Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.250.910/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 20 februari 2019
inzake
de vennootschap naar het recht van Luxemburg
LED LIGHTING S.À.R.L.,
gevestigd te Luxemburg,
VERZOEKSTER,
advocaten: mr. R.J.W. Analbers en mr. M.H.B.J. Harbers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NORDEONGROUP B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NORDEONGROUP HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STANDARD INVESTMENT MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. D.J.F.F.M. Duynstee en mr. C.C.M. de Smet, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR NORDEONGROUP,
gevestigd te Eindhoven,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. L. Bakers, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de vennootschap naar het recht van Luxemburg
SUSTAINABLE GROWTH MANAGEMENT GP S.À.R.L.,
gevestigd te Luxemburg,
5. de vennootschap naar het recht van Luxemburg,
SUSTAINABLE GROWTH FUND SCSP, SICAV-SIF,
gevestigd te Luxemburg,
6. de vennootschap naar het recht van Guernsey,
PROJECT LIGHTING LIMITED,
gevestigd te Guernsey,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. R.J.W. Analbers en mr. M.H.B.J. Harbers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
e n t e g e n
7. de besloten vennootschap
[A] ,
gevestigd te [....] ,
8. [B],
wonende te [....] ,
9. [C],
wonende te [....] ,
10. [D],
wonende te [....] ,
11. [E],
wonende te [....] ,
12. [F] ,
wonende te [....] ,
13. [G],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
verschenen in persoon.
1 Het verloop van het geding
1.1
Verzoekster, verweerster en belanghebbende sub 3 worden hierna respectievelijk aangeduid als LED, Nordeon en STAK.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikking in deze zaak van 21 december 2018.
1.3
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover van belang –, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, alle commissarissen van Nordeon geschorst met benoeming van J. Leopold (hierna: Leopold) tot tijdelijk commissaris. Voorts heeft de Ondernemingskamer bepaald dat, desgewenst door een van partijen dan wel de door de Ondernemingskamer benoemde commissaris, de behandeling van de zaak wordt voortgezet op 31 januari 2019.
1.4
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 januari 2019 heeft mr. De Smet, in verband met een tussen partijen tot stand gekomen minnelijke regeling, bericht dat alle partijen de zaak wensen en te trekken en derhalve hun respectievelijke verzoeken intrekken alsmede dat iedere partij haar eigen proceskosten zal dragen.
1.5
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 januari 2019 heeft mr. Analbers namens LED het gezamenlijke verzoek tot intrekking van de procedure, zoals verwoord door mr. De Smet, bevestigd.
1.6
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 januari 2019 heeft mr. Bakers namens STAK bevestigd dat zij instemt met het verzoek tot intrekking van de procedure.
1.7
Desgevraagd door de secretaris van de Ondernemingskamer heeft Leopold, op 11 februari 2019, bevestigd dat een minnelijke regeling tot stand is gekomen alsmede, op 19 februari 2019, dat zijn honorarium is voldaan.
2 De gronden van de beslissing
Nu partijen een regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot – zo verstaat de Ondernemingskamer – beëindiging van de getroffen onmiddellijke voorziening, onder gelijktijdige intrekking van de verzoeken tot het bevelen van een onderzoek, en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij de bij de beschikking van 21 december 2018 getroffen onmiddellijke voorziening zal beëindigen, een en ander met ingang van heden. Nu de verzoeken tot het gelasten van een onderzoek zijn ingetrokken behoeven deze verzoeken geen verdere behandeling en beslissing.
3 De beslissing
De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 21 december 2018 getroffen onmiddellijke voorziening;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema, prof. drs. E. Eeftink RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2019.