E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:CBB:2019:428
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 18/1903

Inhoudsindicatie:

Msw, artikel 72b van het Uitvoeringsbesluit en artikel 1 van het EP.

Voor het meenemen van tot appellantes bedrijf behorende landbouwgrond die is gelegen in Belgiƫ bestaat dan ook geen wettelijke grondslag. Verweerder heeft appellante dan ook terecht niet aangemerkt als grondgebonden bedrijf.

Er is in het geval van appellante ook geen sprake van een individuele en buitensporige last ten gevolge van het fosfaatrechtenstelsel. Het had appellante vanaf het moment dat bekend werd dat het stelsel van melkquotering zou worden afgeschaft, redelijkerwijs duidelijk moeten zijn dat een ongeremde groei van de melkveehouderij niet mogelijk was. De keuze van appellante om de veestapel geleidelijk te laten groeien met aanwas van eigen jongvee komt dan ook voor haar rekening. Appellante beschikte op 2 juli 2015 ook niet over de vereiste vergunningen voor de beoogde uitbreiding van haar veestapel.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie