Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Afgewezen aanvraag bijzondere bijstand kosten woninginrichting en eerste maand huur. Na detentie niet direct zelfstandige woning betrokken. Kunnen reserveren of lening afsluiten. Lening voor studie betreft schuld waarvoor geen bijstand mogelijk is. Kosten eerste maand huur al voldaan voordat aanvraag is ingediend.

Uitspraak



15/6270 PW

Datum uitspraak: 11 juli 2017

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van

2 september 2015, 15/2076 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. G.J. Mulder, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 mei 2017. Namens appellant is verschenen mr. Mulder. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Mulders.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.1.

Appellant is tot april 2014 drie en een half jaar gedetineerd geweest en ontvangt sindsdien bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand, thans de Participatiewet (PW), naar de norm voor een alleenstaande. Aansluitend op zijn detentie heeft appellant bij zijn ouders en vervolgens bij zijn broer gewoond.

1.2.

Per 17 december 2014 heeft appellant een woning gehuurd op het adres [adres] te [woonplaats] . De eerste huur heeft appellant betaald met geld dat hij heeft geleend van een familielid.

1.3.

Op 18 december 2014 heeft appellant bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van woninginrichting en de eerste huur en administratiekosten van de woning.

1.4.

Op 13 januari 2015 heeft appellant een leenovereenkomst gesloten met de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam (GKB), waarbij hij € 2.466,54 heeft geleend voor de betaling van een opleiding die hij volgt.

1.5.

Bij besluiten van 27 januari 2015, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 20 februari 2015 (bestreden besluit), heeft het college de aanvraag voor de kosten van woninginrichting en eerste huur en administratiekosten afgewezen. Aan het bestreden besluit heeft het college ten aanzien van de kosten van woninginrichting ten grondslag gelegd dat deze kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De kosten waren voorzienbaar nu appellant na zijn detentie eerst heeft ingewoond bij zijn ouders en zijn broer en hij niet beschikte over een substantiële eigen inboedel. Appellant kon een beroep doen op een lening bij de GKB. De keuze van appellant om zijn studie af te maken is begrijpelijk, maar de aanwezigheid van een schuldenlast dan wel het ontbreken van voldoende reserveringsruimte als gevolg daarvan kan niet in het kader van de bijzondere bijstand worden afgewenteld op het college. Aan de besluitvorming ten aanzien van de kosten van eerste huur en administratiekosten heeft het college ten grondslag gelegd dat ten tijde van de aanvraag al in deze kosten was voorzien.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

3. In hoger beroep heeft appellant zich op hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de PW dient eerst beoordeeld te worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Op dit punt heeft het bijstandverlenend orgaan ingevolge deze bepaling een zekere beoordelingsvrijheid. De omstandigheid dat de betrokkene al dan niet de mogelijkheid heeft gehad te reserveren voor de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

Bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting

4.2.

De kosten voor woninginrichting zijn incidentele algemene kosten van het bestaan, die in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau dienen te worden voldaan, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf. Ook als voor het maken van deze kosten een objectieve noodzaak bestaat kan daarvoor alleen bijzondere bijstand worden verleend als sprake is van bijzondere omstandigheden en de kosten niet uit het inkomen en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan. Of iemand voor de kosten heeft kunnen reserveren of de kosten via gespreide betaling achteraf kan voldoen, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

4.3.

Appellant heeft aangevoerd dat sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten. Hij heeft verwezen naar paragraaf 9.5.9.3 van de Beleidsvoorschriften Werk, Participatie en Inkomen van de gemeente Amsterdam (beleidsvoorschriften), waarin staat dat bij mensen die na een langdurige detentieperiode een zelfstandige woning betrekken, verlening van bijzondere bijstand voor woninginrichting noodzakelijk kan zijn. Appellant stelt verder dat hij na zijn detentie slechts een korte periode reserveringstijd gehad. Hij verwijst in dit verband naar de uitspraak van 7 april 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BI0847, waarin de Raad een periode van vijftien maanden te kort achtte om te reserveren voor een noodzakelijke woninginrichting. Voorts kon appellant geen lening afsluiten bij de GKB omdat hij de in 1.4 genoemde lening al had afgesloten en niet, althans nauwelijks, meer bij de GKB kan lenen. Dat appellant de keuze heeft gemaakt om een lening bij de GKB af te sluiten ten behoeve van de opleiding in plaats van de woninginrichting kan hem niet worden tegenworpen, nu hij voor die keuze een dringende reden had. Hij diende voor maart 2017 een opleiding af te ronden om te voorkomen dat hij een schuld van € 24.000,- aan DUO zou moeten betalen.

4.4.

Deze beroepsgrond slaagt niet. Appellant heeft na zijn detentie niet meteen een zelfstandige woning betrokken maar heeft eerst gedurende acht maanden bij familie ingewoond, zodat paragraaf 9.5.9.3 van de beleidsvoorschriften niet van toepassing is. Appellant heeft in die periode kunnen reserveren. Het beroep op de in 4.3 genoemde uitspraak van 7 april 2009 met betrekking tot de duur van de reserveringsperiode kan niet slagen, nu in de zaak die leidde tot die uitspraak aan betrokkene niet werd tegengeworpen dat zij een lening kon sluiten bij de GKB. Het college heeft in de onderhavige zaak wel aan appellant kunnen tegenwerpen dat hij ten behoeve van de woninginrichting een lening had kunnen sluiten bij de GKB. De omstandigheid dat appellant heeft gekozen een lening af te sluiten ten behoeve van de kosten van een opleiding en dat als gevolg van de daardoor ontstane schuld de mogelijkheden van een lening voor woninginrichting bij de GKB mogelijk beperkt zijn, kan niet tot het oordeel leiden dat de kosten voor woninginrichting voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Volgens vaste rechtspraak (uitspraak van 24 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV2318) is het ontbreken van voldoende reserveringsruimte in verband met schulden en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen geen bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 35, eerste lid, van de PW . De kosten die daarmee verband houden, kunnen niet worden afgewenteld op de PW.

4.5.

Gelet op 4.4 slaagt het hoger beroep niet voor wat betreft de kosten van woninginrichting.

Bijzondere bijstand voor de kosten van de eerste huur

4.6.

Niet in geschil is dat de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand voor de kosten van eerste huur betrekking heeft op kosten die zijn gemaakt en voldaan voordat de aanvraag is ingediend. Gelet hierop staat vast dat appellant ingevolge artikel 35, eerste lid, van de PW , gelezen in samenhang met artikel 11, eerste lid, van de PW , geen recht had op bijzondere bijstand voor deze kosten.

4.7.

Appellant heeft aangevoerd dat in dit geval sprake is van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de aanvraag om bijzondere bijstand is gedaan nadat de kosten feitelijk zijn gemaakt en voldaan. De tijd tussen de beslissing op de aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van eerste huur en het tekenen van het huurcontract waarbij appellant de eerste huur diende te betalen was te kort voor het college om een beslissing te nemen. Appellant heeft van een familielid geld gekregen om dit probleem op te lossen zodat hij de eerste huur kon voldoen bij het tekenen van het huurcontract. Deze beroepsgrond slaagt al niet, omdat de mogelijke omstandigheid dat het college geen tijd genoeg zou hebben om te beslissen op de aanvraag vóór het moment waarop de huur moest worden betaald, er niet aan afdoet dat de aanvraag om bijzondere bijstand wel vóór de betaling van de huur kon worden gedaan.

4.8.

Uit 4.7 volgt dat het hoger beroep ook niet slaagt voor wat betreft de kosten van de eerste huur.

4.9.

Uit 4.5 en 4.8 volgt dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham als voorzitter en J.L. Boxum en

C. van Viegen als leden, in tegenwoordigheid van W.A.M. Ebbinge als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2017.

(getekend) A.B.J. van der Ham

(getekend) W.A.M. Ebbinge

HD

» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature