artikel 1a, lid 1, letter c, SW worden twee ongehuwde personen slechts als partner aangemerkt indien zij ingevolge een notarieel samenlevingscontract een wederzijdse zorgverplichting hebben. Het Hof is van oordeel dat daarvan geen sprake is nu belanghebbende en zijn partner in het contract ervan hebben afgezien een regeling te treffen of vast te leggen inzake de wijze waarop ieder van hen zal bijdragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.