Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/993045-07
STRAFVONNIS
Uitspraak: 26 januari 2009
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[Verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [1960],
wonende te [woonplaats],
terechtstaande terzake dat:
1.
hij
handelend onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International
Financial Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l.
en/of op eigen naam, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01
november 2002 tot en met 22 oktober 2007,
in de gemeente(n) Enschede en/of Delfzijl en/of Binnenmaas en/of Tubbergen
en/of Dinkelland en/of Rheden en/of Losser en/of Nieuwegein en/of De Wolden
en/of Hengelo (Ov), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een
valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
(onder andere) na te noemen perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van één
of meer geldbedragen (zoals telkens genoemd na de persoon)
-Benadeelde 1 (EUR 35.000,- en/of EUR 25.000,- en/of EUR 25.000,- en/ of een
of meer ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 2 (EUR 35.000 EUR en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans
een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 3 (EUR 50.000,- en/of EUR 45.000.- en/of EUR
20.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer
geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 4 (EUR 25.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans
een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 5 (EUR 25.000,- en/of EUR 20.000,- en/of een of meer ander(e)
geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 6 (EUR 120.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 7 (EUR 5.000,- en/of EUR 25.000,- en/of EUR 70.000,- en/of EUR
90.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer
geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 8 (EUR 40.000,- en/of EUR 10.000,- en/of een of meer
ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 9 (EUR 33.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)), en/of
-Benadeelde 10 en/of benadeelde 11 (EUR 40.000,- en/of EUR 20.000,- en/of een of
meer ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 12 (EUR 1.000.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 13 (EUR 40.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 14(EUR 12.500,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 15(EUR 43.000,- en/of EUR 68.000,- en/of EUR
12.000 en/of EUR 66.000 EUR en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 16 (EUR 30.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans
een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 18 (EUR 50.000,- en/of EUR 50.000,- en/of EUR 10.000,- en/of
een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 19 (EUR 75.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en), althans
een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 20 (EUR 50.000,- en/of EUR 45.000,- en/of een of meer ander(e)
geldbedrag(en), althans een of meer geldbedrag(en)) en/of
-Benadeelde 21 (EUR 1.000.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en),
althans een of meer geldbedrag(en)),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk
en/of in strijd met de waarheid aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en)
voorgehouden,
-dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s),
-als intermediair kon gaan werken en/of
-een van weinige personen was die waardepapieren kon kopen bij banken en/of
-in Amerika had gewerkt in het geldverkeer en dat hij daar het contact had
gevonden waar deze beleggingen op gebaseerd waren en/of
-accountant was geweest en/of
-zaken deed met banken
en/of
-dat zij door het aangaan van een
-Private overeenkomst tot geldlening en/of
-een Overeenkomst tot geldlening en/of
-een Contractual investment agreement,
met hem, verdachte en/of zijn mededader(s), konden participeren in
-investeringen in waardepapieren en/of waardepapieren die nooit kelderen
en/of pandbrieven en/of waardevaste papieren en/of
-handel in bankpapieren en/of bancaire waardepapieren en/of bankproduct(en)
en/of
-investeringen gebaseerd op het Marshall plan en/of
-alternatieve investeringen
en/of
-dat na een jaar het ingelegde geld kon worden teruggekregen en/of
dat de inleg altijd gewaarborgd en/of gegarandeerd was en/of dat de lening
altijd terugbetaald zou worden, en/of dat de inleg nooit kwijt was en/of
altijd terug kon worden gekregen en/of goed afgeschermd was en/of er 100%
zekerheid was
en/of
-dat er aantrekkelijker renten te behalen waren dan bij banken in Nederland
en/of dat zij hoge rendementen zouden kunnen krijgen en/of in ieder geval7%
rentevergoeding op jaarbasis zouden krijgen ook al zou het financiële
programma niet werken en/of er minimaal tussen de 2% en 4% rente per maand
uitgekeerd zou worden en/of dat hoge rendementen konden worden gegarandeerd
en/of dat de rente 100% werd gegarandeerd
en/of
-dat het nooit fout kon gaan en nooit fout ging en/of het risicoloos was en/of
er geen risico's aan zaten en/of geen enkel risico zou lopen met het ingelegde
geld,
waardoor een of meer van voornoemd(e) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen
tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
2.
hij
onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International Financial
Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l. en/of op
eigen naam,
op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 november 2002 tot en met 22
oktober 2007,
in de gemeente(n) Enschede en/of Delfzijl en/of Tubbergen en/of Dinkelland
en/of Rheden en/of Losser en/of Nieuwegein en/of Hengelo (Ov), althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk buiten een besloten kring bij uitgifte effecten, te
weten Private overeenkomst(en) tot geldlening en/of Overeenkomst(en) tot
geldlening en/of Contractual investment agreement(s), heeft aangeboden, dan
wel zodanige aanbieding door middel van documenten in het vooruitzicht heeft
gesteld aan
-Benadeelde 1 en/of
-Benadeelde 2 en/of
-Benadeelde 3 en/of
- Benadeelde 4 en/of
- Benadeelde 5 en/of
- Benadeelde 6 en/of
- Benadeelde 7 en/of
- Benadeelde 8 en/of
- Benadeelde 9 en/of
- Benadeelde 10 en/of
- Benadeelde 11 en/of
- Benadeelde 12 en/of
- Benadeelde 13 en/of
- Benadeelde 14 en/of
aan een of meer ander(en);
art 3 lid 1 Wet toezicht effectenverkeer 1995
3.
hij
onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International Financial
Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l. en/of op
eigen naam,
op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 november 2002 tot en met 22
oktober 2007,
in de gemeente(n) Enschede en/of Binnenmaas en/of Dinkelland en/of De Wolden
en/of Hengelo (Ov), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk, bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare
gelden van het publiek heeft aangetrokken en/of heeft doen aantrekken en/of
ter beschikking heeft verkregen en/of heeft doen verkrijgen en/of ter
beschikking heeft gehad, en/of ter beschikking heeft doen hebben,
dan wel in enigerlei vorm heeft bemiddeld en/of heeft doen bemiddelen
ter zake van het bedrijfsmatig van het publiek aantrekken en/of ter
beschikking verkrijgen van al dan niet op termijn opvorderbare gelden
van (de) navolgend(e) perso(o)n(en) voor het/de navolgend(e) bedrag(en):
-Benadeelde 1 (EUR 25.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 2 (EUR 50.000,- en/of EUR 45.000.- en/of een of meer
ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 3 (EUR 5.000,- en/of EUR 25.000,- en/of een of meer ander(e)
geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 4 (EUR 40.000,- en/of een of meer ander(e)
geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 5 (EUR 33.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en)
en/of
-Benadeelde 6 en/of Benadeelde 7 (EUR 40.000,- en/of EUR 20.000,- en/of een of
meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 8 (EUR 1.000.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 9 (EUR 40.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 10 (EUR 43.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 11 (EUR 75.000,- en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
-Benadeelde 12 (EUR 1.000.000,-) en/of een of meer ander(e) geldbedrag(en))
en/of
van een of meer ander(en) voor een of meer geldbedrag(en);
art 82 lid 1 Wet toezicht kredietwezen 1992
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen
vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen-
waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1, sub 2 en sub 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij handelend onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International
Financial Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l.
en/of op eigen naam, in de periode van 01 november 2002 tot en met 22 oktober 2007, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedragen (zoals telkens genoemd na de persoon):
-Benadeelde 1 EUR 35.000,- en EUR 25.000,- en EUR 25.000,-
en
-Benadeelde 2 EUR 35.000 EUR
en
-Benadeelde 3 EUR 50.000,- en EUR 45.000.- en EUR
20.000,-
en
-Benadeelde 4 EUR 25.000,- en EUR 20.000,-
en
-Benadeelde 5 EUR 120.000,-
en
-Benadeelde 6 EUR 5.000,- en EUR 25.000,- en EUR 70.000,- en EUR
90.000,-
en
-Benadeelde 7 EUR 40.000,- en EUR 10.000,-
en
-Benadeelde 8 EUR 33.000,-
en
-Benadeelde 9 en/of Benadeelde 10 EUR 40.000,- en EUR 20.000,-
en
-Benadeelde 11 EUR 1.000.000,-
en
-Benadeelde 12 EUR 40.000,-
en
-Benadeelde 13 EUR 12.500,-
en
-Benadeelde 14 EUR 30.000,-
en
-Benadeelde 15 EUR 75.000,-
en
-Benadeelde 16 EUR 1.000.000,-,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en) voorgehouden,
-dat hij, verdachte,
-als intermediair kon gaan werken en/of
-een van weinige personen was die waardepapieren kon kopen bij banken
en
-in Amerika het contact had gevonden waar deze beleggingen op gebaseerd waren en/of
-zaken deed met banken
en/of
-dat zij door het aangaan van een
-Private overeenkomst tot geldlening en/of
-een Overeenkomst tot geldlening en/of
-een Contractual investment agreement,
met hem, verdachte, konden participeren in
-investeringen in waardepapieren en/of waardepapieren die nooit kelderen
en/of pandbrieven en/of waardevaste papieren en/of
-handel in bankpapieren en/of bancaire waardepapieren en/of bankproduct(en)
en/of
-investeringen gebaseerd op het Marshall plan
en
-dat na een jaar het ingelegde geld kon worden teruggekregen en/of
dat de inleg altijd gewaarborgd en/of gegarandeerd was en/of dat de lening
altijd terugbetaald zou worden, en/of dat de inleg nooit kwijt was en/of
altijd terug kon worden gekregen en/of goed afgeschermd was en/of er 100%
zekerheid was
en
-dat er aantrekkelijker renten te behalen waren dan bij banken in Nederland
en/of dat zij hoge rendementen zouden kunnen krijgen en/of in ieder geval 7%
rentevergoeding op jaarbasis zouden krijgen ook al zou het financiële
programma niet werken en/of er minimaal tussen de 2% en 4% rente per maand
uitgekeerd zou worden en/of dat hoge rendementen konden worden gegarandeerd
en/of dat de rente 100% werd gegarandeerd
en
-dat het nooit fout kon gaan en nooit fout ging en/of het risicoloos was en/of
er geen risico's aan zaten en/of geen enkel risico zou lopen met het ingelegde
geld,
waardoor voornoemde personen telkens werden bewogen
tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International Financial
Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l. en/of op
eigen naam, in de periode van 01 november 2002 tot en met 30 juni 2005, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
telkens opzettelijk buiten een besloten kring bij uitgifte effecten, te
weten een Private overeenkomst tot geldlening en/of een Overeenkomst tot
geldlening, heeft aangeboden, aan
-Benadeelde 1 en
-Benadeelde 2 en
-Benadeelde 3 en
-Benadeelde 4 en
-Benadeelde 5 en
-Benadeelde 6 en
-Benadeelde 7 en
-Benadeelde 8 en
-Benadeelde 9 en
-Benadeelde 10 en
-Benadeelde 11 en
aan meer anderen;
3.
hij onder de naam administratiekantoor Cohen en/of International Financial
Intermediary en/of www. belastingen.nl en/of Legal Capital s.a.r.l. en/of op
eigen naam, in de periode van 01 november 2002 tot en met 31 december 2006,
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
telkens opzettelijk, bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare
gelden van het publiek heeft aangetrokken en/of heeft doen aantrekken en/of
ter beschikking heeft verkregen en/of heeft doen verkrijgen en/of ter
beschikking heeft gehad, en/of ter beschikking heeft doen hebben,
dan wel in enigerlei vorm heeft bemiddeld en/of heeft doen bemiddelen
ter zake van het bedrijfsmatig van het publiek aantrekken en/of ter
beschikking verkrijgen van al dan niet op termijn opvorderbare gelden
van de navolgende personen voor de navolgende bedragen:
-Benadeelde 1 EUR 25.000,- en andere geldbedragen
en
-Benadeelde 2 EUR 50.000,- en/of EUR 45.000.- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 3 EUR 5.000,- en EUR 25.000,- en een ander
geldbedrag
en
-Benadeelde 4 EUR 40.000,- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 5 EUR 33.000,- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 6 en/of Benadeelde 7 EUR 40.000,- en/of EUR 20.000,-
en
-Benadeelde 8 EUR 1.000.000,- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 9 EUR 40.000,- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 10 EUR 43.000,- en andere geldbedragen
en
-Benadeelde 11 EUR 75.000,- en een ander geldbedrag
en
-Benadeelde 12 EUR 1.000.000,- en een ander geldbedrag
en
van anderen voor een of meer geldbedragen.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 2 en sub 3 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1, het misdrijf:
"Oplichting",
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
en wat betreft sub 2, het misdrijf:
"Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 3 lid 1 Wet toezicht effectenverkeer 1995”,
strafbaar gesteld bij artikel 6 van de Wet op de economische delicten juncto artikel 47 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
en wat betreft sub 3, het misdrijf
“ Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 82 lid 1 Wet toezicht kredietwezen 1992”
strafbaar gesteld bij artikel 6 van de Wet op de economische delicten juncto artikel 47 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd.
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake de feiten sub 1, sub 2 en sub 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met toewijzing van de ingediende civiele vorderingen voor de navolgende bedragen;
voor de navolgende bedragen;
-Benadeelde 1, wonende te Enschede, voor een bedrag van € 100.000,= ,
en
-Benadeelde 2, wonende te Ahaus (BRD), voor een bedrag van € 115.000,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
-Benadeelde 3, wonende te Enschede, voor een bedrag van
€ 25.000,=,
en
-Benadeelde 4, wonende te Ahaus (BRD), voor een bedrag van
€ 60.000,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
-Benadeelde 5, wonende te Hengelo (O), voor een bedrag van € 120.000,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
- Benadeelde 6, wonende te Suddendorf (BRD), voor een bedrag van € 34.500,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
-Benadeelde 7 en Benadeelde 8, beiden wonende te Enschede, voor een bedrag van € 32.383,= , met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
- Benadeelde 9, wonende te Denekamp, voor een bedrag van
€ 46.000,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering,
en
- Benadeelde 10, wonende te Enschede, voor een bedrag van € 75.000,=,
en
- Benadeelde 11, wonende te Dwingeloo, voor een bedrag van € 1.000.000,=, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten sub 1, sub 2 en sub 3, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte is in november 2002 begonnen verschillende mensen te interesseren voor beleggingsproducten. Het betrof leenovereenkomsten die hoge rendementen zouden opleveren.
Verdachte benaderde zelf, maar maakte ook gebruik van anderen die hem klanten aanbrachten. Verdachte verschafte aan die anderen de informatie die aan potentiële klanten moest worden verteld. Verdachte wist het vertrouwen van de klanten te winnen door hen het verhaal te vertellen dat hij kon beschikken over exclusieve beleggingsproducten met hoge rendementen en een gewaarborgde inleg.
De klanten ontvingen een aantal keren zogenaamde rendementen op het uitgeleende geld, maar wisten niet dat dit geen rendementen waren maar dat de betalingen afkomstig waren uit de inleg van nieuwe klanten.
Verdachte wist verder het vertrouwen te winnen van zijn klanten door te stellen dat hij jarenlang werkzaam was geweest in de financiële sector en dat hij dankzij deze contacten kon beschikken over waardepapieren die door banken werden uitgegeven. Verdachte toonde zelfs afdrukken van bankbrieven en waardebrieven en bankafschriften met hoge saldi aan potentiële klanten die de betrouwbaarheid van het product moest onderstrepen.
Toen verdachte in de problemen kwam met zijn betalingsverplichtingen aan de participanten stuurde hij diverse e-mails met de mededeling dat er sprake was van banktechnische/organisatorische redenen, rekeningen geblokkeerd waren en overboekingen meer tijd in beslag namen. Zelfs vijf dagen voordat hij failliet werd verklaard waagde hij nog aan zijn klanten te schrijven dat zij zich geen zorgen hoefden te maken.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij zijn klanten informatie heeft verschaft waarvan hij zelf niet wist hoe het allemaal werkte en dat hij zich niet heeft verdiept in de risico- en rendementskenmerken. Toen de eerste beleggingen fout afliepen moest hij nieuwe beleggingen zoeken om de verplichtingen van de eerste te kunnen betalen. Ook de nieuwe investeringen onderzocht hij niet.
Uit het onderhavige dossier komt naar het oordeel van de rechtbank niet naar voren dat verdachte de door de deelnemers ingelegde gelden heeft belegd in bancaire instrumenten zoals hij zijn klanten voorwendde.
Voorts heeft verdachte ter terechtzitting verklaard geld te hebben afgeroomd uit de inleg van de geldleners zonder dat zij dat wisten. Zo heeft verdachte de aankoop van zijn nieuwe woning gefinancierd uit inleggelden. In totaal heeft verdachte ongeveer 750.000,= Euro afgeroomd voor eigen gebruik.
Er is sprake van ernstige feiten. Gedurende een periode van 5 jaar heeft verdachte mensen benaderd met de bedoeling om hen te interesseren voor beleggingen in effecten en heeft hij in totaal 7,7 miljoen Euro aangetrokken.
Hij heeft op dit punt zijn klanten misleid. De toegezegde rendementen zijn niet of nauwelijks betaald en zelfs de ingelegde gelden zijn verloren gegaan. Verdachte heeft slechts oog gehad voor eigen gewin. Door deze handelwijze heeft verdachte er voor gezorgd dat een groot aantal personen in de financiële problemen is gekomen.
Naast de financiële schade die geleden is heeft verdachte ook het vertrouwen van het publiek in het financiële stelsel beschadigd.
Verdachte heeft ter zitting niet de indruk gewekt dat hij het laakbare van zijn handelen inziet. Hij praat er naar het oordeel van de rechtbank luchtigjes over.
Gelet op de ernst van de feiten, kan –ondanks het gegeven dat verdachte first offender is- geen andere dan een vrijheidsstraf worden opgelegd.
De raadsman van verdachte heeft gepleit voor aanhouding van de zaak indien de rechtbank een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou willen opleggen. In dat geval zou volgens de raadsman een rapportage Pro Justitia opgemaakt moeten worden. De rechtbank acht zich echter voldoende voorgelicht door hetgeen de raadsman en verdachte zelf omtrent de persoonlijke omstandigheden van verdachte ter terechtzitting naar voren hebben gebracht. Een rapportage door de reclassering acht de rechtbank dan ook niet nodig. Van de wenselijkheid van een psychiatrisch en/of psychologisch rapport is evenmin gebleken, niet in het dossier en niet ter zitting.
De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding voor aanhouding van de zaak.
De rechtbank houdt bij haar strafbepaling wel rekening met het blanco strafblad van verdachte en de zeer ingrijpende gevolgen die het ontdekken van de strafbare feiten voor verdachte en zijn familie hebben gehad.
Verdachtes maatschappelijke positie is sterk aangetast en op zijn huidige en toekomstige vermogen zal de enorme schuld worden verhaald. De rechtbank zal om deze redenen de gevangenisstraf matigen.
Desalniettemin heeft verdachte ter zitting aangegeven ook in de toekomst door te willen gaan met de voornoemde handelwijze om naar zijn eigen zeggen de schuld in te lossen bij zijn schuldeisers.
Met name dit laatste is in de ogen van de rechtbank een zorgelijke ontwikkeling en in dit licht beschouwd is de eis van de officier van justitie tot gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf een alleszins redelijke. Verdachte dient te worden ingeprent dat zijn handelwijze niet wordt geaccepteerd. Voorts zal hij zich moeten realiseren dat hij in een proeftijd loopt en dat bij hernieuwde overtredingen de voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd, naast de straffen voor de nieuwe overtredingen, die doorgaans, indien sprake is van recidive, hoger zullen worden.
Ten aanzien van de ingediende vorderingen benadeelde partijen overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte reeds bij vonnis van deze rechtbank van 22 augustus 2007 in staat van faillissement is verklaard. Door de faillietverklaring verliest de gefailleerde de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorende vermogen (“de boedel”). Dit heeft ook gevolgen voor civiele procedures over dat vermogen, aangezien de Faillissementswet (Fw), met het oog op de paritas creditorum – de gelijkheid van schuldeisers –, een exclusieve regeling bevat voor gerechtelijke procedures tegen een gefailleerde, die strekken tot het verrichten van betalingen ten laste van de failliete boedel.
Vast staat dat de vorderingsrechten van de benadeelde partijen, die hun grond vinden in verdachtes onrechtmatig handelen jegens de benadeelde partijen, vóór de datum van het faillissement van de verdachte zijn ontstaan. De vorderingsrechten van de benadeelde partijen dienen derhalve tot schuld van de boedel bestempeld te worden.
Een rechtsvordering is aanhangig (in de zin van de artikelen 27-29 Fw) van af het moment dat een rechter bij de vordering betrokken is. Voor de civiele vordering in het strafproces betekent dit dat de vordering aanhangig is vanaf de dag waarop het voegingsformulier, inhoudende de opgave van de vordering en de gronden waarop deze berust (artikel 51b, lid 1 Sv), wordt ingediend bij de officier van justitie, dan wel vanaf de dag waarop bedoeld formulier ter terechtzitting van de strafrechter in eerste aanleg wordt ingediend (artikel 51b, lid 2, Sv).
Vast staat dat de voornoemde benadeelde partijen zich in het strafproces hebben gevoegd en hun vorderingen tot schadevergoeding in dat kader aanhangig hebben gemaakt door opgave van hun vorderingen en de gronden waarop deze berust, aan de officier van justitie.
Gezien het vorenstaande doet zich hier de situatie voor dat het faillissement van de verdachte reeds was uitgesproken vóór de onderhavige vorderingen van de benadeelde partijen aanhangig werden gemaakt door de voeging in het strafproces en derhalve is artikel 26 van de Fw van toepassing. Dit artikel luidt sedert 1 december 2005:
“Rechtsvorderingen, die voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, kunnen gedurende het faillissement ook tegen de gefailleerde op geen andere wijze ingesteld worden dan door aanmelding ter verificatie.”
Op de voet van artikel 26 Fw kunnen rechtsvorderingen, die strekken tot het verrichten van betalingen ten laste van de failliete boedel, op geen andere wijze worden ingesteld dan door die vorderingen ter verificatie aan te melden bij de curator in het faillissement. Dit brengt mee dat een eiser die zijn vordering op andere wijze instelt, daarin niet ontvangen kan worden.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet ontvankelijk moeten worden verklaard.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht .
R E C H T D O E N D E:
Verklaart bewezen, dat het sub 1, sub 2 en sub 3 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 12 (twaalf) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen, in het geheel niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat de benadeelde partijen staande het faillissement de vorderingen slechts bij de curator en daarna bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1, sub 2 en sub 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Koopmans, voorzitter, mr. Lorist en mr. Stam, rechters, in tegenwoordigheid van Veldhuis, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 januari 2009.