E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CBB:2020:1008
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 19/879

Inhoudsindicatie:

Artikel 23, derde lid, van de Meststoffenwet

Artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Fosfaatrechten - individuele en buitensporige last

Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. In dat verband is van belang dat appellante in 2012 en 2013 investeringen heeft gedaan in een forse uitbreiding van haar melkveehouderij. Zo appellante op de peildatum al beschikte over alle daarvoor benodigde vergunningen – hetgeen niet blijkt uit de stukken – acht het College gezien het tijdstip waarop de investeringen zijn gedaan en het ontbreken van een bedrijfseconomische noodzaak of andere dwingende redenen voor het doen van die investeringen, die beslissingen, mede bezien in het licht van de afschaffing van het melkquotum en de maatregelen die in verband met die afschaffing te verwachten waren niet navolgbaar.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie