TVL Q2 van 2021, Q4 van 2021 en Q1 van 2022. De beroepen zijn ongegrond. Het College ziet geen aanleiding dat de door de onderneming genoemde omstandigheden zouden moeten leiden tot het extrapoleren van de omzet over de hele referentieperiode, dan wel dat de gestelde seizoensinvloeden hierin zouden moeten worden meegenomen.
Het College ziet in hetgeen door de onderneming is aangevoerd ook geen aanleiding om de artikelen 2.3.3., 2.5.3. en 2.6.3., van de TVL onverbindend te verklaren.
Naar het oordeel van het College zijn de door de onderneming genoemde omstandigheden, te weten dat haar onderneming pas op 1 augustus 2020 haar deuren opende, en de financiƫle gevolgen hiervan, niet zodanig schrijnend dat de minister om die reden moet afwijken van de TVL. De minister heeft zich op het standpunt mogen stellen dat geen sprake is van een zeer uitzonderlijk geval waarin de besluiten onevenredig nadelig uitpakken.