E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CBB:2020:439
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 19/214, 19/215, 19/216, 19/1468, 19/1469 en 19/1470

Inhoudsindicatie:

Wmg. Einduitspraak na toepassing bestuurlijke lus.

Vaststelling door NZa van prestatiebeschrijvingbeschikkingen voor 2019 en 2020 waarbij de declaratiebepaling voor de magistrale bereiding van uitsluiten op recept verkrijgbare geneesmiddelen door apotheken is gewijzigd. Daarbij is de voorwaarde om voor declaratie in aanmerking te komen, dat het gaat om een voorgeschreven UR-geneesmiddel waarvan “geen equivalent geregistreerd geneesmiddel (combinatie van werkzame stof, dosering en toedieningsvorm) verkrijgbaar is” geschrapt. Na toepassing van de bestuurlijke lus wordt duidelijk dat de dragende motivering hiervoor is om een belemmering weg te nemen die niet werd gerechtvaardigd door bestaande wet- en regelgeving omtrent de toelaatbaarheid van apotheekbereidingen. Het College oordeelt dat de bestreden besluiten hiermee genoegzaam zijn gemotiveerd. Het College wijst erop dat een dergelijke beperkende voorwaarde in een tarief- en prestatiebeschikking niet rechtmatig is. De motivering van verweerster waarbij zij de declaratievoorwaarde als onnodig belemmerend heeft gekwalificeerd kan daarom rechtens stand houden. De beroepsgronden van appellanten falen. Omdat de bestreden besluiten zoals uit de tussenuitspraak volgt een motiveringsgebrek bevatten, dat is hersteld, worden de beroepen gegrond verklaard maar blijven de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie