E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ9006
LJN BQ9006, Centrale Raad van Beroep, 10-935 AWBZ

Inhoudsindicatie:

Niet verzekerd ingevolge de AWBZ, omdat appellant niet in Nederland rechtmatig verblijf geniet als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 . Appellant verkeerde ten tijde hier in geding weliswaar in een moeilijke situatie, maar niet kan worden gezegd dat de fysieke toestand van appellant substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van de verstrekking van gevraagde zorg. Appellant heeft geen medische verklaringen overgelegd, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat ten tijde van belang sprake is geweest van een substantiële bedreiging van zijn fysieke toestand in vorenbedoelde zin. Daar komt bij dat appellant ten tijde van belang niet legaal in Nederland verbleef, terwijl niet is gebleken dat het voor appellant niet mogelijk was terug te keren naar het land van herkomst. Naar het oordeel van de Raad kan in die omstandigheden in redelijkheid niet worden volgehouden dat de weigering van de gevraagde zorg geen blijk geeft van een “fair balance” tussen de publieke belangen betrokken bij de weigering van de geïndiceerde zorg en de particuliere belangen van appellant. Het beroep op artikel 8 van het EVRM slaagt dan ook niet. Nu de beroepsgrond over artikel 8 van het EVRM naar het oordeel van de Raad geen doel treft, behoeft de beroepsgrond over artikel 3 van het EVRM , uit welke bepaling een zwaardere norm voortvloeit, geen bespreking (vergelijk CRvB 29 juni 2010, LJN BM9795).

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie