Weigering aan appellant een tegemoetkoming in de kosten van een opleiding voor het groot vaarbewijs en de kosten voor het afleggen van examens toe te kennen. De brief van appellant bevat geen enkele indicatie dat sprake is van een verzoek om vergoeding van kosten. Nu van een verzoek om vergoeding van de kosten gedaan voor het einde van de uitkering geen sprake is, laat de Raad het antwoord op de vraag daar of zo’n verzoek voor inwilliging in aanmerking kan komen. Met juistheid heeft de rechtbank voorts geoordeeld dat van de zijde van het Uwv geen toezeggingen zijn gedaan als door appellant is gesteld.