Weigering ziekengeld. Kok-matroos. Appellant wordt niet als werknemer in de zin van de ZW beschouwd omdat hij als vreemdeling deel uitmaakt van de bemanning van een zeevaartuig, wonende aan boord van dat vaartuig en ingevolge art. 9 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 is uitgesloten van de kring van verzekerden van de ZW. Voor het onderscheid naar nationaliteit bestaat een toereikende rechtvaardiging. Verder is voor niet verzekerde bemanningsleden van zeeschepen een regeling opgenomen in het Wetboek van Koophandel, ten aanzien van doorbetaling van loon tijdens ziekte. Geen strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat Kaapverdische zeelieden wel aanspraken aan de werknemersverzekeringen kunnen ontlenen omdat het Verdrag tussen Nederland en de Republiek Kaapverdië regelt dat op hen de Nederlandse wetgeving van toepassing is. Het beroep van appellant op het gemeenschapsrecht slaagt niet, omdat appellant geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie.