E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CRVB:2012:BV8626
LJN BV8626, Centrale Raad van Beroep, 10-3379 AW

Inhoudsindicatie:

Ontslag wegens ongeschiktheid anders dan op grond van ziekte. Van ongeschiktheid wegens ziekte voor een bepaalde functie is (tevens) sprake indien op grond van medische gegevens met een grote mate van waarschijnlijkheid moet worden aangenomen dat bij en als gevolg van hervatting in dit eigen werk wederom uitval wegens ziekte zal plaatsvinden en/of dat hervatting tot schade van de gezondheid zal leiden. Daarvan is hier blijkens de beschikbare gegevens onmiskenbaar sprake. Bij de aangevallen uitspraak is het bestreden besluit dus terecht, zij het op andere gronden, vernietigd. 1) Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft appellant een nieuw besluit genomen, waarbij het ontslag is gehandhaafd, maar de ontslaggrond is gewijzigd in “andere gronden”, onder toekenning van (de garantie van) een aanspraak op de minimale uitkeringsregeling van hoofdstuk 10a (ZAR). De vaststelling door appellant dat een impasse is ontstaan waaruit geen andere uitweg mogelijk was dan een beëindiging van betrokkenes dienstverband, is juist. De onwrikbaar geworden situatie was niet (alleen) een gevolg van (te verwachten) ziekte van betrokkene. Bij deze situatieve ongeschiktheid kon appellant dan ook zijn toevlucht nemen tot een ontslagverlening ‘op andere gronden’. Het besluit is niet gebaseerd op nieuwe feiten die aanleiding zouden hebben behoren te geven tot het opnieuw horen van betrokkene. Appellant heeft een overwegend aandeel gehad in het ontstaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. Vervolgens moet worden vastgesteld dat appellant zich weliswaar heeft ingespannen om betrokkene weer aan het werk te krijgen, maar daarbij onvoldoende in het oog heeft gehad dat betrokkene medische klachten had die verband hielden met de ontstane conflictsituatie. Door naast het relatief bescheiden bedrag voor outplacement te volstaan met de minimale uitkeringsregeling is betrokkene dan ook onvoldoende recht gedaan. Betrokkene komt hier een zogenoemd plusje toe. Het besluit kan niet in stand blijven, voor zover daarbij is nagelaten een regeling te treffen die verder gaat dan de minimale uitkeringsregeling. Geen toepassing gegeven aan de zogenoemde kantonrechtersformule. De Raad voorziet zelf en kent een compensatie toe van een bedrag van € 15.000,-. Kosten behandeling bezwaar. 2) Weigering om ter zake van ingebrekestelling voor de nalatigheid om tijdig een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen ter uitvoering van de aangevallen uitspraak, de hoogte van de verschuldigde dwangsom vast te stellen. Betrokken stelde appellant tijdig en niet prematuur in gebreke. De hoogte van de door appellant verschuldigde dwangsom wordt vastgesteld op een bedrag van € 940,-.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie