U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Art. 8:55 Awb: Verzet ongegrond

Uitspraak



uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/352

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2024 op het verzet van [naam 1] , handelend onder de naam [naam 2] , te [plaats] (de onderneemster)

(gemachtigde: W.G.A. Blom)

Procesverloop

De onderneemster heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken over een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL).

Met de uitspraak van 5 september 2023 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dus zonder zitting, het beroep ongegrond verklaard.

Tegen de uitspraak van 5 september 2023 heeft de onderneemster verzet gedaan.

Overwegingen

1. De minister heeft het bezwaar van de onderneemster tegen het TVL-vaststellingsbesluit van 15 september 2022 over Q3 2021 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. In de uitspraak van 5 september 2023 oordeelt het College dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

2 De onderneemster heeft tegen de uitspraak aangevoerd dat daarin alleen wordt ingegaan op de te late indiening van de bezwaren. Dat gaat voorbij aan het feit dat de eerste aanvraag tijdig en juist was ingediend, met daarin al opgenomen de definitieve omzetcijfers conform de aangifte omzetbelasting. Bij juiste verwerking door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) was de onderneemster niet in deze situatie terecht gekomen.

3 Voor het beoordelingskader verwijst het College naar zijn uitspraak van

30 januari 2024 (ECLI:NL:CBB:2024:31). Het College moet beoordelen of het niet binnen de termijn indienen van een bezwaarschrift aan de onderneemster kan worden toegerekend. Het College beantwoordt die vraag bevestigend. In het verzetschrift voert de onderneemster geen omstandigheden aan die zien op de reden van overschrijding van de bezwaartermijn, zodat er geen reden is om de uitspraak van 5 september 2023 niet juist te achten.

4 De conclusie is dat de uitspraak van 5 september 2023 juist is. Het verzet zal daarom ongegrond worden verklaard. Dit betekent dat het beroep van de onderneming niet inhoudelijk wordt behandeld en de zaak met deze uitspraak is geëindigd.

5 De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Schoneveld, in aanwezigheid van E.A. van der Meel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 september 2024.

w.g. M. Schoneveld w.g. E.A. van der Meel


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature