Uitspraak
uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
zaaknummers: 18/1336 en 18/2228
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2020 tot rectificatie van de uitspraak in de zaak tussen
V.O.F. [naam] , te [plaats] , appellante(gemachtigde: C. Blokland),
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
(gemachtigde: mr. I.C.M. Nijland).
Procesverloop
Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 20 oktober 2020 met zaaknummers 18/1336 en 18/2228 (ECLI:NL:CBB:2020:718) een kennelijke onjuistheid in het dictum bevat.
Appellante heeft het College bij brief van 22 oktober 2020 op deze onjuistheid gewezen en verzocht over te gaan tot rectificatie.
Overwegingen
Het College overweegt dat verweerder in het dictum van de uitspraak van 20 oktober 2020 is opgedragen om het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellante te vergoeden. Het hierin genoemde bedrag is kennelijk onjuist. Nu het dictum een kennelijke en voor eenvoudig herstel vatbare onjuistheid bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.
Het College wijzigt het dictum van de uitspraak van 20 oktober 2020, met zaaknummers 18/1336 en 18/2228, als volgt.
“draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 676,- aan appellante te vergoeden.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Beslissing
Het College rectificeert zijn uitspraak van 20 oktober 2020 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C. Stuldreher, in aanwezigheid van mr. A. Verhoeven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 november 2020.
De voorzitter is verhinderd te ondertekenen. De griffier is verhinderd te ondertekenen.