Gedeeltelijke terugvordering werkdeel WWB 2006. De staatssecretaris heeft zich, bezien vanuit de systematiek van het verantwoording afleggen en de daarbij gehanteerde rapportagetolerantie, op het standpunt kunnen stellen dat, indien sprake is van financiële onzekerheid die de rapporteringstolerantiegrens te boven gaat, dit tot gevolg heeft dat de besteding niet althans niet met zekerheid kan worden verantwoord, zodat sprake is van een onrechtmatige besteding. De financiële onzekerheid is met het aanvullende rapport van de accountant niet opgeheven. De staatssecretaris heeft zich dan ook op goede gronden gehouden geacht het bedrag van € 337.881,-- van appellant terug te vorderen. Geen aanleiding voor matiging. Appellant wordt niet gevolgd in zijn stelling dat de door de staatssecretaris gehanteerde grondslagen voor de terugvordering voor appellant niet kenbaar waren en om die reden niet onverkort mogen worden gehanteerd. Geen sprake van bijzondere omstandigheden.