Uitspraak
18/1393 WIA-R
Datum uitspraak: 7 januari 2021
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 5 augustus 2020, 18/1393 WIA
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 5 augustus 2020 een of meer kennelijke fouten bevat.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 18 september 2020 aan partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 18 september 2020 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in de brief is vermeld, ervan uitgaat dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.
OVERWEGINGEN
De Raad wijzigt de uitspraak van 5 augustus 2020, 18/1391 WIA, als volgt.
De derde alinea onder overwegingen gaat luiden:
“De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op
€ 1.312,50 in beroep en € 525,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.”
De beslissing van de uitspraak gaat luiden:
“De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 1.837,50.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 5 augustus 2020 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door M. Schoneveld, in tegenwoordigheid van J.A. Achterberg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2021.
(getekend) M. Schoneveld
(getekend) J.A. Achterberg
TM