U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Poging tot diefstal (zakkenrollerij). Ontslag van alle rechtsvervolging m.b.t. witwassen.

Uitspraak



Afdeling strafrecht

Parketnummer: 23-003073-16

Datum uitspraak: 18 mei 2017

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 augustus 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-820480-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,

thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 april 2017 en 4 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd, voor zover in hoger beroep aan de orde, dat:

feit 1: hij op of omstreeks 31 juli 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer goederen naar zijn, verdachtes, gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, naast, althans in de nabijheid van die [slachtoffer] , heeft plaatsgenomen en/of zijn arm in de richting van de tas van die [slachtoffer] heeft gestrekt/bewogen en/of zijn hand onder de flap en/of in de tas van die [slachtoffer] heeft gehouden en/of aldaar gevoeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 3: hij op of omstreeks 31 juli 2016, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag (ter hoogte van EUR 4660,-), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijze had moeten vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1

De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde niet bewezen kan worden wegens onvoldoende bewijs. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van de getuige de verklaring van de verdachte, namelijk dat hij op zoek was naar een zakdoek, ondersteunt. Aangeefster heeft verklaard dat zij de hand van de verdachte heeft gevoeld, maar dat is niet voldoende.

Het hof overweegt als volgt. Aangeefster heeft op 31 juli 2016 verklaard dat zij op het terras van [restaurant] op Schiphol voelde dat de verdachte met zijn hand onder de flap van haar schoudertas zat, waarop zij zijn pols vast heeft gepakt. Op dat moment zat de linkerhand van de verdachte in de tas van aangeefster. Daarnaast heeft de getuige [getuige] op 31 juli 2016 verklaard dat hij heeft gezien dat aangeefster de linkerarm van de man vast had en dat deze arm totaal uit de richting was als waar de arm hoorde te zijn. Bovendien blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] dat op de camerabeelden is te zien dat de verdachte op het terras van [restaurant] zijn arm achter aangeefster naar beneden heeft gestrekt en dat aangeefster heeft gemerkt dat iemand in haar tas zat.

Uit het vorengaande blijkt dat de verdachte gedragingen heeft verricht die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn te beschouwen als gericht op de voltooiing van een diefstal. Het verweer van de raadsvrouw wordt verworpen.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat aan de verklaring van de verdachte, namelijk dat het aangetroffen geldbedrag van drugs afkomstig is, geen waarde kan worden gehecht, omdat hij lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Tevens kan niet aangetoond worden dat het aangetroffen geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. De verdachte loopt altijd met een fors geldbedrag op zak, omdat hij in Nederland als illegaal geen bankrekening kan openen.

Het hof overweegt als volgt. Niet is gebleken dat niet kan worden uitgegaan van de verklaring van de verdachte, namelijk dat het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag van € 4.660 afkomstig is van zijn handel in marihuana. Op grond van de verklaring van de verdachte kan het niet anders zijn dan dat de verdachte wist dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

feit 1: hij op 31 juli 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer goederen naar zijn, verdachtes, gading, toebehorende aan [slachtoffer] , in de nabijheid van die [slachtoffer] , heeft plaatsgenomen en zijn arm in de richting van de tas van die [slachtoffer] heeft gestrekt/bewogen en zijn hand onder de flap en in de tas van die [slachtoffer] heeft gehouden en aldaar gevoeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 3: hij op 31 juli 2016, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een voorwerp, te weten een geldbedrag ter hoogte van EUR 4660,-, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

Hetgeen onder 1 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het onder 3 bewezen verklaarde

Het onder 3 bewezen verklaarde levert geen strafbaar feit op. De verdachte dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Het hof overweegt daartoe dat een gedraging slechts dan kan worden gekwalificeerd als witwassen indien de verdachte een uit eigen misdrijf verkregen voorwerp niet slechts heeft verworven of voorhanden gehad, maar zijn gedragingen ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst daarvan. Het hof gaat in deze zaak uit van de verklaring van de verdachte, namelijk dat het aangetroffen geldbedrag afkomstig is van de handel door de verdachte zelf in marihuana. Niet is gebleken dat de verdachte gedragingen heeft verricht om de criminele herkomst van die geldbedragen te verbergen of te verhullen. Het onder 3 bewezen verklaarde kan daarom niet worden gekwalificeerd als witwassen.

Strafbaarheid van het onder 1 bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:

poging tot diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van het voorarrest.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft gepoogd zich door middel van zakkenrollerij goederen toe te eigenen die hem niet toebehoren. Zakkenrollerij is een ergerlijk feit dat veel overlast veroorzaakt en bijdraagt aan een in de maatschappij heersend gevoel van onrust. De verdachte heeft er blijk van gegeven dat hij geen respect heeft voor het eigendomsrecht van anderen. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 5 april 2017 is hij eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld.

Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.

Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Verklaart het onder 3 bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Gelast de teruggave aan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een bedrag van € 4.660 (vierduizendzeshonderdzestig euro).

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. P.A.M. Hoek en mr. J.W.H.G. Loyson, in tegenwoordigheid van mr. G.G. Gielen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 mei 2017.

Mr. P.A.M. Hoek is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature