E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CRVB:2021:3279
Centrale Raad van Beroep, 20/1761 AW

Inhoudsindicatie:

Appellante heeft betoogd dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hierin wordt appellante niet gevolgd. De Raad volgt appellante ook niet in haar stelling dat de rechtbank naar aanleiding van de bedoelde wijziging en vervanging een proceskostenveroordeling had moeten uitspreken. De Raad deelt het oordeel van de rechtbank dat artikel 3, tweede lid, van de RAAF niet in strijd is met artikel 6, negende lid, van het Bbp , zodat er geen aanleiding bestaat om artikel 3, tweede lid, van de RAAF onverbindend te verklaren. De Raad volgt de rechtbank ook in haar oordeel dat in dit geval afwijzing van de aanvraag mocht plaatsvinden op grond van een zwaarwegend dienstbelang als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de RAAF. Net als de rechtbank neemt de Raad daarbij in aanmerking dat de korpschef zich bereid heeft getoond om ten aanzien van de benodigde opleidingsinspanning maatwerk te bieden, waarbij rekening wordt gehouden met de werkervaring en de medische situatie van appellante. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat met de belangen van appellante onvoldoende rekening is gehouden. Partijen hebben in hoger beroep alsnog geprobeerd om in dit verband tot een minnelijke oplossing te komen, maar zijn daar niet in geslaagd. Bestreden besluit 2 houdt daarmee stand. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie