Uitspraak
vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 76086 / HA ZA 04-1010
Vonnis van 20 december 2006
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOSITE B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. J.A. Gimbrère ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. H.L. Reuvers.
Partijen zullen hierna Infosite en [gedaagde] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 december 2005
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 9 maart 2006
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 20 april 2006
- de conclusie na getuigenverhoor
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling
In conventie en in reconventie
De rechtbank verwijst naar en neemt over hetgeen zij in haar tussenvonnis van 21 december 2005 heeft overwogen en beslist.
Bij vonnis van 21 december 2005 is [gedaagde] toegelaten te bewijzen dat Infosite telefonisch informatie heeft verstrekt die afwijkt van hetgeen op de faxofferte is vermeld, althans dat die informatie door [gedaagde] als afwijkend van die faxofferte mocht worden geïnterpreteerd.
[gedaagde] heeft in het kader van deze bewijs[getuige][getuige]ig[getuige]re[getuige]ze[getuige]tijgetuige), [getuige] [gedaagde] heeft daarnaast een elftal geluidsopnamen van telefoongesprekken (allen voorzien van transcriptie) in het geding gebracht. Tien van deze gesprekken betreffen verkoop/wervingsgesprekken tussen [getuige] en diverse dochtermaatschappijen van Website Services BV, waaronder Infosite (die ook handelt onder de naam Netmedia Consultants). De elfde geluidsopname betreft een opname van een telefoongesprek tussen [getuige] en Netmedia Consultants.
Infosite heeft in contra-enquête twee getuigen, [getuige], doen horen.
Naar het oordeel van de rechtbank is [gedaagde] geslaagd in het hem opgedragen bewijs. Daartoe wordt als volgt overwogen.
[getuige][getuige], [getuige], [getuige] en [getuige] zijn evenals [gedaagde] telefonisch benaderd door Infosite. Hun verklaringen ondersteunen de verklaring van [gedaagde]. Uit de verklaringen van genoemde getuigen volgt dat Infosite hen allen op een vergelijkbare wijze heeft benaderd. Daarbij werd (veelal) voorgewend dat partijen reeds een zakelijke relatie hadden waarna hen werd aangeboden de relatie te continueren, inhoudende dat hun bedrijfsgegevens op de website van Infosite zouden blijven staan, tegen betaling van een bepaald bedrag. De getuigen hebben verklaard dat telefonisch gesuggereerd werd dat het genoemde bedrag een totaalprijs betrof en voorts dat de looptijd van de overeenkomst niet aan de orde werd gesteld. Voorts hebben de getuigen verklaard dat er in het gesprek sterk op werd aangedrongen om de offertefax terstond te ondertekenen en terug te faxen. In een aantal gevallen volgde kort na het telefoongesprek nogmaals een telefoontje waarbij wederom dringend werd verzocht de fax snel te retourneren. Tot slot hebben de getuigen verklaard dat hen achteraf duidelijk werd dat de overeenkomst, anders dan zij uit het gesprek hadden afgeleid, een periode van 3 jaar besloeg en dat het bedrag dat telefonisch was genoemd een maandtermijn betrof.
De overgelegde geluidsopnamen bevestigen de verklaringen van voornoemde getuigen. De gespreksopnamen tonen naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam aan dat de werkwijze van Infosite in die gevallen aldus was dat zij in de wervingsgesprekken niet, althans niet ongevraagd, melding maakte van de looptijd van de overeenkomst en bovendien naliet te vermelden, dan wel door middel van het gebruik van bedekte termen verhulde (“de prijzen zijn zelfs voor de komende periode ietwat verlaagd”, “... de komende periode van EUR 119,-- naar een mooi rond bedrag van EUR 100,--”), dat het door haar genoemde tarief een maandbedrag betrof. De rechtbank acht daarmee aannemelijk gemaakt dat Infosite [gedaagde] telefonisch informatie heeft verstrekt waaruit hij heeft kunnen en mogen begrijpen dat hij een overeenkomst was aangegaan voor de duur van een jaar, voor een totaalbedrag van EUR 100,-- en acht [gedaagde] dientengevolge geslaagd in zijn bewijsopdracht. Niet met succes kan aan [gedaagde] worden tegengeworpen dat uit de offertefax valt op te maken dat de overeenkomst voor de duur van 36 maanden werd aangegaan en dat maandelijks EUR 100,-- verschuldigd was. Met name niet omdat (zoals in het vonnis van 21 december 2005 reeds overwogen) niet is weersproken dat Infosite getracht heeft [gedaagde] te bewegen de aan hem gefaxte offerte per ommegaande ondertekend te retourneren, waarbij Infosite de nadruk heeft gelegd op het controleren van de bedrijfsgegevens. Daar komt nog bij dat onvoldoende is betwist dat [gedaagde] in het bewuste telefoongesprek kenbaar heeft gemaakt dat zijn bedrijfsgegevens reeds vermeld stonden in de Gouden Gids; dat hij voornemens was deze vermelding op te zeggen vanwege de hoogte van de daarmee samenhangende kosten ad EUR 400,-- per jaar, en dat de medewerkster van Infosite daarop heeft medegedeeld dat de vermelding op de site van Infosite goedkoper was.
De verklaringen van [getuige] kunnen aan voorgaand oordeel niet afdoen. [getuige] is niet bij het telefoongesprek aanwezig geweest en heeft derhalve niet uit eigen wetenschap kunnen verklaren omtrent hetgeen in het bewuste telefoongesprek is voorgevallen, terwijl [getuige] zich van de inhoud van het gesprek met [gedaagde] niets meer kan herinneren. Weliswaar heeft [getuige] verklaard dat zij stipt volgens een belscript werkte en dat in dat script een tarief van EUR 100,-- per maand en een contractstermijn van 36 maanden stond genoemd, doch het betreffende belscript is niet overgelegd zodat de rechtbank dit niet kan verifiëren. Echter ook indien zou blijken dat het belscript de hiervoor genoemde informatie bevat, acht de rechtbank dit niet van doorslaggevend belang aangezien op grond van voornoemde getuigenverklaringen en geluidsopnames moet worden geconcludeerd dat het belscript in de praktijk niet nauwgezet werd gevolgd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, dat de dwaling te wijten is aan een inlichting van Infosite en dat [gedaagde] bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet (althans niet onder dezelfde voorwaarden) zou zijn aangegaan. De vordering in reconventie strekkende tot vernietiging van de overeenkomst zal daarom worden toegewezen. Dit heeft tot gevolg dat de vordering in conventie zal worden afgewezen.
Infosite zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden in conventie begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- vast recht 288,00
- getuigenkosten 662,20
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 1.920,00 (5,0 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 2.870,20
en in reconventie op:
- explootkosten EUR 0,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 768,00 (4,0 punten × factor 0,5 × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 768,00
De rechtbank heeft bij de berekening in reconventie een factor 0,5 opgenomen omdat de vordering in reconventie voortvloeit uit het verweer in conventie.
De beslissing
De rechtbank
in conventie
wijst de (gewijzigde) vorderingen af,
veroordeelt Infosite in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 2.870,20,
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
vernietigt de overeenkomst tussen [gedaagde] en Infosite op grond van dwaling,
veroordeelt Infosite in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 768,00,
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.G. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2006.?