De minister heeft gedurende vele jaren aanvaard dat betrokkene zijn functie uitoefende zonder te beschikken over een registratie als huisarts. Deze omstandigheden maken dat aan het gegeven dat betrokkene niets heeft gedaan om zijn herregistratie in orde te maken, niet zo’n gewicht kan worden toegekend, dat de minister in redelijkheid van zijn ontslagbevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. De minister heeft in redelijkheid geen gebruik kunnen maken van zijn ontslagbevoegdheid. De Raad herroept het besluit van 28 maart 2019. Dit betekent dat de aanstelling van betrokkene wordt geacht nimmer te zijn beëindigd. Het is aan partijen om met elkaar in gesprek te gaan over de ontstane situatie en tot een oplossing te komen.