Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Bedreiging en wederspannigheid met lichamelijk letsel ten gevolge. Persoonlijke omstandigheden. Vordering bp.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-003442-19

datum uitspraak: 26 november 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 september 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-141994-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1978,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

12 november 2020.

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.hij op of omstreeks 27 april 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, [benadeelde] (ambtenaar van politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 1] (surveillant van politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 2] (buitengewoon opsporingsambtenaar Domein Generieke Opsporing) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde] en/of [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen: ‘Kankerlijers! Jullie zijn nog niet van mij af! Wacht maar totdat deze koelie vrij komt! Ik onthoud al jullie gezichten!’ en/of ‘Je bent niet meer veilig! Je gaat 40 kogels van mij in je borst krijgen! Je moet je familie alvast maar gedag gaan zeggen’ en/of ‘Ik onthoud je gezicht, als ik op Schiphol Plaza ben ga ik je neerschieten’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

2.hij op of omstreeks 27 april 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, te weten [benadeelde], ambtenaar van politie Eenheid Amsterdam, en/of [verbalisant 1], surveillant van politie Eenheid Amsterdam, en/of [verbalisant 2], buitengewoon opsporingsambtenaar Domein Generieke Opsporing, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, te weten als arrestantenverzorgers in het cellencomplex Zuidoost te Amsterdam, door zich eenmaal of meermalen (met kracht) los te rukken en/of te trekken in de tegengestelde richting aan die waarin voornoemde ambtenaren verdachte trachtte(n) te geleiden en/of met zijn armen en/of benen en/of zijn lichaam tegen te stribbelen en/of voornoemde [benadeelde] eenmaal of meermalen (met kracht) tegen zijn (onder)arm en/of lichaam te schoppen en/of te trappen, terwijl dit misdrijf en/of de daarmee gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten (een) (grote) schaafwond(en) op de (onder)arm bij die [benadeelde] ten gevolge heeft gehad.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 27 april 2019 te Amsterdam, [benadeelde] (ambtenaar van politie Eenheid Amsterdam) en

[verbalisant 1] (surveillant van politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant 2] (buitengewoon opsporingsambtenaar Domein Generieke Opsporing) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde] en [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen: ‘Kankerlijers! Jullie zijn nog niet van mij af! Wacht maar totdat deze koelie vrij komt! Ik onthoud al jullie gezichten!’ en ‘Je bent niet meer veilig! Je gaat 40 kogels van mij in je borst krijgen! Je moet je familie alvast maar gedag gaan zeggen’ en ‘Ik onthoud je gezicht, als ik op Schiphol Plaza ben ga ik je neerschieten’;

2.hij op 27 april 2019 te Amsterdam, zich met geweld heeft verzet tegen ambtenaren, te weten [benadeelde], ambtenaar van politie Eenheid Amsterdam, en [verbalisant 1], surveillant van politie Eenheid Amsterdam, en [verbalisant 2], buitengewoon opsporingsambtenaar Domein Generieke Opsporing, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten als arrestantenverzorgers in het cellencomplex Zuidoost te Amsterdam, door zich meermalen met kracht los te rukken in de tegengestelde richting aan die waarin voornoemde ambtenaren verdachte trachtten te geleiden en met zijn armen en benen en zijn lichaam tegen te stribbelen en [benadeelde] meermalen tegen zijn onderarm te schoppen, terwijl dit misdrijf of de daarmee gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een schaafwond op de onderarm bij [benadeelde] ten gevolge heeft gehad.

Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Meermalen gepleegd.

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:

wederspannigheid, terwijl het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben.

Meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken. Bovendien heeft de advocaat-generaal naar voren gebracht dat het taakstrafverbod van toepassing is, nu aan de verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de door hem begane feiten, namelijk op 5 december 2018, wegens geweld tegen beroepsbeoefenaars een taakstraf is opgelegd en hij deze heeft verricht.

De raadsvrouw heeft verzocht in ieder geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht van drie arrestantenverzorgers. Verder heeft de verdachte zich met geweld verzet tegen deze arrestenverzorgers, waarbij één van hen letsel heeft bekomen. De verdachte heeft door aldus te handelen een inbreuk gemaakt op de (lichamelijke) integriteit van de slachtoffers, op agressieve wijze een voor hen intimiderende situatie in het leven geroepen en hen op grievende wijze bejegend. Deze feiten zijn des te kwalijker, omdat zij zijn gepleegd tegen ambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun taak. Het onacceptabele en respectloze gedrag van de verdachte getuigt van minachting voor het gezag en het publieke belang dat deze ambtenaren dienen.

Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 2 november 2020 is hij eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt. Overigens is het hof – anders dan de advocaat-generaal – van oordeel dat het taakstrafverbod niet van toepassing is, nu uit voornoemd uittreksel volgt dat aan de verdachte op 5 december 2018 een taakstraf is opgelegd wegens belediging van ambtenaren, hetgeen niet wordt aangemerkt als een soortgelijk misdrijf aan de bewezenverklaarde feiten, en aan hem overigens in de vijf jaren voorafgaand aan de door hem begane feiten geen andere taakstraf is opgelegd wegens een soortgelijk misdrijf.

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bekend dat hij de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd, heeft daarvoor zijn verantwoordelijkheid genomen en zijn spijt betuigd. De verdachte heeft een bipolaire stoornis en had ten tijde van deze feiten een drank- en drugsprobleem, waarna hij is opgenomen bij de instelling [instelling] in [plaats]. Inmiddels krijgt hij de juiste medicatie en daarnaast elke maand depotmedicatie. De verdachte heeft verklaard dat het beter met hem gaat. Hij woont op dit moment op zichzelf onder begeleiding van [instelling]. In aanvulling hierop heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat een zorgmachtiging is verleend. Zij heeft dit ter zitting in hoger beroep onderbouwd met stukken. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte op de goede weg is, dat hij alle hulp en steun krijgt die hij nodig heeft en dat het niet wenselijk is dat deze positieve ontwikkeling wordt doorkruist door een straf die meebrengt dat de verdachte gedetineerd raakt.

Het hof is van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten en in het licht van het strafblad van de verdachte, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. Gelet op de ter terechtzitting in hoger beroep besproken persoonlijke omstandigheden van de verdachte en om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen acht het hof – anders dan de politierechter – termen aanwezig om deze straf in voorwaardelijke vorm op te leggen.

Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 330,00 ter zake van immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.

De advocaat-generaal heeft gevorderd de vordering geheel toe te wijzen.

De raadsvrouw heeft verzocht de vordering te matigen.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden, nu hij lichamelijk letsel heeft opgelopen. Het hof zal de omvang van de immateriële schade naar maatstaven van billijkheid vaststellen op € 100,00. Hierbij is gelet op de toelichting die de benadeelde partij in het schade onderbouwingsformulier heeft gegeven en op de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters is toegekend.

Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 36f, 57, 63, 181 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.

Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van € 100,00 (honderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.

Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk voor het deel van de vordering dat niet wordt toegewezen.

Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd

[benadeelde], ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.

Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 2 (twee) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.

Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.

Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 27 april 2019.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Jurgens, mr. A.R.O. Mooy en mr. N.J.M. de Munnik, in tegenwoordigheid van

mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van

26 november 2020.

mr. M. Jurgens is buiten staat dit arrest te ondertekenen.

=========================================================================

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature