E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CBB:2020:860
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 19/219

Inhoudsindicatie:

Meststoffenwet (Msw) artikel 21b; 23, derde lid; 38, tweede lid; Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP) artikel 1.

De beroepsgronden dat het fosfaatrechtenstelsel op regelingsniveau in strijd is met de Nitraatrichtlijn, leidt tot ongeoorloofde staatssteun in strijd is met artikel 1 van het EP, slagen niet. Appellant heeft niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legt. Hoewel appellant in 2012 en 2013 is begonnen met het aanvragen van de benodigde vergunningen, heeft hij pas eind 2014 geïnvesteerd in de bouw van de stal, met als gevolg dat hij op de peildatum zijn stal nog niet volledig benutte. Door te wachten met de verdere uitbreiding van de veestapel tot na april 2015, heeft appellant meer dan de gebruikelijke ondernemersrisico’s genomen. Het College acht deze ondernemerskeuze van appellant niet navolgbaar.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie