GLB 2023, te late aanmelding, beroep ongegrond. Deze uitspraak gaat over een landbouwer die zich in het eerste aanvraagjaar heeft aangemeld voor steun op grond van de Uitvoeringsregeling GLB 2023. De aanmelding van de landbouwer is na de uiterste aanmelddatum ontvangen. De minister heeft zich daarom in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de landbouwer voor 2023 geen steun op grond van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan aanvragen. Het College oordeelt dat de minister voldoende deugdelijk heeft gemotiveerd dat met het stellen van een uiterste datum voor de aanmelding legitieme doelen worden gediend. Uitgangspunt dient dan ook te zijn dat een landbouwer zijn aanmelding vóór die uiterste datum, in dit geval 15 juni 2023, had moeten indienen om voor GLB-steun in aanmerking te komen. Het College is van oordeel dat het als niet tijdig aanmerken van de aanmelding niet leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Daarbij kent het College gewicht toe aan de omstandigheid dat de aanmelding pas vijf weken na de uiterste aanmelddatum is ontvangen en dat de landbouwer de te late aanmelding mede heeft geweten aan de drukte op het kantoor van zijn adviseur. Die omstandigheid komt voor zijn rekening en risico. Voor het oordeel dat aan het financiële belang van Bouma meer gewicht moet worden toegekend dan aan het algemene belang dat de minister dient ziet het College daarom geen grond. Het besluit is ook niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.