Het belastbaar inkomen uit werk en woning bedraagt € 126.651 en dat uit sparen en beleggen € 8.841. Bij (onder meer) deze omstandigheden oordeelt het Hof dat het inkomen van belanghebbende niet zodanig laag is dat zij moet interen op haar vermogen om de vermogensrendementsheffing te voldoen. Daarbij gaat het Hof ervan uit dat van een interen op het vermogen (als bedoeld in het arrest ECLI:NL:HR:2021:1047), nog geen sprake is zolang de vermogensrendementsheffing (ruimschoots) kan worden voldaan uit een de belanghebbende ter beschikking staand inkomen uit werk en woning, ook al is de heffing een veelvoud van het werkelijke rendement op het aan die heffing onderworpen vermogen.