U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Strafmaatverweer t.a.v. toepassing oriëntatiepunten rechtbank Amsterdam m.b.t. wapenbezit.

Het hof stelt voorop dat oriëntatiepunten ten behoeve van straftoemeting, of die nu landelijk of lokaal zijn, geen ‘recht’ zijn in de zin van artikel 79 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie , reeds omdat de bedoelde ori ëntatiepunten niet afkomstig zijn van een instantie die de bevoegdheid heeft rechters te binden wat betreft het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte (Hoge Raad 3 december 2002, ECLI:NL:HR:2011:AE8838). Dat de Amsterdamse oriëntatiepunten ten tijde van het begaan van het feit nog niet waren gepubliceerd staat overigens aan de toepassing ervan niet in de weg. De regel dat geen hogere straf wordt opgelegd dan gold ten tijde van het begaan van het feit heeft uitsluitend betrekking op de maximum straf die kan worden opgelegd.

Het hof onderkent de omstandigheden die ten grondslag liggen aan de oriëntatiepunten van de rechtbank Amsterdam en aan de straftoemeting door die rechtbank in zaken als de onderhavige. Het zal zaken waarin de rechtbank de eigen oriëntatiepunten heeft toegepast zorgvuldig beoordelen en elke casus op zichzelf beschouwen op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-003365-19

datum uitspraak: 28 januari 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 september 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-730025-19 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,

adres: [adres] Amsterdam.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 januari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.Hij op of omstreeks 26 juni 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen en/of munitie van categorie II en/of III, te weten

- een busje pepperspray (merk Walther) en/of

- een pistool (merk Walther, model PPK, kaliber 7.65mm) en/of

- een patroonmagazijn en/of

- een of meer (dertien) volmantel rondneus patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of

- een of meer (twee) patro(o)n(en) (kaliber 6.35mm) en/of

- een patroon (kaliber 9x17mm) en/of

- een of meer (zeven) patro(o)n(en) (kaliber 9x19mm) en/of

- een patroon (kaliber 7.65x25mm) en/of

- een patroon (kaliber 5.56x45mm) en/of

- een patroon (kaliber 7.62x39mm) en/of

- een patroon (kaliber 7.52x51mm)

zijnde (telkens) een wapen en/of munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft gehad;

2.Hij op of omstreeks 26 juni 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie I onder 7°, te weten

- een gasdrukwapen (airsoftwapen), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, namelijk een semi-automatisch pistoolmitrailleur (merk Heckler & Koch, model MP5K) en/of

- een gasdrukwapen (airsoftwapen), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, namelijk een vuurwapen (merk Colt, model Defender),

in elk geval een of meer wapen(s) van categorie I onder 7° voorhanden heeft gehad;

3.hij op of omstreeks 26 juni 2019 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 23 MDMA pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd om proceseconomische redenen, nu het hof weliswaar tot dezelfde bewezenverklaring komt als de rechtbank, maar de kwalificatie een kleine aanvulling behoeft en het hof tot een andere strafoplegging en strafmotivering komt, zodat het (partieel) bevestigen van het vonnis een te weinig overzichtelijk samenstel aan beslissingen en motiveringen oplevert.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 26 juni 2019 te Amsterdam wapens en munitie van categorie II of III, te weten

- een busje pepperspray (merk Walther) en

- een pistool (merk Walther, model PPK, kaliber 7.65mm) en

- een patroonmagazijn en

- acht volmantel rondneus patronen (kaliber 7.65mm) en

- twee patronen (kaliber 6.35mm) en

- een patroon (kaliber 9x17mm) en

- zeven patronen (kaliber 9x19mm) en

- een patroon (kaliber 7.62x25mm) en

- een patroon (kaliber 5.56x45mm) en

- een patroon (kaliber 7.62x39mm) en

- een patroon (kaliber 7.52x51mm)

voorhanden heeft gehad;

2.hij op 26 juni 2019 te Amsterdam wapens van categorie I onder 7°, te weten

- een gasdrukwapen (airsoftwapen), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, namelijk een semi-automatisch pistoolmitrailleur (merk Heckler & Koch, model MP5K) en

- een gasdrukwapen (airsoftwapen), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, namelijk een vuurwapen (merk Colt, model Defender),

voorhanden heeft gehad;

3.hij op 26 juni 2019 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 23 MDMA pillen.

Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Nadere motivering

Onder 1 is onder meer het voorhanden hebben van een patroon (kaliber 7.65x25mm) ten laste gelegd.

Bij de inbeslaggenomen voorwerpen staat echter geen patroon van voormeld kaliber genoemd, maar wel een patroon van kaliber 7.62x25mm. In navolging van de rechtbank gaat het hof uit van een kennelijke verschrijving in de tenlastelegging en heeft daarom het voorhanden hebben van een patroon van laatstgenoemd kaliber bewezen geacht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie , meermalen gepleegd.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:

handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie , meermalen gepleegd.

Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde onder verwijzing naar de zogenoemde Amsterdamse oriëntatiepunten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

De raadsman heeft het hof verzocht om voor alle feiten samen in ieder geval geen hogere gevangenisstraf op te leggen dan een gevangenisstraf van vier maanden en af te zien van het opleggen van een geldboete. Hij heeft het hof verzocht om rekening te houden met de landelijke oriëntatiepunten en niet met de oriëntatiepunten van de rechtbank Amsterdam voor verboden wapenbezit, nu toepassing daarvan zou leiden tot rechtsongelijkheid.

Het hof stelt voorop dat oriëntatiepunten ten behoeve van straftoemeting, of die nu landelijk of lokaal zijn, geen ‘recht’ zijn in de zin van artikel 79 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie , reeds omdat de bedoelde ori ëntatiepunten niet afkomstig zijn van een instantie die de bevoegdheid heeft rechters te binden wat betreft het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte (Hoge Raad

3 december 2002, ECLI:NL:HR:2011:AE8838). Dat de Amsterdamse oriëntatiepunten ten tijde van het begaan van het feit nog niet waren gepubliceerd staat overigens aan de toepassing ervan niet in de weg. De regel dat geen hogere straf wordt opgelegd dan gold ten tijde van het begaan van het feit heeft uitsluitend betrekking op de maximum straf die kan worden opgelegd.

Het hof onderkent de omstandigheden die ten grondslag liggen aan de oriëntatiepunten van de rechtbank Amsterdam en aan de straftoemeting door die rechtbank in zaken als de onderhavige. Het zal zaken waarin de rechtbank de eigen oriëntatiepunten heeft toegepast zorgvuldig beoordelen en elke casus op zichzelf beschouwen op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.

Het hof heeft in dit geval in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

In de woning van de verdachte is een vuurwapen met verschillende patronen aangetroffen. Een vuurwapen vormt in handen van een daartoe niet bevoegde een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. Tegen onbevoegd wapenbezit dient daarom krachtig te worden opgetreden. Het groot aantal slachtoffers van vuurwapengeweld en de (mede) daardoor veroorzaakte gevoelens van onveiligheid in de samenleving onderstrepen de noodzaak hiervan. Verdachte heeft daarnaast ook pepperspray en twee op vuurwapens gelijkende gasdrukwapens voorhanden gehad en zijn er

23 MDMA-pillen in zijn woning aangetroffen.

Verder heeft het hof gelet op de persoon van de verdachte. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 december 2019 is hij eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk veroordeeld, maar dat is voor het grootste deel lang geleden en die veroordelingen betreffen geen soortgelijke delicten als in de onderhavige zaak.

In verband met de beperkte financiële draagkracht van de verdachte wordt oplegging van een geldboete niet opportuun geacht. Alles afwegende en met name gelet op het samenstel van overtredingen van de Wet wapens en munitie, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden passend en geboden.

Oplegging maatregel onttrekking aan het verkeer

De hierna te noemen in beslag genomen voorwerpen, die nog niet zijn teruggegeven, behoren aan de verdachte toe. Zij zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de onder 1, 2 en 3 begane misdrijven aangetroffen. Zij worden door het hof beschouwd als een gezamenlijkheid van voorwerpen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien de gezamenlijkheid van voorwerpen van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en/of de wet en zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet .

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:

1) 1.00 STK Pistool WALTHER 5770012;

2) 1.00 STK Patroon SELLIER & BELLO 5770016;

3) 2.00 STK Patroon 5770020;

4) 1.00 STK Patroon 5770023;

5) 1.00 STK Patroon 5770025;

6) 1.00 STK Pistool COLT 5770029;

7) 1.00 STK Gasmiddel WALTHER 5770031;

8) 1.00 STK Mitrailleur HECKLER& KOCH 5770032;

9) 1.00 STK Patroonhouder HECKLER & KOCH 5770033;

13) 1.00 STK Zaktelefoon BQ 5770198;

14) 1.00 STK Doos 5770462;

15) 1.00 STK Tas 5770464;

16) 1.00 STK Munitie 5770774;

17) 1.00 STK Borstel 5770824;

18) 1.00 STK Gasmiddel LACHGASPATRONEN 5770841;

19) 1.00 STK Masker 5770844;

20) 1.00 STK Munitie 5770846.

Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:

10) 1.00 STK Zaktelefoon BEE ZANCO 5770193;

11) 1.00 STK Zaktelefoon BEE ZANCO 5770195;

12) 1.00 STK Zaktelefoon IPHONE 5770194.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. J.W.H.G. Loyson en mr. M.J.A. Plaisier, in tegenwoordigheid van

mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van

28 januari 2020.

=========================================================================

[…]

.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature