U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Met juistheid heeft de rechtbank overwogen dat niet is gebleken dat de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep, wiens rapport aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, niet zorgvuldig tot stand is gekomen. In de voorhanden medische gegevens is onvoldoende steun te vinden voor het standpunt dat appellante als gevolg van haar klachten volledig arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet WIA. Geselecteerde functies zijn in medisch opzicht passend.

Uitspraak



15/5667 WIA

Datum uitspraak: 12 april 2017

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 16 juli 2015, 15/1238 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. G.M. Pierik, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend met als bijlage een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep.

Het onderzoek ter zitting is gehouden op 1 maart 2017. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Pierik. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door E.M.C. Beijen.

OVERWEGINGEN

1.1.

Appellante is werkzaam geweest als activiteitenbegeleidster. Op 6 mei 2009 heeft zij zich ziek gemeld met psychische klachten. Bij besluit van 18 april 2011 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellante geen recht is ontstaan op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) omdat zij met ingang van 4 mei 2011 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellante heeft tegen dat besluit geen rechtsmiddelen aangewend.

1.2.

Appellante heeft op 25 juni 2014 bij het Uwv een verslechtering van haar gezondheid gemeld. Bij besluit van 25 augustus 2014 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellante per 25 juni 2014 geen recht is ontstaan op een WIA-uitkering omdat er sprake is van andere klachten dan bij de eerdere WIA-beoordeling. Daarom stelde het Uwv zich op het standpunt dat een wachttijd van 104 weken van toepassing was.

1.3.

Bij besluit van 2 februari 2015 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Het besluit van 25 augustus 2014 is gewijzigd in die zin dat met ingang van 25 juni 2014 wel sprake is van een toename van de arbeidsongeschiktheid van appellante uit dezelfde oorzaak, maar dat deze leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. Aan het bestreden besluit heeft het Uwv een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 30 december 2014 en rapporten van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 14 januari 2015 en 30 januari 2015 ten grondslag gelegd.

2. Appellante heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Bij de aangevallen uitspraak is het beroep van appellante ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank, kort weergegeven, overwogen dat de in beroep overgelegde medische informatie onvoldoende aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat de beperkingen van appellante door het Uwv te licht zijn gewaardeerd. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat uit de door appellante overgelegde recente informatie van de orthopedisch chirurg

F.R.A.J. de Meulemeester moet worden afgeleid dat de rugklachten van appellante medisch gezien (buiten enige discusdegeneratie op het niveau L3-L4) vrijwel niet objectiveerbaar zijn. Het oordeel van de huisarts van appellante alsmede dat van haar psycholoog ten aanzien van de psychische klachten kan naar het oordeel van de rechtbank niet doorslaggevend worden geacht omdat het in onvoldoende mate steunt op geobjectiveerde medische informatie.

3.1.

Appellante heeft in hoger beroep haar standpunt herhaald dat zij niet in staat is enige loonvormende arbeid te verrichten. Appellante meent dat zij als gevolg van het samenspel van rugklachten en psychische klachten ernstiger beperkt is dan uit de zogenoemde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) blijkt. Zij heeft aangevoerd dat op basis van de in beroep en hoger beroep overgelegde medische verklaringen blijkt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de rugklachten onvoldoende objectiveerbaar zijn. Er zijn meerdere medische oorzaken gevonden en diagnoses gesteld voor de rugklachten waarvoor appellante thans in behandeling is. Uit de verklaring van GZ-psycholoog drs. Ph. van Tiel van 16 juni 2015 blijkt dat appellante vanwege haar psychische klachten geen enkele arbeid kan verrichten. Deze verklaring wordt bevestigd door haar huisarts R. Daan in een verklaring van 16 juni 2015. Appellante merkt op dat zij in bewijsnood verkeert omdat haar behandelaars verklaren dat zij wel in staat zijn als medisch specialisten diagnoses te stellen, maar dat het niet aan hen is om de diagnoses te vertalen naar functiemogelijkheden, dan wel functies te beoordelen. Gelet op het verschil van inzicht met de behandelend artsen zou volgens appellante een deskundigenoordeel geïndiceerd zijn.

3.2.

Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

Met juistheid heeft de rechtbank overwogen dat niet is gebleken dat de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep, wiens rapport aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Blijkens de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 30 december 2014 en 22 juni 2015 is appellante zowel lichamelijk als psychisch onderzocht en is informatie van de huisarts en de orthopeed dr. H.R. Schwemm in de beoordeling betrokken. Bij de medische beoordeling is uitgegaan van chronisch aspecifieke rugklachten met enige pseudoradiculaire uitstraling zonder neurologische pathologie. Voorts zijn beperkingen aangenomen in verband met een burn-out, darmklachten en fibromyalgie. Appellante heeft informatie van diverse medische specialisten en andere behandelaars overgelegd. De rechtbank wordt gevolgd in het oordeel dat de in beroep overgelegde medische informatie onvoldoende aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat de beperkingen van appellante door de verzekeringsarts bezwaar en beroep van het Uwv te licht zijn gewaardeerd. De verklaringen van de huisarts en de psycholoog, dat appellante volledig arbeidsongeschikt moet worden geacht, zijn terecht niet doorslaggevend geacht, nu uit die verklaringen niet naar voren komt dat appellante andere beperkingen heeft dan door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn vastgesteld en meegewogen.

4.2.

In hoger beroep heeft appellante verklaringen overgelegd van de orthopeed

dr. Schwemm, de huisarts Daan en van C.A.M. van Vliet, reumatoloog. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in reactie op deze informatie gesteld dat daarin geen aanleiding is gelegen meer beperkingen aan te nemen. Deze conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep is deugdelijk gemotiveerd. In de voorhanden zijnde medische gegevens is onvoldoende steun te vinden voor het standpunt dat het samenspel van rugklachten en psychische klachten bij appellante leidt tot volledige arbeidsongeschiktheid in de zin van de Wet WIA. Dit vergt ten minste een concrete en toereikende onderbouwing, welke in dit geval ontbreekt. De voorhanden zijnde medische gegevens geven geen aanknopingspunten voor het oordeel dat sprake is van verschil van inzicht van feitelijke aard tussen de behandelend artsen en de verzekeringsartsen van het Uwv over de medische situatie van appellante. Bij de vertaling van klachten naar functionele beperkingen kan het Uwv slechts rekening houden met medisch objectiveerbare afwijkingen. Op grond van de voorhanden medische informatie van de behandelend sector bestaat geen aanleiding voor twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de door hem naar aanleiding van het bezwaar aangescherpte FML van 30 december 2014. De door appellante met toestemming van het Uwv ter zitting overgelegde medische verklaring van orthopedisch chirurg De Meulemeester van 28 februari 2017 leidt niet tot een ander oordeel. Deze geeft informatie over een proefkorset dat appellante enige tijd heeft gehad, maar geeft geen ander medisch beeld dan uit de overige stukken naar voren komt. Voor benoeming van een deskundige is geen aanleiding.

4.3.

Ervan uitgaande dat de beperkingen van appellante niet zijn onderschat, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de geselecteerde functies in medisch opzicht niet passend zijn voor appellante. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft bij rapport van

14 januari 2015 inzichtelijk toegelicht waarom de belasting in de geduide functies de belastbaarheid van appellante niet overschrijdt.

4.4.

Appellante heeft aangevoerd dat de orthopeed dr. Schwemm heeft verklaard dat appellante de voor haar geselecteerde voorbeeldfunctie van perronmedewerker (SBC-code 111220) niet kan vervullen omdat zij niet zonder motorische middelen kan laden en lossen. Deze stelling slaagt niet. Uitgaande van de beschreven inhoud van de werkzaamheden in de betrokken functie wordt bij het laden en lossen van een vrachtwagen deels gezeten op een elektrische hefwagen en enkele keren per dienst gebruik gemaakt van een handpallettruck.

4.5.

Uit 4.1 tot en met 4.4 volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en A.I. van der Kris en E. Dijt als leden, in tegenwoordigheid van R.H. Budde als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 april 2017.

(getekend) H.G. Rottier

(getekend) R.H. Budde

HD

» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature