Artikel 32, vierde lid, van de PW moet zo worden begrepen dat met de bijstandsnorm de alleenstaandennorm is bedoeld. Het college heeft appellante en haar niet-rechthebbende partner X terecht als gehuwden aangemerkt. Zij leefden gescheiden, maar niet duurzaam gescheiden. Het college heeft terecht rekening gehouden met de inkomsten van X, maar niet met toepassing van de juiste norm. De wetgever er rekening mee heeft gehouden, dat de gescheiden levende, niet rechthebbende partner kosten heeft voor zijn zelfstandig gevoerde huishouding. Alleen het inkomen van X dat hoger is dan de alleenstaandennorm, mocht het college in mindering brengen op de bijstand die appellante ontving.