Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 25 maart 2002 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 12.944,4 gram van een materiaal bevattende cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
48 maanden gevangenisstraf.