Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Huisvredebreuk en het beschadigen van een goed.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-002599-18

datum uitspraak: 9 juli 2019

TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het

vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 juli 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-089445-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,

postadres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 juni 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.hij op of omstreeks 7 mei 2018 te Haarlem in de woning, het besloten lokaal en/of het erf, een woning gelegen aan de [adres 2] bij een ander, te weten bij [slachtoffer], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;

2.hij op of omstreeks 7 mei 2018 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk een raam, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft ter terechtzitting bepleit dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten 1 en 2 moet worden vrijgesproken. Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman betoogd dat weliswaar op grond van artikel 138, tweede lid, Wetboek van Strafrecht (Sr) bij het zich in de nacht verschaffen van toegang sprake is van binnendringen, maar dat tegenbewijs mogelijk is. De aangever heeft verklaard dat hij doodsbang was, maar hij heeft nooit tegen de verdachte gezegd dat deze weg moest gaan en hij heeft de verdachte zelfs water en ibuprofen gegeven. De verdachte was niet bekend met de emotie van de aangever.

Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman betoogd, dat het raam al kapot was toen de verdachte bij de woning kwam. Met het in de tuin van de woning gevonden fleecevest is niets in het onderzoek gedaan. Dit vest is niet van de verdachte en toont aan dat iemand anders in de buurt van het raam is geweest die nacht, zodat aannemelijk is dat een ander dan de verdachte het raam van de woning van aangever heeft vernield.

Het hof overweegt als volgt.

Uit de bewijsmiddelen volgt dat de aangever [slachtoffer] op 7 mei 2018 rond 05.30 uur wakker werd van kabaal achter bij zijn woning in Haarlem, waarna hij is gaan kijken. Hij zag dat een voor hem onbekende man via het keukenraam zijn woning binnenkwam, naar de woonkamer liep, op de bank ging zitten en om water vroeg. [slachtoffer] stond aan de grond genageld en was doodsbang. [slachtoffer] wilde de man niet boos maken en gaf hem water en ibuprofen, waarna de man, de verdachte [verdachte], de woning verliet. De politie ontving rond 05.48 uur een melding van het incident en hield de verdachte na een korte achtervolging aan. Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat het achterraam van de woning van de aangever is geforceerd.

Het hof leidt uit het voorgaande af dat de verdachte op een nachtelijk tijdstip door middel van braak en/of inklimming de woning van [slachtoffer] is binnengekomen. Ingevolge artikel 138, tweede lid, Sr , wordt de verdachte onder die omstandigheden geacht te zijn binnengedrongen. Evident is dat de verdachte op deze manier tegen de onmiskenbare wil van [slachtoffer] de woning is binnengedrongen. Het enkele feit dat de aangever vriendelijk deed en de verdachte water en ibuprofen gaf om hem niet boos te maken doet daar niet aan af, zodat het verweer met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde wordt verworpen. Het alternatieve scenario dat de raadsman met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde heeft geschetst, wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. Het hof acht dan ook beide tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 7 mei 2018 te Haarlem in de woning, gelegen aan de [adres 2], bij een ander, te weten bij [slachtoffer], in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;

2.hij op 7 mei 2018 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk een raam dat aan een ander toebehoorde, heeft beschadigd.

Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:

in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:

opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de beide feiten tot dezelfde straf zal worden veroordeeld als die hem in eerste aanleg is opgelegd.

De raadsman heeft verzocht om te volstaan met toepassing van artikel 9a Sr , gelet op het feit dat artikel 63 Sr aan de orde is. Subsidiair heeft de raadsman erop gewezen, dat volgens de Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) op de beide feiten slechts een geldboete staat.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan huisvredebreuk door in de nachtelijke uren via een door hem beschadigd keukenraam een woning binnen te klimmen. Dit is een ernstig feit, vooral omdat dit ’s nachts plaatsvond in de woning van de aangever, bij uitstek de plek waar hij zich veilig zou moeten kunnen voelen. Door aldus te handelen heeft de verdachte gevoelens van onrust en onveiligheid voor de aangever, alsmede overlast veroorzaakt. De aangever is doodsbang geweest, heeft de aanwezigheid van de verdachte in zijn woning enige tijd moet dulden en heeft zich zelfs, voor zijn eigen veiligheid, genoodzaakt gezien om de verdachte van water en ibuprofen te voorzien. Het hof gaat er, gelet op de inhoud van het dossier, vanuit dat de reden voor de verdachte om de woning van de aangever binnen te dringen was, dat hij uit handen van de politie wilde blijven. Toen de verdachte zichzelf weer veilig waande voor de politie is hij vertrokken, de aangever met angst en een beschadigd raam achterlatend.

Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 juni 2019 is hij eerder onherroepelijk tot gevangenisstraffen veroordeeld voor strafbare feiten, en in het bijzonder voor een inbraak. Dit weegt in zijn nadeel.

Het hof ziet geen enkele grond voor toepassing van artikel 9a Sr en evenmin voor het opleggen van een geldboete. Naar het oordeel van het hof komt slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als passende sanctie in aanmerking. Voorts doet, naar het oordeel van het hof, de hoogte van de door de advocaat-generaal gevorderde staf geen recht aan de ernst van de feiten, gelet op de hiervoor weergegeven omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, alsmede gelet op de justitiële documentatie van de verdachte.

Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63, 138 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C. Fetter, mr. H.A. van Eijk en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 juli 2019.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature