Maatregel. Verlaging bijstand gedurende vier maanden. Onder de omstandigheden van dit geval kan in redelijkheid niet worden gezegd dat de opgelegde maatregel geen blijk geeft van een ‘fair balance’ tussen de publieke belangen betrokken bij de afstemming van bijstand en de particuliere belangen van appellanten. Heroverweging. Aan de aanvaarding van appellant van werkzaamheden met ingang van 14 januari 2010 kan geen betekenis toekomen voor de heroverweging van de opgelegde maatregel over de maand november 2009. Afwijzing bijstand minderjarige kinderen. Hetgeen door appellanten is aangevoerd vormt geen zeer dringende reden zoals dat begrip in het licht van de van belang zijnde bepalingen van het IVRK moet worden uitgelegd.