U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Weigeren een WIA-uitkering toe te kennen. Het oordeel van de rechtbank dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt wordt onderschreven. Er zijn geen aanknopingspunten dat de verzekeringsartsen een onvolledig beeld hebben gehad van de medische situatie van appellant op 23 november 2017. Afwijzing verzoek om inschakeling van een deskundige. Met de rechtbank wordt geoordeeld dat voldoende is gemotiveerd dat de belasting in de geselecteerde functies de mogelijkheden van appellant niet overschrijdt.

Uitspraak



19 1349 WIA

Datum uitspraak: 18 november 2021

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van

26 februari 2019, 18/3128 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat, hoger beroep ingesteld en een verzoek om schadevergoeding ingediend.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft, door middel van videobellen, plaatsgevonden op

7 oktober 2021. Namens appellant is mr. De Jonge verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door J.C. Geldof.

OVERWEGINGEN

1.1.

Appellant is laatstelijk werkzaam geweest als vrachtwagenchauffeur voor 40 uur per week. Hij is op 26 november 2015 uitgevallen met fysieke klachten (rugklachten).

1.2.

In het kader van een aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen en arbeidsvermogen (Wet WIA) heeft appellant op 12 oktober 2017 het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft vastgesteld dat appellant belastbaar is met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 16 oktober 2017. Een arbeidsdeskundige heeft vier functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen een mate van arbeidsongeschiktheid berekend van 32,32%. Het Uwv heeft bij besluit van 6 november 2017 appellant geweigerd een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid met ingang van 23 november 2017 minder dan 35% is. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 8 mei 2018 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van appellant onderschreven. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de derde functie die door de arbeidsdeskundige aan de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid ten grondslag was gelegd vervangen door de reservefunctie. De mate van arbeidsongeschiktheid is onveranderd minder dan 35% gebleven.

2.1.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was. De verzekeringsarts heeft dossierstudie gedaan, een anamnese afgenomen en appellant lichamelijk en psychisch onderzocht. Ook de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dossierstudie verricht. Daarnaast is zij aanwezig geweest bij de hoorzitting en heeft zij medische informatie in haar beoordeling betrokken. Dat de verzekeringsartsen geen (duur)belastbaarheidsonderzoek hebben verricht, maakt niet dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest. Verder heeft de rechtbank overwogen dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft inzichtelijk gemotiveerd dat appellant benutbare mogelijkheden heeft en dat hij niet voldoet aan de criteria voor een urenbeperking zoals neergelegd in de standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ (standaard). Daarnaast heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gemotiveerd dat de primaire verzekeringsarts de rugklachten van appellant heeft onderkend, meegewogen en hiermee in voldoende mate rekening heeft gehouden in de FML.

2.2.

De rechtbank is niet gebleken dat de belasting van de aan appellant voorgehouden functies de mogelijkheden van appellant overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft de signaleringen voldoende toegelicht, zodat de geduide functies voor appellant geschikt zijn geacht. Het besluit berust op een deugdelijke arbeidskundige grondslag.

3.1.

Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de aangevallen uitspraak op een ontoereikende motivering berust. Volgens appellant hebben de artsen van het Uwv geen zorgvuldig onderzoek verricht, zijn psychische en lichamelijke beperkingen onderschat en onvoldoende aandacht besteed aan zijn medicatiegebruik en flauwtes. Ook is de duurbelastbaarheid niet beoordeeld conform de standaard. Onder verwijzing naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 oktober 2015 (ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212, Korošec) heeft appellant verzocht om benoeming van een onafhankelijk deskundige. Hij is van mening dat een rechter, nu deze geen arts is, niet kan oordelen over de juistheid van de medische beoordeling. Appellant is verder van mening dat hij de geselecteerde functies niet kan vervullen.

3.2.

Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.

4. De Raad oordeelt als volgt.

4.1.

In zijn uitspraak van 30 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2226, heeft de Raad, gelet op het arrest Korošec, de uitgangspunten uiteengezet voor de toetsing door de bestuursrechter van de beoordeling door verzekeringsartsen van het Uwv. Het beroep van appellant op het arrest Korošec is aanleiding te oordelen over de in die uitspraak onderscheiden stappen, namelijk allereerst de beoordeling of sprake is geweest van zorgvuldige besluitvorming, vervolgens of sprake is geweest van equality of arms tussen partijen, waarna als derde stap een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit volgt.

4.2.

De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd. Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is gebaseerd op dossierstudie, anamnese, eigen onderzoek en informatie van de behandelende sector. Er zijn geen aanknopingspunten waaruit afgeleid zou kunnen worden dat bij het onderzoek relevante medische informatie is gemist.

4.3.

Er is geen reden gebleken om aan te nemen dat appellant belemmeringen heeft ondervonden bij de onderbouwing van zijn standpunt dat het Uwv zijn beperkingen heeft onderschat. Appellant heeft voldoende ruimte gehad om daartoe medische stukken in te dienen. Dat hij van deze ruimte geen gebruik heeft gemaakt om zijn stelling te onderbouwen dat zijn beperkingen zijn onderschat doet daaraan niet af. Daarbij wordt aangetekend dat in het dossier al informatie van de huisarts van appellant en diverse medische specialisten aanwezig was. Uit het arrest Korošec volgt niet dat de rechter uit een oogpunt van “equality of arms” gehouden zou zijn een medisch deskundige te benoemen in een situatie als hier aan de orde, waarin de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk de informatie van de behandelend artsen in zijn beoordeling heeft betrokken, zodat deze door de rechter kan worden getoetst.

4.4.

Het oordeel van de rechtbank dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt wordt onderschreven. Er zijn geen aanknopingspunten dat de verzekeringsartsen een onvolledig beeld hebben gehad van de medische situatie van appellant op 23 november 2017. Informatie uit de behandelende sector is in de rapporten van de verzekeringsartsen kenbaar bij de beoordeling betrokken en zij hebben hun standpunten en conclusies over de belastbaarheid van appellant inzichtelijk en navolgbaar onderbouwd. Naar aanleiding van het in hoger beroep naar voren gebrachte standpunt van appellant dat een duurbelastbaarheidsonderzoek had moeten plaatsvinden wordt daaraan nog toegevoegd dat de (tweede) verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar in hoger beroep uitgebrachte rapport van 10 juli 2019 afdoende heeft gemotiveerd, waarom een duurbelastbaarheidsonderzoek bij klachten als die van appellant – rugklachten – niet zinvol is. Nu geen aanleiding bestaat voor twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling wordt het verzoek om inschakeling van een deskundige afgewezen.

4.5.

Met de rechtbank wordt geoordeeld dat voldoende is gemotiveerd dat de belasting in de geselecteerde functies de mogelijkheden van appellant niet overschrijdt.

4.6.

Uit 4.2 tot en met 4.5 volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd. Bij deze uitkomst wordt het verzoek om veroordeling van het Uwv tot vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente afgewezen.

5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- bevestigt de aangevallen uitspraak;

- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.

Deze uitspraak is gedaan door A.I. van der Kris, in tegenwoordigheid van R. van der Heide als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 november 2021.

(getekend) A.I. van der Kris

(getekend) R. van der Heide


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature