Het bestreden besluit waarbij het verzoek om verhoging van het huurplafond is afgewezen, omdat voor appellant woningen beschikbaar zouden zijn binnen het voor hem geldende huurplafond, berust niet op een deugdelijke motivering. De rechtbank heeft dit niet onderkend en heeft ten onrechte de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. De Raad ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. Naar het oordeel van de commandant was niet mogelijk een passende woning te huren waarvan de huur lager is dan of gelijk is aan de eigen bijdrage. Onder die omstandigheden heeft appellant recht op een maandelijkse tegemoetkoming in de woninghuur. De tegemoetkoming bedraagt het verschil tussen de verschuldigde huur en de eigen bijdrage. De Raad zal de tegemoetkoming in de woninghuur vaststellen.