U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Opzetheling fiets. Belediging ambtenaar, meermalen gepleegd. Vrijspraak openlijke geweldpleging en mishandeling.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-002703-17

datum uitspraak: 7 juni 2019

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-701152-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 mei 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte vrijgesproken van hetgeen hem onder 1 is ten laste gelegd. De verdachte heeft onbeperkt hoger beroep ingesteld en dit is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak.

Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak van feit 1.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover nog inhoudelijk aan de orde, ten laste gelegd dat:

2. primairhij op of omstreeks 02 januari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het Leidseplein, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval een of meerdere perso(o)n(en), welk geweld bestond uit het éénmaal of meermalen

- slaan/stompen van [slachtoffer 1] in/op/tegen het oog, in elk geval het gezicht en/of

- slaan/stompen van [slachtoffer 2] in/op/tegen de neus, in elk geval het gezicht en/of

- schoppen/trappen van [slachtoffer 2] in/op/tegen het lichaam, terwijl [slachtoffer 2] op de grond lag;

2. subsidiairhij op of omstreeks 02 januari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval een of meerdere perso(o)n(en), heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het éénmaal of meermalen

- slaan/stompen van [slachtoffer 1] in het gezicht en/of

- slaan/stompen van [slachtoffer 2] in het gezicht en/of

- schoppen/trappen van [slachtoffer 2] tegen het lichaam;

3. primairhij in of omstreeks de periode van 5 maart 2016 tot en met 6 maart 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, waarbij hij, verdachte, zich de toegang tot die/dat weg te nemen fiets heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking van een of meer sloten van die fiets;

3. subsidiairhij op of omstreeks 9 maart 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een fiets heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

4.hij op of omstreeks 09 januari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, [verbalisant 1] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 2] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 3] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en/of [verbalisant 4] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar een of meermalen de woorden toe te voegen: "je bent een vuile kankerhoer" en/of "jullie zijn flikkers. Motherfuckers, dat zijn jullie. Vuile flikkers. Ik haat de politie" en/of "jullie zijn kankerhoeren, jij bent een kankerhoer. Jullie zijn bitches, jullie zijn zielig" en/of "jullie zijn kankerlijers, jullie zijn homo's", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak feit 2 primair en subsidiair

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting bepleit dat de verdachte van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte enige geweldshandeling heeft verricht of anderszins een bijdrage aan het geweld heeft geleverd. Zij heeft in dit verband verzocht het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] niet mee te nemen in de beoordeling, omdat hij mogelijk twee personen door elkaar heeft gehaald. De verdachte heeft enkel de tas voor de voeten van [slachtoffer 1] gegooid. Dat kan niet als een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld worden aangemerkt, aldus de raadsvrouw.

Het hof overweegt als volgt.

Uit de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] blijkt niet dat de verdachte enige concrete geweldshandeling heeft verricht en uit verklaringen van andere getuigen kan dit evenmin worden afgeleid.

Daarbij geldt dat de waarnemingen van politieambtenaar [verbalisant 5], gedaan in het donker en in een hectische situatie, omtrent de handelingen van iemand die hij zou hebben herkend als de verdachte, zozeer afwijken van hetgeen overigens uit het dossier blijkt, dat hieraan in het kader van de bewijsbeslissing wordt voorbijgegaan.

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt evenmin dat de verdachte op andere wijze een significante bijdrage heeft geleverd aan het openlijke geweld/ de mishandelingen op het Leidseplein. Het gooien van een rugtas voor de voeten van aangever [slachtoffer 1] en het roepen van “boem” kan niet als zodanig worden aangemerkt. Dit vormde weliswaar de aanleiding voor de vechtpartij, maar was geen bijdrage daaraan.

Gelet op het voorgaande zal het hof de verdachte vrijspreken van het hem onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

3. subsidiairhij op 9 maart 2016 te Amsterdam een fiets voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 4. hij op 9 januari 2017 te Amsterdam, opzettelijk een ambtenaar, [verbalisant 1] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant 2] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant 3] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant 4] (hoofdagent van de politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "je bent een vuile kankerhoer" en/of "jullie zijn flikkers. Motherfuckers, dat zijn jullie. Vuile flikkers. Ik haat de politie" en/of "jullie zijn kankerhoeren, jij bent een kankerhoer. Jullie zijn bitches, jullie zijn zielig" en/of "jullie zijn kankerlijers, jullie zijn homo's".

Hetgeen onder 3 subsidiair en 4 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 3 subsidiair en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 3 subsidiair bewezen verklaarde levert op:

opzetheling.

Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:

eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 3 subsidiair en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 2 primair, 3 subsidiair en 4 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 61 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een gedragsinterventie, een behandelverplichting (ambulante behandeling) en de verplichting om mee te werken aan een opleidings-/werktraject bij een instelling zoals WPI of een soortgelijke instantie, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 primair, 3 subsidiair en 4 ten laste gelegde tot dezelfde straffen zal worden veroordeeld.

De raadsvrouw heeft verzocht voor het onder 3 subsidiair en 4 ten laste gelegde een taakstraf, al dan niet in voorwaardelijke vorm, op te leggen.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een gestolen fiets. Hiermee heeft hij geprofiteerd van een door een ander gepleegd misdrijf en zich onverschillig betoond voor het eigendomsrecht van de oorspronkelijke eigenaar van de fiets. Heling bevordert het plegen van vermogensdelicten omdat hierdoor voor de daders van die delicten een afzetmogelijkheid ontstaat voor de als gevolg van hun misdrijven verkregen goederen.

Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie. De verdachte heeft hiermee niet alleen deze politieambtenaren in hun eer en goede naam aangetast, maar hen tevens op nare wijze volkomen respectloos behandeld terwijl zij alleen maar hun werk deden.

Met de raadsvrouw acht het hof, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 59,35, te vermeerderen met wettelijke rente. De benadeelde partij geeft hierop als toelichting dat zijn ketting- en ringslot zijn doorgeslepen en verwijderd. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.

De benadeelde partij zal in zijn vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte is vrijgesproken van de onder 3 primair ten laste gelegde diefstal van de fiets.

Niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de onder 3 subsidiair bewezen verklaarde opzetheling. Nader onderzoek hiernaar zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 57, 63, 266, 267 en 416 van het Wetboek van Strafrecht .

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 ten laste gelegde.

Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair en 4 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 3 subsidiair en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. F.M.D. Aardema en mr. M.M. van der Nat, in tegenwoordigheid van mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 juni 2019.

mr. M.M. van der Nat is buiten staat dit arrest te ondertekenen.

=========================================================================

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature