Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

De Svb heeft de aanvraag om dubbele kinderbijslag terecht afgewezen. Op de peildatum was sprake van een score van drie punten. Dit betekent dat van intensieve zorg als bedoeld in het bepaalde bij en krachtens de AKW geen sprake is.

Uitspraak



20 48 AKW

Datum uitspraak: 4 augustus 2021

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 november 2019, 19/1363 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J.R. Ali hoger beroep ingesteld en aanvullende stukken ingediend.

De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021. Namens appellant is zijn echtgenote [naam echtgenote] verschenen, bijgestaan door mr. Ali. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Zuidersma.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Appellant heeft op 11 september 2018 bij de Svb een aanvraag ingediend om dubbele kinderbijslag voor zijn dochter [naam dochter] . Bij [naam dochter] , geboren [geboortedatum] 2015, is diabetes mellitus type 1 vastgesteld.

1.2.

Bij besluit van 14 november 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 20 februari 2019 (bestreden besluit), heeft de Svb de aanvraag afgewezen onder verwijzing naar medische adviezen van CIZ van 6 november 2018 en 8 februari 2019 en het Beoordelingskader BUK 2018 (Beoordelingskader 2018). De dochter van appellant heeft geen intensieve zorg nodig en daarom wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag. Haar zorgscore is op de peildatum 1 juli 2018 vastgesteld op drie punten, terwijl gelet op haar leeftijd op die datum (drie jaar) een minimale zorgscore van vijf punten vereist is.

2.1.

In beroep heeft CIZ op 30 april 2019 een aanvullend medisch advies uitgebracht.

2.2.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft, voor zover van belang, over de items in het Beoordelingskader 2018 het volgende overwogen. De Svb heeft op de adviezen van CIZ mogen afgaan wat betreft het item eten en drinken en heeft hiervoor terecht geen punt toegekend. Wat betreft het item medische verzorging valt het toedienen van insuline niet onder specifieke verpleegkundige handelingen zoals het Beoordelingskader 2018 deze omschrijft. Er is daarom voor dit item terecht geen punt toegekend. Ook voor het item begeleiding buitenshuis heeft de Svb terecht geen score toegekend. De Svb heeft voldoende en inzichtelijk gemotiveerd dat [naam dochter] nog niet alleen naar buiten kan gezien haar leeftijd en dat er ook geen medische noodzaak is voor 24 uur per dag actief toezicht op [naam dochter] in verband met schommelingen in haar bloedsuikerspiegel.

3.1.

Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hij heeft aangevoerd dat de Svb ten onrechte geen scores heeft toegekend voor de items eten en drinken, medische verzorging, begeleiding buitenshuis en alleen thuis zijn. Appellant heeft verwezen naar een brief van 20 december 2019 en een verklaring van 28 april 2021 van behandelend verpleegkundig consulent kinderdiabetes M. van IJzendoorn-van Manen van het Ziekenhuis Gelderse Vallei.

3.2.

In hoger beroep heeft CIZ op 22 april 2020 een aanvullend medisch advies uitgebracht. Onder verwijzing naar dit aanvullend advies heeft de Svb zich in hoger beroep op het standpunt gesteld dat dit niet leidt tot een gewijzigd standpunt over de scores om voor dubbele kinderbijslag in aanmerking te komen.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

Op grond van artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) heeft een verzekerde voor een tot zijn huishouden behorend kind dat drie jaar is of ouder, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen mate van intensieve zorg.

4.2.

Op grond van artikel 11, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag (Buk) is van intensieve zorg als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de AKW sprake als het een kind betreft dat zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard dat de verzorging en oppassing door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard. Op grond van het tweede lid worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop wordt vastgesteld of er sprake is van intensieve zorg als bedoeld in het eerste lid.

4.3.

Op grond van artikel 12, eerste lid, van het Buk wint de Svb, om te bepalen of een kind intensieve zorg behoeft, een op medische gegevens gebaseerd advies in bij CIZ, genoemd in artikel 7.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg . In het tweede lid is bepaald dat bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld met betrekking tot de procedure alsmede de beoordelingscriteria waarop het advies, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd.

4.4.1.

In artikel 1 van de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (Regeling) is bepaald, voor zover van belang, dat in deze regeling onder advies wordt verstaan, een op medische gegevens gebaseerd advies als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Buk.

4.4.2.

Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Regeling kan de Svb vaststellen dat er sprake is van intensieve zorg indien het advies positief luidt. Op grond van het tweede lid, aanhef en onder b, luidt het advies positief indien het kind blijkens de beoordeling van CIZ intensieve zorg nodig heeft.

4.4.3.

In artikel 3, eerste lid, van de Regeling is bepaald dat de beoordeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, tot stand komt aan de hand van de volgende items:

a. lichaamshygiëne;

b. zindelijkheid;

c. eten en drinken;

d. mobiliteit;

e. medische verzorging;

f. gedrag;

g. communicatie;

h. alleen thuis zijn;

i. begeleiding buitenshuis;

j. bezig houden, handreikingen.

In het tweede lid is bepaald dat indien CIZ oordeelt dat er sprake is van een zware zorgbehoefte op een item, CIZ op dit item een punt toekent.

Ingevolge het derde lid, aanhef en onder a, behoeft het kind intensieve zorg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, indien het drie-vijf jaar is en CIZ minimaal vijf punten toekent.

In het vierde lid is bepaald dat in aanvulling op het derde lid het CIZ tot een positief advies kan komen indien het desbetreffende kind een punt toegekend krijgt op het item medische verzorging en er daardoor sprake is van de noodzaak tot permanent toezicht van de ouders.

4.5.

CIZ hanteert bij de beoordeling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Regeling, vanaf 1 januari 2018 het Beoordelingskader 2018. Hierin is bij ieder item als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling uitgewerkt wanneer een punt wordt toegekend. Verder is bij ieder item vermeld wanneer geen punt wordt toegekend.

4.6.

Ter zitting van de Raad is gebleken dat de Svb ook zelf het Beoordelingskader 2018 tot uitgangspunt neemt en nadat het heeft vastgesteld dat een advies van CIZ op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en concludent is, zich achter het advies van CIZ schaart. Het Beoordelingskader 2018 is aan te merken als een vaste gedragslijn en kan als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanspraak op dubbele kinderbijslag worden genomen.

Eten en drinken

4.7.

De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de Svb heeft mogen afgaan op de adviezen van CIZ wat betreft het item ‘eten en drinken’. Hieruit volgt dat het gedrag van [naam dochter] tijdens het eten voortkomt uit haar karakter. Het karakter is echter niet gerelateerd aan een medisch noodzakelijk afwijkend voedingspatroon of dieet. Niet in geschil is dat [naam dochter] zelf kan eten en drinken. Verder is niet vastgesteld dat sprake is van een noodzaak tot continue aansporing van [naam dochter] tijdens het eten in verband met psychiatrische aandoeningen en/of (geobjectiveerde) gedragsproblematiek en gesteld noch gebleken is dat is voldaan aan de overige criteria voor een score op dit item.

Medische verzorging

4.8.

Ook heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat de Svb kan worden gevolgd in het standpunt dat het toedienen van insuline in de situatie van [naam dochter] niet leidt tot een score op dit item en dat ook de overige zorg van de ouders om de bloedsuikerspiegel van [naam dochter] stabiel te houden niet leidt tot een score.

Alleen thuis zijn en begeleiding buitenshuis

4.9.

Ten slotte volgt de Raad de Svb in het standpunt dat geen scores op de items alleen thuis zijn en begeleiding buitenshuis kunnen worden toegekend. De Svb heeft zijn standpunt gebaseerd op de medische adviezen van CIZ van 6 november 2018, 8 februari 2019 en 30 april 2019. Wat appellant heeft aangevoerd maakt niet dat moet worden getwijfeld aan de inhoud van de medische adviezen. Uit de adviezen blijkt dat is onderkend dat de diabetes van invloed is op het leven van [naam dochter] en dat van haar ouders. De medisch adviseur heeft echter vastgesteld dat de diabetes in de periode waar het hier om gaat goed onder controle is. Dit is door appellant niet weersproken. De medisch adviseur heeft verder geconcludeerd dat er geen medische aanleiding is die maakt dat [naam dochter] vanwege de diabetes niet alleen thuis kan zijn of is aangewezen op begeleiding buitenshuis. Zij kan vanwege haar leeftijd nog niet alleen naar buiten en alleen thuis zijn. De Raad onderschrijft het voorgaande, ook op basis van de verklaringen van Van IJzendoorn-van Manen die zijn voorgelegd aan de medisch adviseur van CIZ. Niet kan worden vastgesteld dat vanwege de ziekte diabetes scores moeten worden toegekend voor de items alleen thuis zijn en begeleiding buitenshuis.

Conclusie

4.10.

Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat op de peildatum 1 juli 2018 sprake was van een score van drie punten. Dit betekent dat van intensieve zorg als bedoeld in het bepaalde bij en krachtens de AKW geen sprake is en dat de Svb de aanvraag om dubbele kinderbijslag terecht heeft afgewezen. De aangevallen uitspraak komt daarom voor bevestiging in aanmerking.

5. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door D.S. de Vries als voorzitter en H. Benek en D. Hardonk-Prins als leden, in tegenwoordigheid van M.E. van Donk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2021.

(getekend) D.S. de Vries

(getekend) M.E. van Donk


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature