U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Msw en artikel 1 van het EP. Naar het oordeel van het College heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Een nadere toelichting over de daadwerkelijke gevolgen van het toegekende aantal fosfaatrechten voor appellantes bedrijf ontbreekt.

Uitspraak



uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/1813

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 september 2019 in de zaak tussen Maatschap [naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , appellante,

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigden: mr. J.H. Eleveld en mr. S.J.E. Loontjens).

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder op grond van artikel 23, derde lid, van de Meststoffenwet (Msw) het fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 351 kilogram (kg).

Bij besluit van 23 juli 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 augustus 2019.

Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Relevante bepalingen

1. Ingevolge artikel 23, derde lid, van de Msw stelt verweerder het op een bedrijf rustende fosfaatrecht per 1 januari 2018 vast in overeenstemming met de productie van dierlijke meststoffen door melkvee dat op 2 juli 2015 op het bedrijf is gehouden en geregistreerd.

Ingevolge artikel 23, zesde lid, van de Msw wordt, indien een landbouwer meldt en aantoont dat het krachtens het derde lid op het bedrijf rustende fosfaatrecht minimaal vijf procent lager is door bouwwerkzaamheden, diergezondheidsproblemen, ziekte, ziekte of overlijden van een persoon van het samenwerkingsverband van de landbouwer of een bloed- of aanverwant in de eerste graad, of vernieling van de melkveestallen, het fosfaatrecht bepaald aan de hand van het melkvee waarover deze landbouwer zonder deze buitengewone omstandigheden zou hebben beschikt.

Ingevolge artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP) heeft iedere natuurlijke of rechtspersoon recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht. Uit de tweede alinea volgt dat de voorgaande bepalingen op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.

Feiten

2. Het College gaat uit van de volgende, in dit geding van belang zijnde, feiten en omstandigheden. Op de peildatum had appellante 16 stuks jongvee jonger dan 1 jaar en 9 stuks jongvee van 1 jaar en ouder. In de periode van 2 maart 2015 tot en met 6 mei 2015 heeft appellante 22 stuks jongvee van 1 jaar en ouder afgevoerd.

De beroepsgronden

3. Appellante voert aan dat zij, door bij de vaststelling van het fosfaatrecht uit te gaan van een peildatum, onevenredig wordt benadeeld. Zij voert eerst dieren af alvorens zij nieuwe dieren aankoopt. Kort voor de peildatum heeft zij 22 dieren afgevoerd en pas 3 dieren aangekocht. Appellante verzoekt bij de vaststelling van het fosfaatrecht rekening te houden met het gemiddelde aantal dieren over een aantal peildata. De toekenning van fosfaatrechten voor (slechts) 25 stuks jongvee brengt haar bedrijfsvoering in gevaar.

Standpunt van verweerder

4. In de door appellante aangevoerde omstandigheden ziet verweerder geen reden om aan te nemen dat in haar situatie sprake is van een individuele en buitensporige last. Dat doet zich pas voor indien een melkveehouder in vergelijking met andere melkveehouders als gevolg van het aan hem toegekende aantal fosfaatrechten wordt geconfronteerd met een zeer nijpende situatie en er tevens bijzondere omstandigheden zijn die meebrengen dat hij onevenredig wordt getroffen. De situatie van appellante onderscheidt zich niet van andere (melk)veehouders met dezelfde bedrijfsvoering en bijvoorbeeld van export- of verzamelstations die ook te maken hebben met een wisselende veebezetting. Appellante heeft haar standpunt ook niet nader met stukken onderbouwd. Evenmin is sprake van een knelgeval als bedoeld in artikel 23, zesde lid, van de Msw.

Bespreking van de beroepsgronden

5. Het College stelt voorop dat de keuze van appellante om haar bedrijfsvoering zo in te

richten dat zij eerst dieren afvoert alvorens nieuwe dieren aan te schaffen, geen buitengewone omstandigheid is als bedoeld in artikel 23, zesde lid, van de Msw. Appellante heeft op grond daarvan dus geen aanspraak op verhoging van het fosfaatrecht. Ook appellantes verzoek om bij de vaststelling van het aan haar toekomende fosfaatrecht rekening te houden met meerdere peildata en daar een gemiddelde van te nemen, kan niet slagen. Artikel 23, derde lid, van de Msw bepaalt immers dat het fosfaatrecht wordt vastgesteld aan de hand van melkvee dat op 2 juli 2015 is gehouden op het bedrijf. Voor het hanteren van andere (meerdere) peildata bestaat dan ook geen wettelijke grondslag.

6.1

Het College merkt vervolgens op dat het beroep van appellante, gezien de verwijzing naar haar bedrijfsvoering, zo wordt begrepen dat zij (ook) bedoeld heeft te stellen dat op haar – als gevolg van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel – een individuele en buitensporige last als bedoeld in artikel 1 van het EP rust.

6.2

Voor de algemene uitgangspunten bij de beoordeling van het beroep op artikel 1 van het EP verwijst het College naar zijn heropeningsbeslissing van 17 oktober 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:522), de daarop volgende uitspraken van 9 januari 2019 (ECLI:NL:CBB:2019:1-7) en de uitspraak van 23 juli 2019 (ECLI:NL:CBB:2019:291). Bij de beoordeling komt gewicht toe aan alle omstandigheden van het geval. In dat verband is vooral relevant de mate waarin de individuele melkveehouder wordt geraakt door het fosfaatrechtenstelsel en het aan hem toegekende fosfaatrecht. Daarbij heeft te gelden dat niet ieder vermogensverlies als gevolg van het fosfaatrechtenstelsel en het toegekende fosfaatrecht als een buitensporige last kan worden aangemerkt.

6.3

Naar het oordeel van het College heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Van bijzondere omstandigheden die zouden moeten leiden tot een ander oordeel is niet gebleken. Een nadere toelichting over de daadwerkelijke gevolgen van het toegekende aantal fosfaatrechten voor appellantes bedrijf ontbreekt. Zij heeft niet met (financiële) stukken waaruit haar (actuele) vermogenspositie blijkt, aangetoond dat de financiële last dermate zwaar is dat deze de continuïteit van het bedrijf in gevaar brengt. Onder deze omstandigheden ziet het College geen aanleiding om aan te nemen dat appellante buitensporig is getroffen door het fosfaatrechtenstelsel.

7. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Duuren in aanwezigheid van mr. F. Willems, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 september 2019.

w.g. M. van Duuren w.g. F. Willems


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature