U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek opheffing uitleveringsdetentie niet-ontvankelijk.

Uitspraak



GERECHTSHOF AMSTERDAM,

MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER

BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van

[opgeeiste persoon],

geboren te [geboorteplaats] (New Jersey, Verenigde Staten) op [geboortedag] 1965,

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,

thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,

tegen de beschikking van de internationale rechtshulpkamer in de rechtbank Amsterdam van

18 oktober 2019, houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van

21 oktober 2019, waarbij namens de opgeëiste persoon hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.

Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon en heeft gehoord de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door diens raadsman S. Römer.

De beoordeling

Artikel 56, eerste lid, van de Uitleveringswet bepaalt dat in de daargenoemde gevallen kan worden bevolen dat de vrijheidsbeneming voorwaardelijk wordt opgeschort of geschorst totdat de uitlevering is toegestaan. Het tweede lid van dit artikel verklaart, voor zover hier van belang, het gestelde in artikel 87 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing. Het hof leest deze artikelen in onderling verband bezien aldus dat er een mogelijkheid van hoger beroep bestaat tegen een afwijzing of toewijzing van een beslissing tot schorsing of opschorting van de uitleveringsdetentie. De mogelijkheid van hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de uitleveringsdetentie geeft de wet niet.

Het vorenstaande betekent dat de opgeëiste persoon niet in het door hem ingestelde hoger beroep kan worden ontvangen. Het hof zal dienovereenkomstig beslissen.

De beslissing

Het hof:

VERKLAART de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.

Deze beschikking is gegeven op 13 november 2019 in raadkamer van dit hof door

mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,

mrs. M.J.G.B. Heutink en M. Iedema, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. L. van Dijk als griffier.

De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de opgeëiste persoon.

Amsterdam, 13 november 2019,

de advocaat-generaal


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature