Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Invoer cocaïne. Opzetverweer verworpen. Verweer psychische overmacht verworpen. Deels voorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-004455-19

datum uitspraak: 23 juni 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-271320-19 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,

verblijfsadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juni 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

zij op of omstreeks 13 november 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een ander oordeel over het bewijs en een andere strafoplegging komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde, voor zover dit ziet op de invoer van cocaïne in de rugtas. Hij heeft daartoe, kort gezegd, aangevoerd dat de verdachte geen weet had van de cocaïne in haar rugtas en uit haar verklaring niet kan worden afgeleid dat zij voorwaardelijk opzet heeft gehad op de invoer hiervan. Gelet op het geringe gewicht van de cocaïne in de stevige rugtas had zij dit ook niet hoeven voelen, aldus de raadsman.

Het hof overweegt als volgt.

Het hof neemt als uitgangspunt dat een persoon die bij een (vlieg)reis bagage met zich voert, bekend is met de inhoud daarvan, behoudens bijzondere omstandigheden. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn niet aannemelijk geworden. Het hof acht het uiterst onwaarschijnlijk dat, zoals gesuggereerd is door en namens de verdachte, een ander buiten haar medeweten in de schouderbanden van haar rugtas – die de verdachte naar eigen zeggen voor schooldoeleinden had gekocht, maar daarvoor nooit had gebruikt en deze alleen bij de vliegreis naar Nederland bij zich had – hetzij vóór de aankoop van de rugtas in een reguliere winkel hetzij nadien cocaïne heeft verstopt. Het hof betrekt daarbij de (waarschijnlijk) niet geringe waarde van de in de rugtas aangetroffen cocaïne die door drugssmokkelaars niet zomaar aan onbekenden wordt meegegeven en het feit dat de verdachte geen enkel aanknopingspunt heeft gegeven voor de persoon die dat zou hebben gedaan noch de wijze waarop dat zou zijn gebeurd, terwijl de rugtas zich al die tijd (tot haar vertrek naar Nederland) in de woning van de verdachte zou hebben bevonden. Gelet op het voorgaande stelt het hof de lezing van de verdachte als ongeloofwaardig terzijde.

Het hof acht daarom, anders dan de rechtbank en de raadsman en met de advocaat-generaal, ook het opzet van de verdachte op de invoer van de cocaïne in de rugtas bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

zij op 13 november 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne.

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezenverklaarde levert op:

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

Voor zover de verdachte heeft bedoeld een beroep te doen op psychische overmacht ten aanzien van de invoer van de duwersbol met cocaïne, omdat een onbekende man haar in het vliegtuig (dreigend) hierom zou hebben verzocht, is het hof van oordeel dat dit niet slaagt. Het hof overweegt daarbij dat het de door de verdachte geschetste toedracht volstrekt onaannemelijk acht. Maar zelfs als wordt aangenomen dat dit voorval wel heeft plaatsgevonden, levert een dergelijk verzoek van een onbekende – aan welk verzoek de verdachte naar eigen zeggen aanvankelijk simpelweg heeft geweigerd gehoor te geven – onder de geschetste omstandigheden niet een van buiten komende drang op waaraan de verdachte redelijkerwijs geen weerstand had kunnen en hoeven bieden.

Nu ook overigens geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, is de verdachte strafbaar.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde duwersbol bevattende cocaïne veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van voorarrest.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de tenlastegelegde invoer van de cocaïne in de duwersbol en de rugtas zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk invoeren van cocaïne van totaal ongeveer 509 gram. De ingevoerde hoeveelheid was van dien aard dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van harddrugs en de handel daarin gaan gepaard met allerlei soorten van gebruikerscriminaliteit en vormen – gelet op de schadelijkheid voor personen – een bedreiging voor de volksgezondheid.

Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 mei 2020 is zij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.

Het hof heeft gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden uitgesproken en die hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor de invoer van hoeveelheden harddrugs van 500 tot 1.000 gram wordt daarin een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes tot acht maanden genoemd.

Het hof overweegt dat ook in deze zaak, gelet op de ernst van het feit, geen andere straf kan worden opgelegd dan een gevangenisstraf. Het hof acht een gevangenisstaf van zes maanden passend.

In hetgeen door en namens de verdachte ter terechtzitting ten aanzien van haar persoonlijke omstandigheden is aangevoerd, in het bijzonder de begeleiding van het Leger des Heils die zij met beide handen heeft aangegrepen voor het opbouwen van een stabiele leefsituatie en haar motivatie haar leven een andere wending te geven, ziet het hof aanleiding een gedeelte van de straf in voorwaardelijke vorm op te leggen. Daarmede wordt tevens beoogd de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw een strafbaar feit te plegen.

Het hof acht, alles afwegende, een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.

Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. F.M.D. Aardema en mr. B. van der Werf, in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 juni 2020.

mr. B. van der Werf is buiten staat dit arrest te ondertekenen.

=========================================================================

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature