Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Vrijspraak mishandeling. Uit de hand gelopen burenruzie. Op de voor de juridische waardering cruciale momenten kan het hof de feiten onvoldoende vaststellen. Lezing van de verdachte kan niet als onnaanmelijk terzijde worden geschoven.

Uitspraak



afdeling strafrecht

parketnummer: 23-004771-16

datum uitspraak: 14 maart 2019

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-192211-16 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 oktober 2017, 14 november 2018 en 28 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, en door de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [Slachtoffer 2] en hun gemachtigde naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij in de nacht van 30 op 31 juli 2016 te Haarlem [Slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [Slachtoffer 3] aan haar arm (mee) te trekken en/of met zijn vuist in haar gezicht te slaan/stompen en/of tegen aar lichaam te slaan en/of trappen en/of [Slachtoffer 2] in haar gezicht te slaan en/of tegen haar lichaam te slaan en/of trappen;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd een taakstraf van 100 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, waarbij als bijzondere voorwaarde een contactverbod wordt gesteld. Verder strekt zijn vordering tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wat betreft materiële schade tot een bedrag van € 1.187,76 en ten aanzien van immateriële schade tot een bedrag van € 1.500,00, alsook tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [Slachtoffer 2], wat betreft materiële schade tot een bedrag van € 485,00 en ten aanzien van immateriële schade tot een bedrag van € 1.500,00, telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat de verdachte de aangeefsters [slachtoffer 1] en [Slachtoffer 2] heeft geschopt en geslagen. Van noodweer is volgens de advocaat-generaal geen sprake geweest, omdat de verdachte degene is geweest die is begonnen met schoppen en bovendien de confrontatie met de aangeefsters zelf heeft opgezocht of zelfs heeft uitgelokt.

De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep primair op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte weliswaar geweld heeft toegepast, maar gerechtvaardigd als gepaste verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding; hij kan dus een geslaagd beroep op noodweer doen. Subsidiair heeft de raadsvrouw ontslag van alle rechtsvervolging bepleit wegens noodweerexces.

Het hof overweegt als volgt.

[naam 1] had op 30 juli 2016 in haar woning aan de Alphons Ariënsstraat te Haarlem bezoek van haar vriendinnen [naam 2] en [slachtoffer 1] en van haar zus [Slachtoffer 2]. Nadat de twee zusters en [slachtoffer 1] voor de woning een sigaret waren gaan roken, is er een handgemeen ontstaan tussen de aangeefsters [slachtoffer 1] en [Slachtoffer 2] enerzijds en de buurman van [naam 1]: de verdachte, anderzijds. De gezinnen van die laatste twee leefden al geruime tijd met elkaar in onmin. Bij het handgemeen hebben zowel de aangeefsters als de verdachte letsel opgelopen.

Op de terechtzittingen in hoger beroep van 18 oktober 2017 en 28 februari 2019 zijn de verdachte, de aangeefsters en de getuigen [naam 1] en [naam 2] uitvoerig door het hof gehoord. Noch op grond daarvan, noch op basis van het dossier kan het hof met een voldoende mate van zekerheid vaststellen wat de feitelijke toedracht van het incident op 30 juli 2016 precies is geweest.

De verdachte heeft op consistente wijze verklaard dat [slachtoffer 1] op provocerende wijze door het raam van zijn woonkamer heeft staan kijken, hij vervolgens in de deurpost van zijn woning een sjekkie is gaan draaien en hij een scheldpartij over zich heen kreeg, waarna hij naar de aangeefsters is toegelopen. Vervolgens heeft [slachtoffer 1] zich volgens de verdachte opnieuw provocerend jegens hem opgesteld en hem bij herhaling bijna een sigaret tegen het hoofd geduwd - en hem aldus getracht te ‘brandmerken’ - en hem vervolgens een trap in zijn genitaliën gegeven. Daartegen en tegen het geweld dat daar van de zijde van de aangeefsters op volgde heeft hij zich teweer gesteld, aldus de verdachte.

Uit verklaringen van de aangeefsters en genoemde getuigen zou kunnen worden afgeleid dat de verdachte direct vanuit zijn woonkamer op de aangeefsters is af komen benen, zich vervolgens intimiderend tegenover [slachtoffer 1] heeft opgesteld en haar, na een woordenwisseling, bij haar pols heeft gepakt, richting zijn woning heeft gesleurd en een klap op haar neus heeft gegeven. Hiertegen heeft [slachtoffer 1] zich verzet, onder meer door hem tegen zijn scheenbeen te trappen. [Slachtoffer 2] is tussenbeide gekomen, heeft een trap van de verdachte gekregen, is op de grond terecht gekomen en heeft vervolgens nog een klap in het gezicht gekregen. De verklaringen van de aangeefsters en de genoemde getuigen vertonen overlap, maar lopen ook op enkele belangrijke punten uiteen.

De lezingen van beide ‘kampen’ vinden op onderdelen steun in het dossier. Dit geldt dus ook voor de lezing van de verdachte. Dat [slachtoffer 1], zoals de verdachte verklaart, provocerend door het raam van zijn woning heeft staan kijken, vindt bijvoorbeeld weerklank in de omstandigheid dat [slachtoffer 1] in haar tweede bij de politie afgelegde verklaring tamelijk gedetailleerd heeft weten te verklaren wat de verdachte in zijn woning aan het doen was (p. 43-44 politiedossier). In die verklaring van [slachtoffer 1] vindt ook de door de verdachte genoemde volgorde van de fysieke confrontatie steun. [slachtoffer 1] zou, toen de verdachte dicht bij haar stond, met haar hand met daarin een sigaret in de richting van de verdachte hebben bewogen en hem een trap hebben gegeven toen de verdachte haar hand met daarin de sigaret zou hebben vastgepakt.

In hoeverre de verdachte is geprovoceerd en of hij eerst in zijn deurpost is blijven staan dan wel direct op [slachtoffer 1] is afgegaan, kan het hof niet vaststellen. Datzelfde geldt voor de dreiging die voor de verdachte van de sigaret van [slachtoffer 1] is uitgegaan en voor de vraag waar de door haar gegeven trap op het lichaam van de verdachte terecht is gekomen.

Waar het hof de feiten op voor de juridische waardering van deze zaak cruciale momenten niet voldoende kan vaststellen, kan de lezing van de verdachte, die het beroep van de verdachte noodweer zou doen slagen en het beroep van de advocaat-generaal op culpa in causa zou laten falen, niet als onaannemelijk terzijde worden geschoven. Bij die stand van zaken dient de verdachte te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde.

Vordering van de benadeelde partijen [Slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]

De benadeelde partij [Slachtoffer 2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.220,92. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.485,00. Deze benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.949,11. Die vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.821,00. Ook deze benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.

De verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partijen kunnen daarom niet in hun vorderingen worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [Slachtoffer 2]

Verklaart de benadeelde partij [Slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. J.J.I. de Jong en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van mr. C. de Beer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 maart 2019.

mr. C. de Beer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature