Bijstand ten onrechte ingetrokken en teruggevorderd. Het college heeft de bijstand van appellant over een periode van ruim een jaar ingetrokken en teruggevorderd. Appellant heeft volgens het college zijn inlichtingenverplichting geschonden, door niet te melden dat hij zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had en door niet te melden dat hij inkomsten had uit de verhuur van de woning waarvan hij eigenaar is. Het recht op bijstand kan daarom niet worden vastgesteld. Appellant stelt dat hij wel zijn hoofdverblijf op het uitkeringsadres had en dat hij geen inkomsten had uit de verhuur van de woning waarvan hij eigenaar is. De Raad stelt appellant in het gelijk, omdat het college niet aan zijn bewijslast heeft voldaan.