Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Mishandeling en bedreiging met zware mishandeling. Het beroep op noodweer ten aanzien van de mishandeling wordt verworpen. Het verweer dat de uitlating bezien in de context niet als bedreigend kan worden aangemerkt wordt ook verworpen.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-002937-18

datum uitspraak: 29 mei 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 augustus 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-810175-17 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1. primairhij op of omstreeks 25 augustus 2017 te Volendam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn levensgezel [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door:

- meerdere vuistslag(en)/klap(pen) op de slaap, tegen de mond en in het gezicht van die [slachtoffer] heeft gegeven en/of

- met twee handen de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en dichtgeknepen gehouden en/of

- die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgepakt en meegesleept en/of met het achterhoofd tegen de kamerdeur heeft geklapt/geduwd en/of

- die [slachtoffer] (met zijn) benen in een nekklem heeft genomen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

1. subsidiairhij op of omstreeks 25 augustus 2017 te Volendam, althans in Nederland, zijn levensgezel [slachtoffer] heeft mishandeld door:

- meerdere vuistslagen/klappen op de slaap, tegen de mond en in het gezicht van die [slachtoffer] te geven en/of

- met twee handen de keel van die [slachtoffer] dicht te knijpen en/of dichtgeknepen te houden en/of

- die [slachtoffer] bij haar haren vast te pakken en mee te slepen en/of met het achterhoofd tegen de kamerdeur te klappen/duwen en/of

- die [slachtoffer] (met zijn benen) in een nekklem te nemen;

2.hij in of omstreeks de periode van 23 tot en met 25 augustus 2017 te Amsterdam en Volendam, althans in Nederland [slachtoffer] meermalen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (via WhatsApp) tegen die [slachtoffer] te zeggen:

* 'ik ga je echt knuppelen he' (pag. 100)

* 'waar ik je al helemaal voor kan vermoorden is dat je me voor de gek houd' (pag. 101)

* 'als je dat doe je, terwijl je nog niet alles weet, wollah op de Koran dan zit ik morgen vast doordat ik iets net je heb gedaan' (pag. 106)

* 'je wil toch dood. Laat mij het dan doen bij je' (pag. 117)

* 'ik kan je echt wurgen serieus' (pag. 119)

* als je kinderen van mij had lag je nu onder de grond' (pag. 123)

- ( de punt van) een mes tegen de buik van die [slachtoffer] te houden en te zeggen: 'ik ga dit mes in je buik steken' en/of

- een glas bij haar gezicht te houden en te zeggen: 'als jij je bek niet houdt, dan ga ik je verminken.'

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewijsoverwegingen

Ten aanzien van feit 1

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld voor de onder 1 primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Ten aanzien van de primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling heeft de raadsman betoogd dat de verdachte geen opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde mishandeling is bepleit dat de verdachte een beroep op noodweer toekomt, omdat de aangeefster hem met een groot mes heeft bedreigd en de verdachte zich heeft moeten verdedigen.

Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast:

De aangeefster [slachtoffer] en de verdachte hadden ten tijde van het tenlastegelegde een relatie met elkaar. Zij waren op 25 augustus 2017 met elkaar in de woning van de zus van de verdachte in Volendam. De verdachte werd boos nadat hij de telefoon van de aangeefster controleerde en zij kregen daarover ruzie. De verdachte heeft de aangeefster tijdens de ruzie in het gezicht geslagen, haar keel vastgepakt en haar met haar achterhoofd tegen de kamerdeur geklapt. De verdachte heeft de aangeefster ook aan haar haren vastgepakt. De aangeefster is via het balkon uit de woning gevlucht.

De forensisch geneeskundige stelt kort na het incident vast dat de aangeefster op haar voorhoofd een zwelling heeft, dat zij twee tanden door haar lip heeft en dat zij op haar achterhoofd links en rechts zwellingen heeft. Verbalisant [verbalisant] heeft kort na de mishandeling gezien dat het slachtoffer met haar vingers door haar haren woelde, waarna haar handen vol zaten met losse haren.

Het hof is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de aangeefster met een mes heeft bedreigd. Nu uit de overige handelingen en het ontstane letsel bij de aangeefster onvoldoende blijkt dat de verdachte de opzet had en ook niet de aanmerkelijke kans heeft aanvaard de aangeefster zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, zal hij van het onder 1 primair tenlastegelegde worden vrijgesproken.

Het hof acht, gelet op bovenstaande feitenvaststelling, evenmin de omstandigheid die de verdediging aan het noodweerverweer ten grondslag heeft gelegd, namelijk dat de verdachte door aangeefster met een mes is bedreigd, aannemelijk geworden. Het beroep op noodweer ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde wordt dan ook verworpen.

Op basis van hetgeen hiervoor is overwogen is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.

Ten aanzien van feit 2

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 2 tenlastegelegde bedreiging.

Daartoe is aangevoerd dat de uitlatingen – bezien in de context van de relatie tussen de verdachte en de aangeefster en hoe zij daarin met elkaar omgingen – niet als bedreigend kunnen worden aangemerkt.

Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast:

Op 26 augustus 2017 heeft de aangeefster aangifte gedaan van bedreiging. De verdachte stuurde haar via de telefoon bedreigende WhatsApp berichten.

Op 23 augustus 2017 vond in Nederland tussen de verdachte (‘[verdachte]’) en de aangeefster een WhatsApp gesprek plaats. De verdachte stuurde in dat gesprek een bericht naar de aangeefster met ‘ik ga je echt knuppelen he.’ In het bericht daaraan voorafgaand heeft de verdachte geappt dat hij haar eerder heeft mishandeld. De verdachte dwong de aangeefster verantwoording af te leggen over waar zij was geweest en met wie, zei dat zij daar nog niet op heeft geantwoord en dat hij dat uit haar moet slaan.

Het hof is van oordeel dat de in genoemde WhatsApp bericht gebezigde woorden “ik ga je echt knuppelen he” bezien in de context van het bovenstaande in zijn algemeenheid bedreigend zijn. Uit het feit dat de aangeefster aangifte van bedreiging heeft gedaan concludeert het hof dat zij de woorden ook als bedreigend heeft ervaren. De stelling van de verdediging, dat de woorden bezien in de context van de relatie tussen de verdachte en de aangeefster en hoe zij daarin met elkaar omgingen niet bedreigend zouden zijn, acht het hof in het licht van de aangifte van aangeefster niet aannemelijk. Te minder daar de verdachte korte tijd na het WhatsApp bericht de aangeefster daadwerkelijk heeft mishandeld.

Met de politierechter en anders dan de advocaat-generaal merkt het hof de overige ten laste gelegde uitlatingen niet aan als bedreigingen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1. subsidiairhij op 25 augustus 2017 te Volendam [slachtoffer] heeft mishandeld door:

- vuistslagen/klappen in het gezicht van die [slachtoffer] te geven en

- met twee handen de keel van die [slachtoffer] dicht te knijpen en

- die [slachtoffer] bij haar haren vast te pakken en met het achterhoofd tegen de kamerdeur te klappen;

2.hij in de periode van 23 tot en met 25 augustus 2017 in Nederland [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, door (via What's app) tegen die [slachtoffer] te zeggen: 'Ik ga je echt knuppelen he.'

Hetgeen onder 1 subsidiair en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Voor wat betreft het door de verdediging gevoerde noodweerverweer verwijst het hof naar hetgeen hiervoor bij de bewijsoverweging is overwogen.

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde levert op:

mishandeling.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:

bedreiging met zware mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 80 dagen waarvan 76 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 80 uur.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met het eigen aandeel van de aangeefster in het conflict, met het tijdsverloop van de zaak en met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De raadsman heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de voorwaardelijk opgelegde straf geen toegevoegde waarde meer heeft, omdat de verdachte reeds een lange schorsingsperiode heeft doorlopen en de daaraan verbonden bijzondere voorwaarde van gedragsinterventie succesvol heeft afgerond. Daarbij is van belang dat de verdachte en aangeefster sinds een jaar weer een stel zijn.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan huiselijk geweld. Hij heeft zijn vriendin in het gezicht geslagen, bij de keel vastgepakt, bij de haren vastgepakt en heeft haar achterhoofd tegen de kastdeur geklapt. Zij heeft hierdoor een zwelling op haar voorhoofd, twee zwellingen op haar achterhoofd en twee tanden door haar lip. De verdachte heeft daarmee een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit en op deze manier een onveilige situatie voor haar gecreëerd.

Daarbij heeft hij haar twee dagen voorafgaand aan de mishandeling bedreigd met zware mishandeling in een WhatsApp gesprek, waarbij hij haar veelvuldig heeft uitgescholden en heeft gedwongen verantwoordelijkheid af te leggen over waar zij is geweest en met wie.

Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 30 april 2020 is hij eerder voor mishandeling (van een levensgezel) en bedreiging onherroepelijk veroordeeld.

Gezien deze recidive zal het hof een aanzienlijke voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Het hof beoogt hiermee te voorkomen dat de verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan strafbare feiten. Het hof zal daaraan geen bijzondere voorwaarde verbinden, nu de verdachte succesvol een gedragsinterventie heeft afgerond.

Gelet op de ernst van de feiten is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een deels onvoorwaardelijke en voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf.

Daarbij acht het hof het niet wenselijk dat een gevangenisstraf wordt opgelegd die uitstijgt boven de reeds ondergane voorlopige hechtenis. De verdachte heeft sinds september 2018 een vaste baan en heeft weer een relatie met zijn vriendin. Om die reden zal het hof naast het voorwaardelijke strafdeel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan het voorarrest.

In hetgeen de raadsman heeft aangevoerd omtrent het eigen aandeel van aangeefster in het conflict en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof geen aanleiding voor strafvermindering. Wel heeft het hof ten voordele van de verdachte rekening gehouden met het tijdsverloop van de zaak.

Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 80 dagen waarvan 76 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 60 uur van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 80 (tachtig) dagen.

Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 76 (zesenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. J.H.C. van Ginhoven en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2020.

mr. H.A. van Eijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen

=========================================================================

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature