Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

De afwijzing van de aanvraag van appellante houdt in rechte stand. De Raad verwijst naar zijn uitspraak van 10 december 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3534. De stelling van appellante, die de rechtbank in de aangevallen uitspraak al gemotiveerd heeft verworpen, bij welke motivering de Raad zich aansluit, is door appellante in hoger beroep verder niet onderbouwd. Ook is niet van de gelegenheid gebruik gemaakt om dit ter zitting – al of niet via een videoverbinding – toe te lichten. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet. Appellante heeft verder nog aangevoerd dat sprake is van een waarnemingstoelage. Naar het oordeel van de Raad is deze omstandigheid niet voldoende om te concluderen dat aan de voorwaarden voor toepassing van de RAAF is voldaan.

Uitspraak



21 707 AW-PV

Datum uitspraak: 22 april 2021

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 januari 2021, 20/476 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de korpschef van politie (korpschef)

Zitting heeft: C.H. Bangma

Griffier: M. Stumpel

Appellante en haar gemachtigde, mr. M.H. Dedding, zijn, na voorafgaande berichtgeving, niet ter zitting verschenen. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.J.C. Garrels.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar en gebaseerd op de volgende overwegingen.

Appellante heeft op 24 oktober 2017 een aanvraag ingediend om op grond van de Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie (RAAF) te worden geplaatst in de functie van Medewerker [A], gewaardeerd in salarisschaal 6. Bij besluit van 21 december 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 17 december 2019 (bestreden besluit), is afwijzend beslist op het verzoek.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

De afwijzing van de aanvraag van appellante houdt in rechte stand. De Raad verwijst naar zijn uitspraak van 10 december 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3534. Appellante heeft, na schriftelijk gewezen te zijn op deze uitspraak, aangevoerd dat in haar geval sprake is van een verklaring van een (direct) leidinggevende en van een functioneringsverslag waaruit naar voren komt dat voldaan is aan de niveaubepalende elementen van de gevraagde hogere functie, in dit geval de functie van Medewerker [A]. Deze stelling, die de rechtbank in de aangevallen uitspraak al gemotiveerd heeft verworpen, bij welke motivering de Raad zich aansluit, is door appellante in hoger beroep verder niet onderbouwd. Ook is niet van de gelegenheid gebruik gemaakt om dit ter zitting – al of niet via een videoverbinding – toe te lichten. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.

Appellante heeft verder nog aangevoerd dat sprake is van een waarnemingstoelage. Naar het oordeel van de Raad is deze omstandigheid niet voldoende om te concluderen dat aan de voorwaarden voor toepassing van de RAAF is voldaan. Uit de toetsing van de feitelijke werkzaamheden van appellante is namelijk niet gebleken dat zij de kern van de gevraagde LFNP-functie uitoefent.

Het hoger beroep slaagt niet.

Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

Waarvan proces-verbaal.

De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer

(getekend) M. Stumpel (getekend) C.H. Bangma


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature