Uitspraak
13/165082-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 juli 2019, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
De feiten en de rechtsgang
Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
24 juli 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. A. Baadoudi, waarnemend voor mr. J.K. Gaasbeek.
De beoordeling
Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, ook wat betreft de afwijzing van het schorsingsverzoek.
Naar het zich thans laat aanzien zal tegen de verdachte oplegging van de ISD-maatregel worden gevorderd en mogelijk ook worden toegewezen. In die omstandigheden is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich niet voordoet.
Het hof is met de verdediging van oordeel dat het van belang is dat de reclassering ook grondig kijkt naar andere mogelijkheden voor behandeling van de verdachte dan in het kader van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. Mocht de reclassering dergelijke mogelijkheden zien, dan kan op dat moment gekeken worden of en zo ja, op welke manier een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis vorm zou kunnen krijgen. Om die reden ziet het hof op dit moment geen reden de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken.
13/165082-19
De beslissing
Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 28 augustus 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. R.D. van Heffen en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 28 augustus 2019,
de advocaat-generaal