Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 302301 / HA ZA 08-586
Uitspraak: 21 oktober 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[gedaagde], h.o.d.n. “[bedrijf gedaagde]”,
wonende en tevens kantoorhoudende te Hendrik Ido Ambacht,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. D. Abotay,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
Culi-Nova B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R. Teitler.
Partijen worden hierna aangeduid als "[gedaagde]" respectievelijk "Culi-Nova".
1 Het verloop van het geding
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding d.d. 22 februari 2008 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 18 juni 2008, waarin [gedaagde] in de gelegenheid is gesteld schriftelijk te reageren op het betoog van Culi-Nova en waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- een akte van de zijde van [gedaagde];
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 9 juli 2008;
- de ter gelegenheid van de comparitie van partijen door [gedaagde] overgelegde spreekaantekeningen, aangemerkt als
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, met een productie;
- (het antwoord in conventie tevens) conclusie van dupliek in reconventie, met producties;
- de akte aan de zijde van Culi-Nova, met producties;
1.2 De rechtbank heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
2 De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voor zover van belang - het volgende vast:
2.1 Culi-Nova exploiteert een groothandel in onder andere horecakeukens.
2.2 [gedaagde] exploiteert een bouwbedrijf.
2.3 Medio 2006 heeft [gedaagde] in opdracht van Culi-Nova diverse werkzaamheden verricht bij de opdrachtgever van Culi-Nova, te weten het restaurant Mr. Wok te Zwijndrecht. Ten aanzien van deze werkzaamheden is aan Culi-Nova een tweetal facturen verzonden onder factuurnummer [factuurnummer 1] en [factuurnummer 2]. Het totaal van deze facturen bedraagt
€ 17.350,00.
2.4 Op 28 juni 2006 is tijdens voornoemde werkzaamheden een inval gedaan door de Arbeidsinspectie. Vastgesteld is dat werknemer [werknemer] niet beschikte over een verplichte tewerkstellingsvergoeding. Hierop zijn aan Culi-Nova en Mr. Wok boetes opgelegd van
€ 11.000,00 respectievelijk € 9.500,00.
3 De vordering in conventie
3.1 De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Culi-Nova te veroordelen om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 17.350,00, te verhogen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente met veroordeling van
Culi-Nova in de kosten van het geding.
3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [gedaagde] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
3.3 Ondanks vele betalingsverzoeken en sommaties is Culi-Nova, terwijl zij de hoofdsom heeft erkend bij brief van 29 november 2006, weigerachtig gebleven tot betaling over te gaan. [gedaagde] heeft zijn vordering uit handen moeten geven aan zijn gemachtigde, die buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht die vergoeding van een bedrag van het geldende incassotarief van 15% van de hoofdsom rechtvaardigen. Naast voornoemde bedragen maakt [gedaagde] aanspraak op wettelijke rente.
4 Het verweer in conventie
4.1 Het verweer strekt tot het niet ontvankelijk verklaren van [gedaagde] in zijn vordering, althans hem deze te ontzeggen, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
4.2 Culi-Nova heeft daartoe aangevoerd dat zij de vordering erkent tot een bedrag van
€ 15.850,00, nu zij reeds een bedrag van € 1.500,00 in mindering heeft betaald. Bij brief van 29 november 2006 heeft Culi-Nova zich op haar opschortingsrecht beroepen, nu de opgelegde boetes op dat moment nog niet definitief waren. Nu dat inmiddels wel het geval is, beroept Culi-Nova zich op verrekening van de openstaande hoofdsom met haar eigen vordering van een totaalbedrag ad € 20.500,00 (namelijk de opgelegde boetes ad
€ 11.000,00 + € 9.500,00). Per saldo is volgens Culi-Nova dus slechts een bedrag van
€ 4.920,00 verschuldigd.
4.3 Culi-Nova heeft voorts aangevoerd dat zij, gezien de contractuele relatie tussen
Culi-Nova en [gedaagde], er op mocht vertrouwen dat [gedaagde] de aan haar verstrekte opdracht zou uitvoeren met personeel dat in alle opzichten gekwalificeerd was en dus ook gerechtigd tot het verrichten van arbeid in Nederland conform de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). [gedaagde] heeft hier niet zorg voor gedragen en zijn verplichting verzaakt. Het gevolg van [gedaagde]’s nalatigheid was dat Culi-Nova is opgezadeld met een forse boete, alsmede met een boete aan haar opdrachtgever. Daarmee heeft [gedaagde] wanprestatie gepleegd, waarvoor Culi-Nova hem aansprakelijk houdt. [gedaagde] is derhalve verplicht de ontstane schade te vergoeden.
5 De vordering in reconventie
5.1 De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
- te verklaren voor recht dat [gedaagde] op grond van wanprestatie en/of onrechtmatige daad aansprakelijk is voor alle schade die Culi-Nova als gevolg daarvan heeft geleden;
- te verklaren voor recht dat Culi-Nova in verband met de wanprestatie en/of onrechtmatige daad van [gedaagde] gerechtigd is om het schadebedrag te verrekenen met de vordering van [gedaagde] op haar;
- [gedaagde] te veroordelen om aan Culi-Nova te betalen een bedrag van € 4.920,00 en de wettelijke rente hierover ex artikel 6:119BW, van af de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
Subsidiair:
- [gedaagde] te veroordelen om aan Culi-Nova te betalen een bedrag van € 20.500,00 en wettelijke rente hierover ex artikel 6:119 BW van af de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
5.2 Aan deze vordering heeft Culi-Nova naast hetgeen in conventie als verweer is aangevoerd, ten grondslag gelegd dat, na verrekening met de vordering van [gedaagde] ad
€ 15.580,00 van de tegenvordering van Culi-Nova ad € 20.500,00, een bedrag van
€ 4.920,00 resteert.
6 Het verweer in reconventie
6.1 Het verweer strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van Culi-Nova in haar reconventionele vordering.
6.2 Naast hetgeen [gedaagde] in conventie heeft betoogd, heeft hij daartoe het volgende aangevoerd.
6.3 Van wanprestatie en/of onrechtmatige daad is geen sprake. Ieder der partijen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Culi-Nova en Mr. Wok hadden volgens de WAV een eigen onderzoeksplicht om de papieren van de werknemer te controleren. Door dit na te laten heeft Culi-Nova willens en wetens het risico geaccepteerd geconfronteerd te worden met mogelijke boetes. Het is bovendien onjuist dat Culi-Nova de boete die zij van Mr. Wok voor eigen rekening heeft genomen doorcalculeert aan [gedaagde], aangezien ook op
Mr. Wok een eigen verantwoordelijkheid rustte.
7 De beoordeling
in conventie
7.1 De rechtbank kan Culi-Nova niet in haar stelling volgen betreffende de betaling van
€ 1.500,00, die in mindering moet strekken op de gevorderde hoofdsom, nu Culi-Nova bij dupliek in conventie, repliek in reconventie heeft gesteld dat de factuur met nummer
[factuurnummer 3] haar niet bekend is. Dit, terwijl zij zelf in haar brief van 19 januari 2007 het volgende heeft verklaard:
“Op 04-08-2007 heeft er een betaling plaatsgevonden van euro 1.500.00 als deelbetaling op factuur [factuurnummer 2] met als omschrijving [factuurnummer 3]”.
Mede gelet op de door Culi-Nova bij brief van 29 november 2006 waarin zij schrijft “Geachte heer [gedaagde]
In antwoord op uw schrijven van 27-11-2006 waarin u verzoekt de openstaande facturen
FN [factuurnummer 1] en FN [factuurnummer 2] te betalen, kunnen wij u het volgende mededelen.
Uw vordering is niet betwist, (…).”
en daarmee de hoofdsom ad € 17.350,00 erkent, ligt deze voor toewijzing gereed.
7.2 [gedaagde] heeft naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate aangetoond dat hij redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte heeft moeten maken, nu blijkens de door [gedaagde] bij de dagvaarding overgelegde specificatie Culi-Nova diverse malen is gesommeerd en inhoudelijke correspondentie heeft plaatsgevonden.
[gedaagde] stelt echter dat bij het uit handen geven van de vordering 15% van de hoofdsom verschuldigd is. Hiervan kan [gedaagde] niet ten nadele van Culi-Nova afwijken, tenzij Culi-Nova hiermee akkoord is gegaan. Dit laatste is gesteld noch gebleken. De buitengerechtelijke kosten zullen dan ook toegewezen worden voor €.960,00.
in reconventie
Wanprestatie
7.3 Ten aanzien van de door Culi-Nova gestelde wanprestatie overweegt de rechtbank het volgende. Het systeem van de WAV brengt met zich mee dat iedere schakel in de keten van werkgevers tot principaal bij overtreding van de betreffende bepalingen uit de WAV geconfronteerd wordt met forse boetes. In dit geval zijn die ook daadwerkelijk opgelegd.
7.4 Met het feit dat de hiervoor genoemde bepalingen van de WAV voor iedere werkgever een eigen verplichting inhouden, is het antwoord op de vraag of de boetes voor rekening van de opdrachtgever dan wel diens opdrachtnemer komen niet, althans niet zonder meer, gegeven. Een verplichting van de opdrachtnemer om schade die voortvloeit uit boetes die in gevolge de WAV zijn opgelegd te vergoeden zou kunnen voortvloeien uit de door partijen gesloten overeenkomst. Voor de beantwoording van de vraag hoe in een overeenkomst de verhoudingen tussen partijen zijn geregeld, komt het aan op de zin die partijen, mede gelet op hun onderscheiden maatschappelijke posities, in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mogen verwachten.
7.5 Gesteld noch gebleken is echter dat tussen partijen op enige wijze is overeengekomen dat [gedaagde] Culi-Nova zou vrijwaren voor boetes ingevolge de WAV. Culi-Nova baseert haar stelling dat de boetes voor rekening van [gedaagde] komen enkel op de stelling dat zij van [gedaagde] mag verwachten dat deze de overeenkomst nakomt met inachtneming van de bepalingen van de WAV. De rechtbank kan Culi-Nova hierin niet volgen. Juist het feit, dat het uitgangspunt van de WAV is dat alle werkgevers (in de zin van de WAV) een eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de naleving van de WAV, betekent dat
Culi-Nova er niet, althans niet zonder meer, van uit mag gaan dat [gedaagde] de WAV naleeft. Feiten of omstandigheden waardoor dit anders zou zijn, heeft Culi-Nova niet gesteld.
7.6 Weliswaar heeft [gedaagde] voldoende aannemelijk gemaakt dat Culi-Nova voornemens was meerdere vervolgopdrachten te verstrekken aan [gedaagde] en dat de door Culi-Nova gestelde schade bij de uitvoering van die vervolgopdrachten verdisconteerd zou worden in de overeen te komen aanneemsom, maar tevens moet daarbij worden aangenomen dat [gedaagde] zich hierbij zozeer heeft laten leiden door zijn commercieel belang de vervolgopdrachten veilig te stellen en niet zozeer door onderwaardering van zijn juridische positie ten opzichte van Culi-Nova. Een en ander leidt tot de conclusie dat niet is gebleken dat uit de tussen [gedaagde] en Culi-Nova gesloten overeenkomst een verplichting voortvloeit in de nakoming waarvan [gedaagde] tekort is geschoten. Van wanprestatie is zijnerzijds dan ook geen sprake.
Onrechtmatige daad
7.7 Culi-Nova heeft aangevoerd dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door niet te voorkomen dat de WAV werd overtreden. De rechtbank stelt voorop dat voor een geslaagd beroep op de grondslag onrechtmatige daad aan het relativiteitsvereiste als bedoeld in artikel 6:163 BW voldaan dient te zijn. Hieruit vloeit onder meer voort dat men zich niet kan beroepen op de schending van een norm die men zelf ook geschonden heeft (zie HR 16 februari 1973, 462 en – recent – HR 23 februari 2007, LJN AZ 6219). Dat is wat Culi-Nova doet. Op haar rust op grond van de WAV een eigen verantwoordelijkheid om er op toe te zien dat in overeenstemming met de WAV wordt gewerkt. De vorderingen zijn aldus evenmin toewijsbaar op grond van een onrechtmatige daad.
Conclusie in conventie en in reconventie
7.8 Culi-Nova zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie en in reconventie.
8 De beslissing
De rechtbank,
in conventie
veroordeelt Culi-Nova om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde] te betalen het bedrag van € 18.310, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 17.350,00 van af de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt Culi-Nova in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] bepaald op € 380,00 aan vast recht, op € 85,44 aan overige verschotten en op € 1.582,00 aan salaris voor de advocaat;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
wijst af de vorderingen van Culi-Nova;
veroordeelt Culi-Nova in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] bepaald op € 452,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R.A. Verwoerd.
Uitgesproken in het openbaar. 2023/1310