Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 458106 / HA ZA 10-1478
Vonnis van 13 april 2011
in de zaak van
[A],
wonende te --,
eiser,
advocaat mr. J.A. Voerman te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. F.R.H. van der Leeuw te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [A] en ABN Amro genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 april 2010;
- de akte houdende producties, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het ambtshalve tussenvonnis van 4 augustus 2010, waarbij een comparitie van partijen werd bepaald;
- het proces-verbaal van de op 11 november 2010 gehouden comparitie van partijen, met de daarin genoemde aanvullende producties van de zijde van [A].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 5 juni 2002 hebben [A] en ABN Amro een overeenkomst effectendienstverlening met elkaar gesloten. Artikel 1 van die overeenkomst luidt als volgt:
“De Bank verricht c.q. verleent in opdracht en voor rekening van Cliënt effectentransacties en andere bijkomende diensten onder toepassing van de bepalingen als opgenomen in de ‘Voorwaarden Effectendienstverlening ABN AMRO’.”
2.2. In het kader van voormelde overeenkomst heeft ABN Amro op naam van [A] een effectenrekening geopend, waaraan een kredietfaciliteit is gekoppeld. Per 1 maart 2007 is op basis van het toenmalige effectenbezit van [A] een effectendekkingswaarde / kredietlimiet van EUR 119.838,- door ABN Amro vastgesteld.
2.3. Sedert 23 maart 2007 heeft [A], krachtens een TradeBoxovereenkomst met ABN Amro, een abonnement op TradeBox van ABN Amro. Op haar internetsite heeft ABN Amro TradeBox onder meer als volgt aangeduid en omschreven:
“Uw eigen dealingroom thuis
• (...)
• Realtime streaming nieuws en koersen
(...)
Zelf beleggen als een professional
Beleggen wordt pas echt interessant als u beschikt over alle actuele informatie en koersen van de belangrijkste beurzen wereldwijd. Met TradeBox haalt u een geavanceerd handelsplatform in huis, waarmee u als online belegger razendsnel uw orders plaatst.
Kerncijfers van alle toonaangevende effectenhuizen
Met TradeBox beschikt u over de kerncijfers en de aan- en verkoopadviezen van internationale effectenhuizen. Daarmee bent u even uitgebreid en actueel geïnformeerd als professionele beleggers.
Makkelijk aan te passen aan uw wensen
(…) U kunt de schermen zo instellen dat u altijd direct die informatie te zien krijgt die voor u belangrijk is.”
2.4. In de “Bevestigingsemail TradeBox” van 23 maart 2007 heeft ABN Amro aan [A] onder meer het volgende geschreven:
“Hartelijk dank voor uw aanmelding voor TradeBox, ABN AMRO’s geavanceerde informatiesysteem voor de actieve belegger. Deze e-mail geeft u een bevestiging van de door u afgesloten overeenkomst(en). (…)
Op uw abonnement zijn de algemene voorwaarden ABN AMRO TradeBox van toepassing (…)”
2.5. Artikel 12 lid 1 van de “ALGEMENE VOORWAARDEN ABN AMRO TRADEBOX” (verder: voorwaarden TradeBox) luidt, voor zover van belang:
“12. Aansprakelijkheids- / schadevergoedingsbeperking
1. ABN AMRO is, behoudens haar eigen opzet of grove schuld, niet aansprakelijk voor schade die direct of indirect voortvloeit
uit:
a) het geheel of gedeeltelijk niet bereikbaar zijn of anderszins niet of niet behoorlijk functioneren van TradeBox;
b) wijziging, opschorting en/of beëindiging van TradeBox als Bankdienst.
2. (…)
3. Deze aansprakelijkheids- en schadevergoedingsbeperkingen strekken mede ten behoeve van door ABN AMRO in verband
met de uitvoering van Overeenkomst ingeschakelde derden.”
2.6. Met TradeBox is [A] actief in AEX-index opties gaan handelen met gebruikmaking van een optiestrategie die kortweg neerkomt op het schrijven van putopties en callopties (puts en calls) - en daarvoor premie te ontvangen -, om vervolgens, naar aanleiding van de bewegingen van de AEX, vanuit de startpositie in puts en calls te handelen, zodanig dat op het moment van expiratie van de opties geen put en call “in the money” is. De uitgangspunten van deze strategie zijn:
- dat het aantal puts en calls in balans is;
- dat de uitoefenprijs van de calls 15 tot 20 punten boven en die van de puts 15 tot 20 punten onder de AEX ligt;
- dat de gemiddelde uitoefenprijs van de opties in de buurt van de AEX ligt.
2.7. Medio 2008 heeft [A] gebruik gemaakt van de hem door ABN Amro, door middel van een nieuw autorisatiesysteem, geboden mogelijkheid om vanuit TradeBox nog sneller orders te plaatsen.
2.8. Op vrijdag 26 september 2008 sloot de AEX op 354,58 punten en zag de optieportefeuille van [A] - met als gemiddelde uitoefenprijs van de opties, waarvan er geen “in the money” was, van 361,59 punten en een spreiding tussen de gemiddelde uitoefenprijs van de calls en de gemiddelde uitoefenprijs van de puts van 33,18 punten - er, voor zover in deze procedure van belang, als volgt uit:
“20 call oct 370 110 put oct 345
10 call oct 375
70 call oct 380
10 call oct 385”
2.9. In de loop van maandag 29 september 2008 zakte de AEX van 354,58 punten naar 323,55 punten. De kop van de website van Het Financieele Dagblad luidde aan het eind van die dag:
“Bloedbad op Damrak, AEX sluit bijna 9% lager”
2.10. Van 09.00 uur tot 10.30 uur op die maandag is er een storing geweest bij de door ABN Amro, ter uitvoering van de door middel van TradeBox door haar cliënten verstrekte orders, ingeschakelde broker. Door deze storing vond geen terugkoppeling naar TradeBox plaats van in de ochtend door [A] door middel van TradeBox verstrekte royementsorders met betrekking tot 60 contracten AEX put oct 345 en trad met betrekking tot deze contracten een blokkade op.
2.11. Om 15.30 uur die dag heeft ABN Amro [A] gebeld met de mededeling dat hij telefonisch orders kon inleggen, waarbij de blokkade kon worden overruled. [A] heeft hiervan (uiteindelijk) geen gebruik gemaakt. Tussen 16.00 uur en 16.30 uur heeft [A] via TradeBox nog 60 contracten AEX put oct 330 geschreven. Deze order is uitgevoerd.
2.12. Toen op 30 september 2008, meteen na opening van de beurs, een door [A] via TradeBox verstrekte koop/sluitopdracht werd geweigerd wegens “ontoereikend saldo”, heeft [A] rond 09.15 uur die ochtend al zijn putopties “gesloten”:
- 60 contracten AEX put oct 345 tegen een koers van EUR 37,85, met een in totaal door [A] verschuldigde som van EUR 227.100,-;
- 60 contracten AEX put oct 330 tegen een (afgeronde) koers van EUR 26,87, met een in totaal door [A] verschuldigde som van EUR 161.200,-.
2.13. Bij brief van 3 oktober 2008 heeft [A] ABN Amro aansprakelijk gesteld voor het op 30 september 2008 moeten sluiten van zijn put opties, met als gevolg een verlies van EUR 388.436,80,-. Bij brief van 18 maart 2009 van diens raadsman aan ABN Amro heeft [A] de aansprakelijkstelling herhaald.
3. Het geschil
3.1. [A] vordert veroordeling van ABN Amro tot betaling van:
- EUR 388.436,80, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2008, althans vanaf 16 april 2010;
- proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente indien betaling van de kosten binnen vijf dagen na betekening van het vonnis uitblijft.
3.2. [A] stelt daartoe, kort samengevat, het volgende. [A] handelt sedert 23 maart 2007 via TradeBox volgens een bepaalde strategie in AEX-opties. Bij het sluiten van de AEX op vrijdag 26 september 2008, verkeerde zijn optieportefeuille in een vrijwel ideale uitgangspositie voor de volgende beursdag. Op die volgende - zwarte - beursdag, maandag 29 september 2008, heeft [A] vanwege een storing/blokkade in TradeBox nauwelijks kunnen handelen zoals hij via TradeBox gewoon was. Een in de avond van die dag bedachte strategie om daardoor ontstane schade te herstellen, althans te beperken strandde toen op dinsdagochtend 30 september 2008 een door middel van TradeBox gegeven opdracht tegen een prijs van circa EUR 55.000,- geweigerd werd wegens onvoldoende saldo. Hij beschikte met een kredietlimiet van EUR 119.838,- en een deposito van EUR 350.000,- evenwel over voldoende liquiditeitsruimte. Om verder verlies te voorkomen, heeft [A] toen al zijn putposities gesloten, leidende tot een schade van EUR 388.436,80. Voor deze schade is ABN Amro aansprakelijk. Had [A] immers gewoon via TradeBox kunnen handelen, dan had hij zijn optiestrategie op de 29e kunnen volgen en zou geen schade zijn opgetreden. Was zijn opdracht via TradeBox op de 30e niet geweigerd, dan had [A] zijn op de 29e ontstane verliespositie kunnen herstellen, aldus steeds [A].
3.3. ABN Amro voert gemotiveerd verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In onderhavige zaak dient te worden beoordeeld of ABN Amro een verwijt valt te maken van de problemen die [A] heeft ondervonden bij zijn handelen in opties op 29 en 30 september 2008 en daarmee aansprakelijk is te houden voor de schade die [A] tengevolge daarvan stelt te hebben geleden.
4.2. Voorop staat, dat ABN Amro krachtens overeenkomst met [A] gehouden was om door [A] verstrekte effectenopdrachten voor rekening en risico van [A] uit te voeren. Door middel van de TradeBoxovereenkomst heeft ABN Amro [A] in de gelegenheid gesteld om via TradeBox, uitgebreid en actueel geïnformeerd, als ware hij een professioneel belegger, realtime orders te plaatsen. Door middel van een nieuw autorisatiesysteem is [A] vervolgens in staat gesteld nog sneller via TradeBox opdrachten aan ABN Amro te verstrekken. Onbetwist is dat orders via TradeBox in de praktijk binnen 5 tot 15 seconden worden uitgevoerd en dat [A] zijn wijze van beleggen en zijn beleggingsstrategie heeft afgestemd op de snelheid en (actuele) informatie die TradeBox biedt.
4.3. Weliswaar heeft ABN Amro betwist dat, zoals [A] heeft gesteld, TradeBox niet goed functioneerde op 29 en 30 september 2008, maar ABN Amro heeft toegegeven dat sprake was van een storing bij haar broker op 29 september 2008 van ongeveer 09.00 uur tot 10.30 uur. Hiervoor heeft ABN Amro van haar broker ook schadecompensatie ontvangen die ABN Amro heeft uitgekeerd aan haar gedupeerde cliënten, met uitzondering van (EUR 31.400,- voor) [A] die ABN Amro hiervoor geen volledige kwijting wilde verlenen. Ter comparitie heeft [B] - in de relevante periode relatiebeheerder van het kantoor te Wassenaar van ABN Amro - verklaard dat op 29 september 2008 rond het middaguur pas duidelijk werd dat “het probleem” zat in de terugkoppeling van de gegevens van de broker naar TradeBox en dat dit probleem zich bleef voordoen. Dit probleem bleek er in het bijzonder uit te bestaan dat tengevolge van niet uitgevoerde, door [A] via TradeBox verstrekte, royementsopdrachten, een blokkade (in TradeBox) was opgetreden met betrekking tot 60 contracten AEX put oct 345 in de portefeuille van [A]. Een blokkade die, zo heeft [C], productmanager beleggingen van ABN Amro, ter comparitie verklaard, overal zat en die het [A] onmogelijk maakte om met die contracten te handelen. Het duurde tot 15.30 uur diezelfde dag eer ABN Amro met een oplossing voor [A] kwam. Hiertoe had ABN Amro een noodgreep toegepast door de execution only relatie met [A] zeer tijdelijk om te zetten in een adviesrelatie. (Uitdrukkelijk) niet om [A] te adviseren, maar om telefonisch door [A] gegeven opdrachten uit te kunnen voeren en handmatig blokkades te kunnen overrulen. De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
4.4. Voor de schade van [A] voor het vanwege de blokkade in de systemen van ABN Amro, waaronder in TradeBox, lange tijd niet kunnen handelen met betrekking tot de onder 4.3 genoemde contracten, is ABN Amro als effectendienstverlener van [A] in principe jegens [A] aansprakelijk. Het feit dat die blokkade werd veroorzaakt door een storing bij een door ABN Amro ter uitvoering van die dienstverlening (via TradeBox) ingeschakelde externe broker, regardeert [A] niet en doet, gelet op artikel 6:76 Burgerlijk Wetboek (BW), aan de aansprakelijkheid van ABN Amro in beginsel niet af.
4.5. ABN Amro stelt zich ter afwering van aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van de blokkade in haar systemen op het volgende standpunt. Voor de storing bij haar broker is ABN Amro op basis van de toepasselijke voorwaarden niet aansprakelijkheid en mocht er sprake zijn geweest van een niet correct functioneren van TradeBox, dan is zij daarvoor evenmin aansprakelijk, aldus ABN Amro. [A] voert onder meer aan dat hem geen redelijke mogelijkheid is geboden van deze voorwaarden kennis te nemen en beroept zich om die reden op vernietiging van artikel 12 lid 3 van die voorwaarden.
4.6. De rechtbank stelt voorop dat niet in geschil is, dat op dinsdag 29 september 2008 een storing heeft plaatsgevonden bij de door ABN Amro ingeschakelde broker, met de meergenoemde blokkade in onder meer TradeBox en de daaruit voortvloeiende problemen voor [A] tot gevolg. De rechtbank begrijpt het beroep op uitsluiting van aansprakelijkheid door ABN Amro op dit punt, als een beroep op artikel 12 lid 3 van de voorwaarden TradeBox en is terzake het volgende van oordeel.
4.7. Op de voet van artikel 6:234 lid 2 BW (oud) kunnen de algemene voorwaarden vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ook langs elektronische weg ter beschikking worden gesteld. Voorwaarde is dan wel dat dit geschiedt op zodanige wijze dat de voorwaarden door de wederpartij kunnen worden opgeslagen en voor hem toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming. In onderhavig geval is dat naar het oordeel van de rechtbank niet gebeurd. Weliswaar is ter comparitie verklaard dat (thans) bij de aanvraag van TradeBox een vinkje moet worden geplaatst dat de algemene voorwaarden TradeBox bekend zijn, maar dat is, nog daargelaten of dat ook ten tijde van [A]’ aanvraag gold, in het licht van de betwisting van kennisneming onvoldoende om te kunnen concluderen dat de voorwaarden ter beschikking zijn gesteld en ook nog eenvoudig konden worden opgeslagen. Dat de voorwaarden op de website van ABN Amro en/of via een link zijn te raadplegen maakt dit niet anders nu bij de bevestigingse-mail TradeBox aan [A] volstaan is met de opmerking dat de voorwaarden van toepassing zijn, terwijl die e-mail een integrale tekst van die voorwaarden dan wel een directe (internet)koppeling naar die tekst ontbeert. Van een bestendige relatie tussen partijen, waarbij de voorwaarden al eerder werden overhandigd is bij de TradeBoxovereenkomst geen sprake. Het beroep op vernietiging van artikel 12 lid 3 van de voorwaarden TradeBox slaagt dan ook. Dit betekent dat ABN Amro de uitsluiting van artikel 12 lid 3 van de voorwaarden TradeBox niet aan [A] kan tegenwerpen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de uitsluiting van artikel 12 lid 1 van de voorwaarden TradeBox, voor zover ABN Amro hierop eveneens een beroep mocht hebben willen doen.
4.8. Het debat over de vraag welke schade voor vergoeding in aanmerking komt, spitst zich allereerst toe op de 60 contracten AEX put oct 345, waarvan [A] heeft gesteld dat hij deze op 30 september 2008 heeft moeten sluiten om verder verlies te voorkomen. ABN Amro heeft, naar de rechtbank begrijpt, niet betwist dat [A] deze posities moest sluiten, doch heeft aangevoerd dat hij dat, om zijn schade te beperken, al op maandag 29 september 2008 had moeten doen.
4.9. Met ABN Amro is de rechtbank van oordeel dat [A] zijn 60 contracten AEX put oct 345 reeds op maandag 29 september 2008 had moeten sluiten toen hij daartoe tegen het einde van de middag telefonisch in de gelegenheid was gesteld. Bij dit oordeel weegt de rechtbank de volgende omstandigheden mee:
- [A] is een ervaren belegger;
- de AEX bleef op 29 september 2008 dalen en [A]’ strategie vereist, zoals hij zelf heeft gesteld, dat in zo’n situatie volgtijdelijk veel handelingen (kunnen) worden uitgevoerd;
- de blokkade - en, volgens [A], de storing - duurde tegen het eind van de middag op 29 september 2008 voort in TradeBox, waardoor [A] zijn beleggingsstrategie (nog steeds) niet, althans onvoldoende, tot uitvoering kon brengen;
- voormelde posities waren inmiddels zeer risicovol geworden - volgens [A] was er al schade geleden - en het ontbrak [A] in belangrijke mate aan inzicht en overzicht met betrekking tot wel/niet uitgevoerde opdrachten en met betrekking tot de marginpositie en de bestedingsruimte;
- gesteld noch gebleken is dat [A] zich op 29 september 2008 ervan heeft vergewist, althans dat hem bekend was dat hij op 30 september 2008 weer ongehinderd zijn beleggingsstrategie via TradeBox tot uitvoering zou kunnen brengen.
Bezien in het licht van het voorgaande en gelet op het feit dat [A], blijkens zijn verklaring ter comparitie, vond dat hij telefonisch, ondanks dat blokkades konden worden overruled, in de middag van 29 september 2008 niet kon handelen zoals hij via TradeBox gewoon was te doen, had van [A], indachtig de wetenschap dat de handel in effecten als de onderhavige een zeer speculatief karakter heeft, in redelijkheid verwacht mogen worden dat hij ter beperking van verdere schade die maandagmiddag zijn posities tegen een koers van EUR 22,95 had gesloten. Door er in de onzekerheid van de hiervoor opgesomde omstandigheden daarentegen voor te kiezen om op 30 september 2008 een tussentijds bedachte beleggingsstrategie in praktijk te brengen teneinde te pogen zijn portefeuille weer in balans te krijgen, heeft [A] het risico genomen dat hij zijn posities tegen een hogere koers, en daarmee met meer verlies/schade, zou moeten sluiten dan waarvan sprake was toen hij de vorige middag van 29 september 2008 tot sluiten van zijn posities in de gelegenheid was. Dit risico van een hoger(e) verlies/schade, althans de verwezenlijking daarvan is dan ook voor eigen rekening van [A].
4.10. Volgens ABN Amro zouden de voor het sluiten van de posities verschuldigde premies niet in de schade moeten worden betrokken, omdat [A] die kosten sowieso had moeten maken. [A] heeft dit bestreden en heeft betoogd dat de premies wel moeten worden meegenomen. Onderdeel van zijn strategie is om de premies op EUR 0,- uit te laten komen. Zijn “trackrecord” van oktober 2008 tot 11 november 2010 toont aan dat dit steeds gelukt is en wanneer hij “gewoon had kunnen handelen” was dit ook met de premies voor onderhavige optiecontracten gebeurd. Het is dus niet zo dat hij in ieder geval op enig moment tot sluiten van deze contracten had behoeven over te gaan, aldus [A].
Nu die stellingen door ABN Amro niet zijn betwist, dienen naar het oordeel van de rechtbank de voor het sluiten van onderhavige optieposities op 29 september 2008, tegen een koers van EUR 22,95, door [A] verschuldigde premies te worden betrokken in de schade van [A].
4.11. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.9 en 4.10 is overwogen, dient bij het vaststellen van de schade met betrekking tot de 60 contracten AEX put oct 345 derhalve van het volgende te worden uitgegaan. [A] had die posities moeten sluiten respectievelijk die geschreven opties moeten terugkopen tegen een koers van EUR 22,95 op 29 september 2008 in de middag in plaats van tegen een koers van EUR 37,85 op 30 september 2008 in de ochtend. Dit had [A] dan (60 x 100 x EUR 22,95 =) EUR 137.700,- gekost in plaats van een bedrag van (60 x 100 x EUR 37,85 =) EUR 227.100,- dat [A] in verband met onderhavige sluitingsactie als schade opvoert.
ABN Amro brengt bij conclusie van antwoord te berde haar buiten deze procedure aan [A] gedane voorstel tot vergoeding van een bedrag van EUR 31.400,- tegen finale kwijting. ABN Amro noemt dit bod, waarvan onder 4.3 reeds melding is gemaakt, een coulancebod.
4.12. De rechtbank stelt voorop dat indien de blokkade in de systemen van ABN Amro, waaronder TradeBox, was uitgebleven, [A] zijn onderhavige optieposities niet gedwongen had hoeven sluiten. Met betrekking tot de vaststelling van de schade die [A] tengevolge van dit sluiten van zijn posities heeft geleden, dienen naar het oordeel van de rechtbank twee situaties met elkaar te worden vergeleken. Enerzijds betreft dit de situatie waarin [A] verkeert in verband met het gegeven dat hij in de middag van 29 september 2008 tengevolge van een blokkade van zijn posities, deze gedwongen zou hebben moeten sluiten tegen betaling van een bedrag van EUR 137.700,- en anderzijds de (hypothetische) situatie waarin [A] zou hebben verkeerd indien die blokkade op de 29e achterwege zou zijn gebleven. Naar het oordeel van de rechtbank zou het in die laatste situatie niet zo ver zijn gekomen dat [A] dan zijn posities in de middag tegen voormeld bedrag had moeten sluiten. Redengevend voor dit oordeel acht de rechtbank de stellingen van [A] ter comparitie dat hij zijn strategie in juli 2008 erop heeft aangepast dat de AEX zou gaan dalen, dat dit heel goed is gegaan, dat hij de markt goed kan lezen en dat dit uit zijn trackrecord blijkt. ABN Amro heeft deze stellingen niet betwist. In zoverre het coulancebod aangemerkt moet worden als een betwisting van de hoogte van de schade, wordt dit in het licht van het gehele partijdebat terzake als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd. Bijgevolg acht de rechtbank de met het gedwongen (moeten) sluiten van de optieposities in de middag van 29 september 2008 gemoeide bedrag van EUR 137.700,- als schade aan [A] toewijsbaar. De wettelijke rente daarover is, als onbetwist, eveneens toewijsbaar.
4.13. Het debat over de schade gaat verder nog over 60 contracten AEX put oct 330 die [A] op 29 september 2008 na 16.00 uur, derhalve nadat hij ter beperking van schade telefonisch zijn 60 contracten AEX put oct 345 al had moeten sluiten, nog via TradeBox heeft geschreven. Weliswaar heeft [A] gesteld dat hij eerder genoemde posities heeft ingenomen om zijn verlies te beperken, maar na het (moeten) sluiten van zijn 60 contracten AEX put oct 345 zou hij in dit verband aan het schrijven van de posities put oct 330 niet meer zijn toegekomen. Daargelaten dat zonder nadere toelichting van [A], die ontbreekt, niet valt in te zien hoe, laat staan dat, die laatste transactie gezien het speculatieve karakter ervan het verlies/de schade op zijn puts oct 345 had kunnen opvangen.
4.14. De vraag die met betrekking tot de geschreven 60 contracten AEX put oct 330 nog resteert, is of het aan ABN Amro toerekenbaar is dat [A] deze posities vroeg in de ochtend van 30 september 2008 heeft moeten sluiten. In dit verband zijn de volgende stellingen van belang:
- [A] heeft kort na het schrijven van onderhavige contracten op 29 september 2008 met betrekking tot 20 van die contracten nog een opdracht via TradeBox verstrekt die niet is uitgevoerd;
- [A] heeft bij het openen van de beurs op 30 september 2008 opdrachten via TradeBox verstrekt, die niet konden worden uitgevoerd.
Mede gelet op hetgeen onder 4.13 is overwogen, dient te worden geconcludeerd dat [A] de 60 contracten AEX put oct 330 via TradeBox voor eigen rekening en risico heeft geschreven. Dit deed hij in de wetenschap van de problemen die hij stelt met het handelen via TradeBox te hebben ondervonden. Door desondanks via TradeBox te blijven handelen en, toen dat niet lukte, na te laten het aanbod van ABN Amro te benutten om telefonisch, met de mogelijkheid van omverwerping van blokkades, te handelen, dient het sluiten van de 60 contracten AEX put oct 330 voor eigen rekening van [A] te blijven. De vordering op dit punt wordt dan ook afgewezen.
4.15. ABN Amro zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de door [A] gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op:
- kosten dagvaarding EUR 87,93
- vast recht EUR 4.951,-
- kosten advocaat EUR 2.842,- (tarief V, 2 punten)
Totaal EUR 7.880,93
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt ABN Amro om aan [A] te betalen een bedrag van EUR 137.700,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2008 tot de dag der voldoening;
5.2. veroordeelt ABN Amro in de kosten van de procedure, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op EUR 7.880,93, te vermeerderen met de wettelijke rente wanneer de proceskosten niet binnen vijf dagen na betekening van het vonnis zijn betaald;
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.E. Dorsman en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2011.?