artikel 23, derde lid, van de Meststoffenwet
artikel 38, tweede lid, van de Meststoffenwet
artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP)
Fosfaatrechten. Fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd met artikel 1 van het EP. Fosfaatrechtenstelsel levert geen ongeoorloofde staatssteun op.
Bestreden besluit in strijd met het motiveringsbeginsel, want verweerder heeft nagelaten om het besluit te toetsen aan artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Naar het oordeel van het College heeft verweerder bij de afweging van de bij de besluitvorming betrokken belangen niet in redelijkheid tot afwijzing van het verzoek om ontheffing kunnen komen. Verweerder heeft niet onderkend dat geen sprake is van een uitbreiding maar een terugkeer naar een in het verleden al gerealiseerde situatie. Het afwijzen van het verzoek tot ontheffing is niet in het belang van het met het bestreden besluit te dienen doel, te weten het in lijn met het fosfaatrechtenstelsel tegengaan van uitbreidingen van melkveebedrijven na de peildatum en zo het behoud van derogatie voor Nederland. Het belang dat appellante heeft bij het afronden van het lang lopende overnametraject en de terugkeer naar de uitgangssituatie, dient daarom te prevaleren. Uit het voorgaande volgt dat verweerder aan appellante een ontheffing dient te verlenen.