U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

In geschil is de vraag of het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in de zin van de Wet WIA terecht met ingang van 23 februari 2016 heeft vastgesteld op 45 tot 55%. Appellant heeft in hoger beroep in essentie dezelfde gronden aangevoerd als in beroep. De rechtbank heeft deze beroepsgronden afdoende besproken en heeft overtuigend gemotiveerd waarom deze niet slagen.

Uitspraak



17/8157 WIA

Datum uitspraak: 27 februari 2020

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van

17 november 2017, 16/3970 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J.W. van de Wege, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van de Wege. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.J.H.H. Fuchs.

OVERWEGINGEN

1.1.

Appellant is laatstelijk werkzaam geweest als monitor treindiensten voor gemiddeld 37,16 uur per week. Met ingang van 14 december 2010 heeft hij zich ziek gemeld wegens psychische klachten in reactie op een arbeidsconflict. Bij besluit van 4 december 2013 is appellant per 15 juli 2013 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 58,37%. Bij besluit van 16 november 2015 is aan appellant per 15 februari 2016 een WGA-vervolguitkering toegekend, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65 %.

1.2.

Appellant heeft bij het Uwv gemeld dat zijn psychische en lichamelijke klachten per 10 november 2015 zijn toegenomen. Naar aanleiding van deze melding heeft appellant het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft vastgesteld dat appellant belastbaar is met inachtneming van de beperkingen die hij heeft neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 5 februari 2016. Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis daarvan de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant berekend op 54,98%.

1.3.

Bij besluit van 15 april 2016 heeft het Uwv zich op het standpunt gesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 23 februari 2016 45 tot 55% bedraagt. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt omdat hij zich volledig en duurzaam arbeidsongeschikt acht.

1.4.

Bij beslissing op bezwaar van 2 november 2016 (bestreden besluit) is dit bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Hieraan liggen een rapport van 1 november 2016 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een rapport van 2 november 2016 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft een neuropsychologische expertise laten verrichten door klinisch neuropsycholoog R. van Oort, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 17 oktober 2016. Dit rapport is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep meegenomen in zijn beoordeling en voor de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanleiding geweest om op 1 november 2016 een gewijzigde FML op te stellen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft een van de eerder geselecteerde functies vervangen door een andere functie binnen dezelfde SBC-code en de mate van arbeidsongeschiktheid onveranderd berekend op 54,98%.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek verricht. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat appellant is gezien door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep alle beschikbare informatie uit de behandelend sector, inclusief het rapport van het neuropsychologisch onderzoek, in zijn beoordeling betrokken. De rechtbank is niet gebleken dat essentiële onderdelen over de psychische en lichamelijke klachten van appellant onderbelicht zijn gebleven. Ook heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling door het Uwv. Uit de rapporten van de verzekeringsartsen blijkt dat zij kennis hebben genomen van de bij appellant vastgestelde diagnoses en de door hem naar voren gebrachte klachten. In zijn rapport van 1 november 2016 en aanvullend rapport van 5 oktober 2017 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk en onderbouwd beschreven waarom met de in de FML van 1 november 2016 neergelegde beperkingen voldoende rekening wordt gehouden met de situatie van appellant en waarom er geen aanleiding is om meer beperkingen aan te nemen. Voor zover door appellant is betoogd dat de neuropsycholoog de vraag met betrekking tot het doelmatig handelen niet heeft beantwoord, is de rechtbank van oordeel dat deze stelling feitelijke grondslag mist. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bij zijn onderzoek namelijk vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn voor neurologische, cerebrale schade en dat er om die reden geen aanleiding bestaat een beperking aan te nemen op het gebied van doelmatig handelen. Over de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit heeft de rechtbank geoordeeld dat het Uwv voldoende heeft toegelicht dat de functies wikkelaar, samensteller elektronische apparatuur (SBC-code 267050), productiemedewerker textiel, geen kleding (SBC-code 272043) en productiemedewerker (samenstellen van producten) (SBC-code 111180) in medisch opzicht geschikt zijn voor appellant.

3.1.

Appellant heeft in hoger beroep de in beroep aangevoerde gronden herhaald. Deze komen erop neer dat het Uwv zijn belastbaarheid heeft overschat en dat de geselecteerde functies daardoor niet geschikt zijn voor hem. Meer specifiek heeft appellant aangevoerd dat bij de medische beoordeling zijn angstklachten, faalangst en vermijdende gedrag onderbelicht zijn gebleven. Ook is het onderzoek in bezwaar onvolledig geweest omdat bij de neuropsychologische expertise het doelmatig handelen niet is onderzocht, ondanks dat het Uwv hierom heeft verzocht. Volgens appellant moeten er meer beperkingen aangenomen worden in de rubrieken 1 en 2 van de FML. Daardoor zijn de geselecteerde functies in medisch opzicht niet geschikt voor appellant.

3.2.

Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

In geschil is de vraag of het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in de zin van de Wet WIA terecht met ingang van 23 februari 2016 heeft vastgesteld op 45 tot 55%.

4.2.

Appellant heeft in hoger beroep in essentie dezelfde gronden aangevoerd als in beroep. De rechtbank heeft deze beroepsgronden afdoende besproken en heeft overtuigend gemotiveerd waarom deze niet slagen. Het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen, zoals weergegeven in de overwegingen 7 tot en met 7.2 en overweging 9 van de aangevallen uitspraak, en samengevat weergegeven in overweging 2 van deze uitspraak, worden onderschreven. De door appellant in hoger beroep gegeven nadere toelichting op deze gronden bevat geen aanknopingspunten om tot een ander oordeel te komen. Hiertoe wordt overwogen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 5 oktober 2017 heeft toegelicht dat de angstklachten voor een groot deel voortkomen uit de aanwezige persoonlijkheidsproblematiek. Dit blijkt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep duidelijk uit alle aanwezige informatie van de behandelaars, is genoemd in zijn rapport van de 1 november 2016, meegewogen in de medische beoordeling en hiervoor zijn beperkingen neergelegd in de FML van 1 november 2016. De verzekeringsarts bezwaar en beroep kan zich dan ook niet verenigen met de stelling van appellant dat de angstklachten onderbelicht zijn gebleven. Geoordeeld wordt dat er geen is aanleiding om dit standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor onjuist te houden. Voor de beroepsgrond van appellant over het doelmatig handelen heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 5 oktober 2017 verwezen naar zijn eerdere rapport van 1 november 2016. In dit rapport heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep toegelicht dat in de FML van

1 november 2016 beperkingen zijn neergelegd die ervoor zorgen dat sprake is van structuur en dat hiermee de uitvoerende, executieve functies gegarandeerd worden. Omdat er verder geen aanwijzingen zijn voor neurologische, cerebrale schade en rekening houdend met het gegeven dat er bij het neuropsychologisch onderzoek aanwijzingen zijn gevonden voor onderpresteren en het aanzetten van klachten door appellant, wordt er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep in voldoende mate tegemoet gekomen aan de bij appellant aanwezige psychische problematiek en is er geen indicatie om het doelmatig handelen te beperken. Aan de juistheid van deze conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt niet getwijfeld.

4.3.

Ook wordt de rechtbank gevolgd in haar oordeel dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies in medisch opzicht voor appellant geschikt zijn.

4.4.

Uit 4.1 tot en met 4.3 volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.

5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door A.I. van der Kris, in tegenwoordigheid van M. Sharifi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2020.

(getekend) A.I. van der Kris

De griffier is verhinderd te ondertekenen


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature