E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CRVB:2012:BW7454
LJN BW7454, Centrale Raad van Beroep, 11-1349 AW

Inhoudsindicatie:

De stichting heeft appellante het voornemen kenbaar gemaakt haar te ontslaan, nu zij en haar echtgenoot niet binnen de door de stichting gestelde termijn informatie over de school en de personeelsleden van de blogspot van haar echtgenoot heeft verwijderd.

Raad: De stichting heeft op goede gronden geoordeeld dat de inhoud van de blogspot, waarin de school en daar werkzame personen op herkenbare en negatieve wijze worden beschreven, waarbij aan deze personen verdraaide uitlatingen worden toegeschreven en waarbij uiterlijke kenmerken, houding en gedrag van deze personen in het belachelijke worden getrokken, getuigt van een gebrek aan loyaliteit aan de medewerkers en de school, de goede naam van de school schaadt en bovendien een onveilige sfeer creëert voor directie en docenten. De stichting heeft terecht in de ontvangen klachtbrieven aanleiding gezien om op te treden tegen degenen die voor de inhoud van de blogspot verantwoordelijk waren. Dat er mogelijk ook collega’s waren die, zoals appellante heeft gesteld, de blogspot wel waardeerden - waarvoor de gedingstukken overigens geen concrete aanwijzingen bevatten - kan niet afdoen aan het belang van corrigerend optreden ter bescherming van een goed functioneren van de school.

Het beroep dat door appellante is gedaan op de vrijheid van meningsuiting van haar echtgenoot faalt, nu het hier uitingen betreft waarvan haar echtgenoot zich, gelet op art. 125a van de AW, behoorde te onthouden. De uitingen vormden immers een ontoelaatbare aantasting van het goede functioneren van de school en deden afbreuk aan een goede functievervulling van de echtgenoot.

Wat betreft de betrokkenheid van appellante stelt de Raad vast dat uit de inhoud van de blogspot blijkt dat de echtgenoot heeft geput uit de verhalen die appellante hem over school heeft verteld. In zoverre kan zij mede verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van de blogspot. De Raad wil nog wel aannemen dat de echtgenoot van appellante, zoals zij heeft verklaard, dermate eigenwijs is dat hij toch niet zou zijn ingegaan op een verzoek van appellante om de gewraakte uitingen van de blogspot te verwijderen. Maar dan kan het appellante in elk geval wel worden aangerekend dat zij, ook nadat haar was gebleken dat collega’s zich geraakt voelden, op geen enkele wijze afstand heeft genomen van de inhoud van de blogspot, dat zij naar aanleiding van de reacties geen spijt heeft betuigd of zelfs maar begrip heeft getoond, en dat zij evenmin bereidheid heeft getoond voortaan niet meer bij te dragen aan de totstandkoming van verhalen in de gewraakte trant. Dat aldus van appellante, met het oog op een herstel van de verstoorde verhoudingen, een opstelling werd gevergd die mogelijk als een gebrek aan echtelijke loyaliteit kon worden uitgelegd, is een omstandigheid die voor haar rekening moet blijven. Zij kan zich dus niet op overmacht beroepen. Ook kan appellante zich er niet op beroepen dat de stichting geen poging zou hebben gedaan om tot herstel van de verstoorde verhoudingen te komen, nu het op de weg van appellante zelf lag om een betekenisvolle eerste stap te zetten.

Gelet op de compromisloze opstelling van appellante staat ook voor de Raad vast dat sprake was van onherstelbaar verstoorde verhoudingen, niet alleen op schoolniveau, maar ook op bestuursniveau. Ook bij plaatsing in een andere functie binnen de onderwijsgroep - daargelaten dat daartoe praktisch niet de mogelijkheid bestond - zou immers een zodanig risico bestaan op vergelijkbare onrust rondom appellante, dat herplaatsing niet van de stichting kon worden gevergd.

Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie