Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 212194 CV EXPL 07-165
vonnis van de kantonrechter d.d. 24 mei 2007
inzake
[eiser],
hierna te noemen: [eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: D. de Veen,
tegen
[gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende en zaakdoende te [woonplaats],
gedaagde,
procederende in persoon.
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft [eiser] gevorderd:
– te verklaren voor recht dat de in de dagvaarding bedoelde koopovereenkomst (rechtsgeldig) is ontbonden, dan wel, voorzoveel nodig, de koopovereenkomst te ontbinden;
– om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de door [eiser] betaalde koopprijs van € 815,12 vermeerderd met wettelijke rente,
– om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van het aangetekend verzenden ad € 15,20,
met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
[gedaagde] heeft bij antwoord de vordering betwist.
Na repliek en dupliek is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
Door partijen zijn producties in het geding gebracht.
Motivering
Vaststaande feiten
2.1. Tussen partijen kan, als door [eiser] gesteld en door [gedaagde] erkend dan wel niet of onvoldoende betwist, van het navolgende worden uitgegaan.
[eiser] heeft op 30 juli 2006 via het internet bij [gedaagde] een computer gekocht van het merk Acer voor de prijs van € 885,12 inclusief btw. De computer is door [eiser] ontvangen en [eiser] heeft de koopprijs voldaan.
Op 19 september 2006 heeft [eiser] aan [gedaagde] een emailbericht gezonden waarin hij melding maakt van het vastlopen van de computer en van het, na uit- en weer inschakelen, niet verschijnen van het beeld op de monitor. [eiser] vermeldt in dat emailbericht tevens, dat hij de computer op kosten van [gedaagde] gerepareerd wenst te hebben.
Op 20 september 2006 heeft [gedaagde] met een emailbericht [eiser] verwezen naar de fabrikant van de computer (hierna ook te noemen Acer). Bij emailbericht van diezelfde datum heeft Acer [eiser] doorverwezen naar haar helpdesk.
Vervolgens heeft Acer de computer ter reparatie onder zich gehad, waarna deze op of omstreeks 2 oktober 2006 door [eiser] werd terugontvangen.
Bij emailbericht van dezelfde datum meldt [eiser] aan Acer dat de computer door hem is ontvangen, maar dat alle bestanden en software zijn gewist, het nederlandstalige besturingssysteem is vervangen door een duitstalig exemplaar en de computer niet reageert op toetsenbord en muis en zichzelf weer uitschakelt.
In een emailbericht van 18 oktober 2006 aan Acer heeft [eiser] zich beklaagd over de handelwijze van Acer ten aanzien van de reparatie.
Vervolgens heeft er tussen [eiser] en [gedaagde] gedurende de periode van 24 november 2006 tot 29 december 2006 intensieve ( email -)correspondentie plaatsgehad. Daarnaast heeft [eiser] [gedaagde] bij aangetekende brief van 24 november 2006 in de gelegenheid gesteld de computer te vervangen. Vervolgens heeft [eiser] bij aangetekende brief aan [gedaagde] van 5 januari 2007 de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
In diezelfde periode, en wel op 8 december 2006, is de computer nogmaals bij Acer ter reparatie aangeboden. In een emailbericht van 8 januari 2007 deelt [gedaagde] aan [eiser] mee, dat de computer bij Acer in reparatie is. Op of omstreeks 3 februari 2007 is de computer door Acer bij [eiser] terugbezorgd.
Standpunt [eiser]
2.2. [eiser] baseert zijn vorderingen op de stelling, dat hij als consument de verkoper van de computer, in casu [gedaagde], mag aanspreken op het niet functioneren van de computer en dat [gedaagde], zakelijk handelend, zijn verantwoordelijkheid jegens [eiser] niet mag ontlopen door hem steeds naar de fabrikant van de computer te verwijzen. Met een beroep op de artikelen 7:17 e.v. Burgerlijk Wetboek heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
Het is [eiser] niet bekend of de computer na de tweede reparatie goed functioneert, omdat hij deze vanwege de buitengerechtelijke ontbinding niet meer heeft gebruikt. De computer is na de tweede reparatie ondanks zijn verzoek door Acer niet aan [gedaagde], maar aan [eiser] gezonden.
Het is juist dat [eiser] in eerste instantie heeft gevraagd om reparatie op kosten van de leverancier, maar na de eerste reparatie heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld dat de computer moest worden vervangen. De door [eiser] aan [gedaagde] verzonden muis en toetsenbord zijn door deze laatste niet in ontvangst genomen.
Standpunt [gedaagde]
2.3. [gedaagde] heeft zich tegen de vorderingen verweerd met de stelling, dat niet hij, maar de fabrikant verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de garantie en dus voor de reparatie van de computer. [gedaagde] heeft daar geen invloed op. Het is voor [gedaagde] niet te controleren of er documenten of software van de computer zijn verwijderd omdat hij daarvan niet op de hoogte is gesteld. Volgens [gedaagde] is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor het maken van backups van bestanden en emailberichten. De inhoud van het emailbericht van 2 oktober 2006 is hem pas op 25 november 2006 door [eiser] gemeld. [gedaagde] is door [eiser] van geen enkel contact met Acer op de hoogte gesteld, hoewel hij een aanspreekpunt voor problemen is. Volgens [gedaagde] is het emailbericht van 2 oktober 2006 aan een verkeerd emailadres gericht. De ingebrekestelling van 23 november 2006 is het eerste wat [gedaagde] vernam na het bericht van [eiser] van 20 september 2006. Op 24 november 2006 heeft [gedaagde] aan [eiser] om informatie gevraagd met het doel contact op te nemen met Acer. Ook daarna heeft [gedaagde] enkele malen informatie opgevraagd bij [eiser], waarna hem op 1 december 2006 door [eiser] slechts het serienummer van de computer werd doorgegeven. [gedaagde] is van mening dat [eiser] hiermee de tussen het vragen van informatie en het ophalen door Acer van de computer verstreken periode onnodig heeft opgerekt. Na het emailbericht van [eiser] van 9 januari 2007 heeft [gedaagde] op 10 januari 2007 aan [eiser] meegedeeld dat de reparatie gewoon wordt uitgevoerd. Het is juist dat [gedaagde] de door [eiser] opgestuurde muis en toetsenbord niet in ontvangst heeft genomen omdat aan [eiser] geen zogenaamd RMA-nummer was toegekend en [gedaagde] de aangetekende brief pas later op die dag ontving. Volgens [gedaagde] heeft hij er alles aan gedaan om [eiser] aan een goed werkende computer te helpen. [gedaagde] wijst erop dat [eiser] de computer op kosten van de leverancier gerepareerd wilde hebben.
Beoordeling
3.1. De kantonrechter is van oordeel, dat [eiser] op terechte gronden de door hem met [gedaagde] gesloten koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
3.2. Vast staat, dat de door [eiser] op 30 juli 2006 van [gedaagde] gekochte computer slechts korte tijd naar behoren, althans zonder voor [eiser] te grote problemen heeft gewerkt. [eiser] heeft daarom toen terecht mogen concluderen dat de computer niet de eigenschappen bezat die hij ervan mocht verwachten.
3.3. [eiser] heeft [gedaagde] op 19 september 2006 op de hoogte gesteld van de problemen met de computer. Met [eiser] is de kantonrechter van oordeel, dat [gedaagde] [eiser] na het emailbericht van 19 september 2006 niet slechts heeft mogen doorverwijzen naar de fabrikant van de computer. [gedaagde] als uitoefenende een beroep of bedrijf houdt jegens [eiser] als consument de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van garantiebepalingen en daarmee ook voor deugdelijke reparatie van de computer binnen een redelijke termijn. [gedaagde] heeft niet betwist, dat de computer na de eerste reparatie (nog) niet naar behoren werkte. Ook is door hem niet gemotiveerd betwist dat bestanden en software van de computer waren verwijderd.
3.4. Niet gebleken is, dat herstel en vervanging van de computer onmogelijk waren of van [gedaagde] niet konden worden gevergd. [gedaagde] is als verkoper tekortgeschoten in zijn verplichtingen jegens [eiser], in eerste instantie door [gedaagde] een computer te leveren die niet aan de overeenkomst beantwoordde en in tweede instantie door niet binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor [eiser] als koper voor (deugdelijk) herstel of vervanging van de computer te zorgen. Buiten kijf is immers, dat [eiser] in elk geval van 19 september 2006 tot 5 januari 2007, de datum waarop [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, niet over een computer heeft kunnen beschikken die functioneerde zoals die had moeten functioneren. [gedaagde] is gedurende de genoemde, naar het oordeel van de kantonrechter ruime periode in voldoende mate in de gelegenheid geweest zijn (herstel- en/of vervangings-)verplichtingen jegens [eiser] na te komen.
3.5. De vordering tot afgifte van een verklaring voor recht, dat de koopovereenkomst door [eiser] rechtsgeldig is ontbonden, kan daarom worden toegewezen, zij het op de hieronder aan te geven wijze.
Ook de vordering tot terugbetaling door [gedaagde] van de koopprijs van de computer ad € 885,12 aan [eiser] kan daarom worden toegewezen.
3.6. Tegen de vorderingen tot vergoeding van wettelijke rente en van portokosten is door [gedaagde] niet op zelfstandige gronden verweer gevoerd, zodat ook deze kunnen worden toegewezen.
3.7. Uiteraard dient [eiser] er voor zorg te dragen, dat de computer na voldoening door [gedaagde] aan onderstaande veroordeling aan deze wordt terhandgesteld.
3.8. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde] in de kosten van het geding worden veroordeeld. De kantonrechter houdt daarbij rekening met de omstandigheid dat [eiser] de door hem genomen conclusie van repliek kennelijk eigenhandig heeft opgesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
verklaart voor recht, dat de ten processe bedoelde koopovereenkomst door [eiser] op 5 januari 2007 op rechtsgeldige wijze buitengerechtelijk is ontbonden;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een bedrag groot € 900,32 (zegge: negenhonderd euro en tweeëndertig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente over € 885,12 vanaf 30 juli 2006 tot de dag der algehele voldoening, zulks tegen afgifte door [eiser] aan [gedaagde] van de betreffende computer met toebehoren;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan zijde van [eiser] begroot op € 100,- aan salaris gemachtigde en op € 242,31 aan verschotten;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr J.C.G. Leijten, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 37