Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

(Geen) Nieuw feit. In hoger beroep overgelegde stukken.

De in hoger beroep overgelegde verklaring van psychiater Driss is vrijwel gelijkluidend aan de eerdere brieven van deze psychiater die in de fase van bezwaar en beroep van deze procedure en ook in vorige procedures zijn overgelegd. Deze verklaring kan daarom (inhoudelijk) niet als nieuw feit worden aangemerkt. Het Uwv mocht de herhaalde aanvraag van appellant afwijzen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb . In wat appellant heeft aangevoerd wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is.

Uitspraak



20 3424 WAO

Datum uitspraak: 16 maart 2022

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van

24 augustus 2020, 19/6637 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (Marokko) (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 februari 2022. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1.1.

Bij besluit van 21 november 2006 heeft het Uwv geweigerd aan appellant met ingang van 14 september 1995 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen. Daarbij is overwogen dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant minder dan 15% is. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 6 oktober 2008 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 25 maart 2010 heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 6 oktober 2008 ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bij uitspraak van 23 februari 2011 (ECLI:NL:CRVB:2011:BP5664) bevestigd.

1.2.

Bij brief van 5 februari 2016 heeft appellant het Uwv verzocht zijn WAO-uitkering opnieuw te beoordelen. Bij besluit van 2 maart 2016, na bezwaar gehandhaafd bij het besluit van 20 augustus 2016, heeft het Uwv dit herzieningsverzoek met overeenkomstige toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) afgewezen. Het Uwv heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden. Bij uitspraak van 24 januari 2017 heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 30 september 2016 ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bij uitspraak van 19 juni 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:1965) bevestigd.

1.3.

Bij brief van 3 augustus 2019 heeft appellant het Uwv verzocht een WAO-uitkering toe te kennen, omdat zijn gezondheid is verslechterd. Bij besluit van 14 augustus 2019, na bezwaar gehandhaafd bij het besluit van 15 november 2019 (bestreden besluit), heeft het Uwv deze herhaalde aanvraag met overeenkomstige toepassing van artikel 4:6 van de Awb afgewezen. Het Uwv heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding geven om tot een ander besluit dan het besluit van 21 november 2006 te komen.

2. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat appellant alleen heeft aangevoerd dat zijn gezondheid is verslechterd. In bezwaar heeft appellant verklaringen overgelegd van psychiater Driss van 8 maart 2017 en 11 september 2019, waarin staat dat hij sinds 1995 depressief is en lijdt aan een psychose. Deze brieven zijn echter vrijwel gelijkluidend aan eerdere brieven van deze psychiater die zich in het dossier bevinden. Over deze brieven is eerder door de rechtbank in de uitspraak van 24 januari 2017 geoordeeld dat deze geen nieuwe gegevens bevatten en daarom niet als nieuw feit kunnen worden aangemerkt. Dit is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd in de uitspraak van 19 juni 2019. Ook de informatie uit de verklaring van het Dijkzigt ziekenhuis van 18 november 1994 was al bekend ten tijde van het besluit van 21 november 2006. De in bezwaar ingebrachte informatie kan dan ook niet als nieuw feit worden aangemerkt. Ook de in beroep overgelegde verklaring van psychiater Driss van 6 januari 2020 is vrijwel gelijkluidend aan de brieven van deze psychiater die in bezwaar en in de eerdere procedures zijn overgelegd. Ook deze verklaring kan daarom (inhoudelijk) niet als nieuw feit worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het Uwv de aanvraag van appellant op goede gronden heeft afgewezen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb . De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het Uwv ook niet voor de toekomst terug hoeft te komen van het besluit van 21 november 2006. Ten opzichte van de vorige verzoeken heeft appellant inhoudelijk niets nieuws overgelegd en de in bezwaar overgelegde verklaringen van psychiater Driss voegen inhoudelijk niets toe aan de in eerdere procedures overgelegde verklaringen van deze psychiater. Een beoordeling op grond van de Wet Amber is volgens de rechtbank tot slot niet aan de orde, omdat de aanvraag betrekking heeft op een periode die is gelegen vóór 29 december 1995 en niet blijkt van arbeidsongeschiktheid op 29 december 1995.

3.1.

Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij ziek is en geen werk kan verrichten. Zijn gezondheid is verslechterd. Appellant heeft een verklaring van 9 april 2021 van psychiater Driss overgelegd en een verklaring van 9 augustus 2017 van diezelfde psychiater.

3.2.

Het Uwv heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.

4. De Raad oordeelt als volgt.

4.1.

Het Uwv heeft op de herhaalde aanvraag van appellant beslist met overeenkomstige toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb . Dit betekent dat de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden toetst of het bestuursorgaan zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de bestuursrechter niettemin aan de hand van de beroepsgronden tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is (zie de uitspraken van de Raad van 20 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4872, en 27 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5115).

4.2.

De gronden die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd zijn in essentie een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank heeft deze gronden volledig en voldoende gemotiveerd besproken. De overwegingen en het oordeel van de rechtbank worden geheel onderschreven. Daaraan wordt toegevoegd dat de in hoger beroep overgelegde verklaring van psychiater Driss van 9 april 2021 vrijwel gelijkluidend is aan de eerdere brieven van deze psychiater die in de fase van bezwaar en beroep van deze procedure en ook in vorige procedures zijn overgelegd. Deze verklaring kan daarom (inhoudelijk) niet als nieuw feit worden aangemerkt. Het Uwv mocht de herhaalde aanvraag van appellant afwijzen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb . In wat appellant heeft aangevoerd wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is.

4.3.

Ook het oordeel van de rechtbank, dat het bepaalde in artikel 43a van de WAO (Wet Amber) in het geval van appellant niet van toepassing is, wordt onderschreven. Uit de beschikbare medische informatie blijkt niet van toegenomen beperkingen in de voor artikel 43a van de WAO relevan te periode.

4.4.

Uit 4.1, 4.2 en 4.3 volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.

5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door E.J.J.M. Weyers, in tegenwoordigheid van S.C. Scholten als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2022.

(getekend) E.J.J.M. Weyers

(getekend) S.C. Scholten


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature